het echter wel mogelijk om nagels in lichaamsdelen te
drijven (gevaar voor letsel door nagel of plunjer). Druk
het apparaat nooit tegen lichaamsdelen.
WAARSCHUWING
Drijf een bevestigingselement nooit een tweede
keer in. Dit kan leiden tot elementbreuken en
-beklemmingen.
WAARSCHUWING
Drijf geen elementen in bestaande gaten, behalve
wanneer dit door Hilti wordt aanbevolen (bijv. DX-
kwik).
ATTENTIE
Indien het apparaat oververhit is, dient u het af te la-
ten koelen. Overschrijd de maximale indrijffrequentie
niet.
8.1 Gedrag bij haperende ontsteking van patroon
Wanneer de ontsteking hapert of de patroon niet ont-
steekt, gaat u als volgt te werk:
Houd het apparaat gedurende 30 seconden tegen het
werkoppervlak gedrukt.
Wanneer de patroon nog steeds niet ontsteekt, neem het
apparaat dan van het werkoppervlak en let erop dat het
niet op u of een andere persoon gericht is.
Verwijder de patroon en doe dit op een dusdanige wijze
dat hergebruik of oneigenlijk gebruik uitgesloten is.
8.2 Apparaat laden 2 3 4 5
Voor elke nieuwe zetprocedure moet het apparaat gere-
peteerd en geladen worden.
1.
De boutgeleider omvatten met duim en wijsvinger
en het inzetstuk in de verticale as van het apparaat
tot de aanslag naar voren trekken.
2.
Een ongebruikt patroon in het patroonmagazijn leg-
gen.
AANWIJZING De patroon los in het apparaat leg-
gen. Niet drukken!
3.
Beweeg het inzetstuk weer geheel naar achteren.
Daardoor wordt de plunjer in de startpositie voor de
bevestiging gebracht.
9 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Afhankelijk van het soort apparaat kan er bij regelma-
tig gebruik vervuiling en slijtage ontstaan waardoor het
functioneren nadelig wordt beïnvloed. Om het appa-
raat op een betrouwbare en veilige manier te kunnen
gebruiken zijn daarom regelmatige inspecties en on-
Printed: 14.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5125977 / 000 / 02
4.
Schuif de nagel, met de kop vooruit, vanaf de voor-
zijde in het apparaat, tot het ronde stiftgedeelte van
de nagel in het apparaat wordt gehouden.
AANWIJZING Als het inzetstuk bij het uittrekken
zwaar is resp. moeilijk terug beweegt, moet het ap-
paraat worden gereinigd. Voer een volledige service
van het apparaat uit! Zie hoofdstuk 9.3
Het apparaat is nu gereed voor de volgende zetpro-
cedure.
8.3 Vermogen instellen
1.
De patroonsterkte overeenkomstig de toepassing
kiezen.
2.
Als ervaringswaarden niet aanwezig zijn beginnen
met de minimale instelling: Kies de zwakste pa-
troonkleur.
3.
Drijf een nagel in.
Wanneer de nagel niet diep genoeg is binnenge-
drongen, een sterkere patroon gebruiken.
8.4 Indrijven 6
WAARSCHUWING
De veiligheidsaanwijzingen in de handleiding in acht
nemen.
1.
Druk het apparaat onder een rechte hoek op het
werkoppervlak.
2.
Activeer het indrijven door de pal over te halen.
8.5 Apparaat ontladen 7
WAARSCHUWING
Nooit proberen een patroon met een puntig of scherp
voorwerp van achteraf uit het patroonmagazijn te
verwijderen.
Verzeker u ervan dat zich, op het moment dat u de werk-
zaamheden staakt, geen patroon of bevestigingselement
in het apparaat bevindt. Als het apparaat bij beëindiging
van de werkzaamheden nog geladen is, de patroon en
het bevestigingselement uit het apparaat verwijderen.
AANWIJZING
Als de huls van een gebruikt patroon klem zit in het
patroonmagazijn, het apparaat demonteren (zie 9.3.1) en
de stoter gebruiken om de patroonhuls vanaf de voorzijde
uit het patroonmagazijn te schuiven.
derhoudsbeurten een absolute vereiste. Wij raden aan
om bij intensief gebruik minstens dagelijks en uiterlijk
na 3.000 indrijvingen het apparaat schoon te maken
en de plunjer te controleren!
WAARSCHUWING
Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mag
zich geen patroon in het apparaat bevinden. Er mag
zich geen bevestigingselement in de boutgeleider be-
vinden.
nl
103