Zodra een van de SOLO-schakelaars aan uw EURODESK wordt ingedrukt, kunt u bovendien de solo/PFL-bus
afluisteren. Wanneer u de 2-TRACK-schakelaar
ingang dient in wezen als terugkoppeling op het bandtraject, ter controle van het opgetekende stereosignaal.
Wanneer de MON/CTRL LEVEL-regelaar helemaal naar rechts is gedraait, is de 2-track-ingang aan een
signaalnieveau van -10 dBV aangepast. Mocht uw opnameapparaat echter een hoger niveau hanteren (bijv.
+4 dBu), dan dient de versterking via deze regelaar lager te worden ingesteld.
+
Een verandering bij het afluisteren heeft geen invloed op de main mix-opnameuitgang. Anders
kunt u bijvoorbeeld bij het afmixen de PFL-solofunctie niet gebruiken, zonder weer helemaal
overnieuw te moeten beginnen!
Als laatste bevindt zich in dit gedeelte nog de MONO-schakelaar
een stereosignaal kan worden bekeken. Ook deze schakelaar heeft geen weerslag op de main mix-hoofdsom.
2.6 Solo-gedeelte
De EURODESK heeft twee verschillende solo-modes te bieden. De CHANNEL MODE-schakelaar
van mono-PFL- over op de stereo-solo-bus.
Solo in place
Solo in place is de voorkeursfunctie om aparte signalen of groepen van signalen af te luisteren. Op het moment
dat één SOLO-schakelaar is ingedrukt, worden alle niet gekozen kanalen op het afluistertraject stilgeschakeld.
De solo-functie biedt een echte "SOLO IN PLACE", d.w.z. dat de gekozen signalen in het stereobeeld correct
worden weergegeven. De aftakkingen voor de solo-bus liggen achter de PANORAMA-potmeters, de aux sends,
de stereo-line-ingangen en de subgroepen, het zijn per definitie post-faders.
PFL
De PFL-bus wordt steeds voor de kanaalfader (PFL = Pre Fader Listening) c.q. LEVEL-potmeter afgetakt. PFL
dient men voor het instellen van de ingangsversterking te gebruiken.
Of de kanalen zich in de solo- of in de PFL-modus bevinden, ziet u aan de desbetreffende LED's onder de
niveau-indicatoren: links = geel = PFL, rechts = rood = solo in place. De LEVEL-regelaar
c.q. PFL-signaal zal normaalgesproken in de middelste stand staan (unity gain), om niet teveel van het Mix-
Level af te wijken.
2.7 Talkback-gedeelte
De ingebouwde talkback-mikrofoon
het podium. De microfoon wordt geactiveerd door middel van het indrukken (en vasthouden) van de TALK
toets. Zolang deze toets ingedrukt is, wordt het niveau van de afluisterluidsprekers met zo'n 20 dB verlaagd,
om terugkoppelingen via de talkback-mikrofoon te vermijden. Op alle andere besturingstrajecten treden geen
effecten op.
Het besturingsniveau wordt door middel van de LEVEL-regelaar
of ook tegelijk via de schakelaars AUX 1-2
7/8 gestuurd worden. Daarmee heeft u de mogelijkheid, personen in de opnameruimte via hun koptelefoon of
personen op het podium via hun individuele monitorsystemen toe te spreken.
2.8 Subgroepen
Bij het maken van meersporenopnames krijgen de afzonderlijke bandsporen hun signalen van de subgroep-
uitgangen. De vier stereo- (of acht mono-) subgroepen kunnen vanuit alle ingangskanalen en ook vanuit de
stereo aux returns 1 en 2 worden gevoed. Het niveau van de subgroepen wordt met behulp van de faders
vastgelegd. Ook voor de subgroepen kunt u gebruik maken van de solo-functie via de SOLO-schakelaar
De solo-controle-LED (tussen subgroep 4 en 5) brandt, zodra er een SOLO-schakelaar wordt ingedrukt.
Ten behoeve van het afmixen kunnen de subgroepen-uitgangen via de MAIN MIX-schakelaar
mix worden gerouteerd. De positie van de subgroepensignalen in het stereobeeld van de main mix wordt via de
PAN-regelaar
beïnvloed.
indrukt, kunt u de 2-track-ingang afluisteren. De 2-track-
dient voor de communicatie met personen in de opnameruimte of op
, AUX 5-6
en AUX 7-8
2. BEDIENINGSELEMENTEN
, waarmee de monocompatibiliteit van
ingesteld. Het talkback-signaal kan apart
naar de auxtrajecten 1/2, 5/6 en
schakelt
voor het solo-
-
.
op de main
7