octaaf, die door middel van de FREQ-regelaar
filter wordt via de LO CUT-schakelaar
75 Hz op te heffen; de flanksteilheid bedraagt 18 dB per octaaf.
2.1.3 Aux Send-gedeelte
De EURODESK beschikt over acht auxtrajecten, die als effectuitgangen dienen of voor monitormixen kunnen
worden gebruikt. Alle auxtrajecten zijn mono en worden na de EQ afgegetakt. De uitgangsniveau's voor de
auxtrajecten worden afzonderlijk, via de zes potmeters
+15 dB. De auxtrajecten 1 en 2 worden pre-fader (voor de fader) afgetakt. De overige zes auxtrajecten kunnen
gemeenschappelijk via de PRE-schakelaar
Het post-aflezen is goed geschikt voor het gebruik als effecttrajecten, terwijl het pre-aflezen zich juist voor
monitormixen aanbiedt. De SHIFT-schakelaar
5/6 of 7/8.
2.1.4 Fader-gedeelte
Alle ingangskanalen bezitten elk twee LED's. Het signaal present-LED
een signaal aan, terwijl de PEAK-LED
deze LED constant brandt, moet het ingangsniveau via de GAIN-regelaar omlaag worden gebracht.
Met de PAN-regelaar
oneven c.q. even subgroepen vastgelegd.
Al naar gelang de instelling van de CHANNEL MODE-schakelaar in het solo-gedeelte kunt u ervoor kiezen het
kanaalsignaal met behulp van de PFL/SOLO-schakelaar
(CHANNEL MODE niet ingedrukt, PFL-solofunctie), of via de achter de fader en panorama geplaatste stereo-
solo-verzamelrail af te luisteren (CHANNEL MODE ingedrukt, solo in place-solofunctie). In allebei de gevallen
is het niveau van het signaal aan de indicatiemeters in het main-mixgedeelte af te lezen. Wanneer de
PFL/SOLO-schakelaar is ingedrukt, knippert het bijbehorende LED-lampje
+
Voor de basisinstelling van het signaalniveau via de GAIN-regelaar gebruikt u de PFL-
solofunctie en niet de solo in place-solofunctie.
+
Anders dan bij de solo in place-solofunctie, blijft bij de PFL-solofunctie het signaal aan de
main mix-uitgangen ongewijzigd. Hetzelfde geldt voor de auxtrajecten en subgroepen.
De MUTE-schakelaar
solo in place-verzamelrail, stil. Wanneer de MUTE-schakelaar is ingedrukt, knippert het bijbehorende LED-
lampje
. Merk alstublieft op, dat de vóór de fader afgetakte auxtrajecten vanwege de geactiveerde MUTE-
schakelaar buiten schot blijven.
Met "routing" wordt de bus gekozen, waar een bepaald kanaal aan wordt gekoppeld. De EURODESK heeft vijf
stereo-bussen, die via de routing-schakelaar
MAIN MIX-schakelaar geactiveerd en de subgroepen via de ROUTING-schakelaars 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8.
Het niveau van de main mix-bus c.q. van de subgroep-bussen, wordt uiteindelijk door de kanaal-fader
bepaald.
2.2 Stereo-ingangskanalen 25/26 tot 31/32
Het stereo-ingangskanaal heeft bijna dezelfde bedieningselementen als het mono-ingangskanaal. Behalve bij
de aansluitingen van de equalizers en de BALANCE-regelaars, die hier besproken worden. De beschrijving van
de andere bedieningselementen vindt u in hoofdstuk 2.1 "Mono-ingangskanaal 1 tot 24".
2.2.1 Aansluitingen
Elk stereokanaal beschikt over twee lineniveau-ingangen met 6,3-mm-stekers
linker kanaal. Wanneer uitsluitend de linker ingangsbus wordt gebruikt, functioneert het kanaal in mono.
De ingangsgevoeligheid van de stereokanalen is binnen een bereik van +/-20 dB via de GAIN-regelaar in het
stereo-ingangskanaal regelbaar.
geactiveerd en geeft de mogelijkheid diepfrequente storingen onder
van post-fader (na de fader) op pre-fader worden omgeschakeld.
verlegt het derde potmeter-paar naar wens op de auxtrajecten
een oversturing in het desbetreffende kanaal aangeeft. Wanneer
wordt de positie van het kanaalsignaal binnen het stereoveld of de toewijzing op
schakelt het betreffende kanaal voor de main mix, oftewel de subgroepen en de
kunnen worden aangesproken. De main mix-bus wordt via de
2. BEDIENINGSELEMENTEN
van 100 Hz tot 8 kHz kan worden doorgestemd. De lo cut-
ingesteld. Elke aux send biedt een versterking tot
(-20) geeft de beschikbaarheid van
op de mono-PFL-solo-verzamelrail te zetten
.
voor het rechter en het
5