Eerste uitgave • Derde druk
De pendelas testen
32 Start de motor met de platformbediening.
33 Rijd het sturende wiel rechts op een blok van
6 in/15 cm of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
34 Rijd het sturende wiel links op een blok van
6 in/15 cm of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
35 Rijd beide sturende wielen op een blok van
6 in/15 cm of een trottoirband.
Resultaat: De achterwielen moeten stevig
contact houden met de grond.
Onderdeelnr. 1283765DUGT
Rij-inschakelsysteem testen
36 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
37 Roteer de draaitafel totdat de arm voorbij een
van de achterwielen wordt bewogen.
Resultaat: Het indicatielampje
'rijden ingeschakeld' dient te
knipperen zolang de arm zich
in het aangegeven bereik
bevindt.
38 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
39 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van beide
zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam
uit het midden.
Resultaat: Het indicatielampje 'rijden
ingeschakeld' moet gaan branden en de rij-
functies moeten werken.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik is,
kan de machine gaan rijden in een richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de joystick
voor rijden en sturen wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op de
platformbediening en het
rijchassis om de rijrichting te
bepalen.
S
-60 J
®
Bedieningshandleiding
Inspecties
37