Fig. 14
Het in elkaar gestoken filterinzetstuk (36) uit de
filterhouder (37) nemen. Opgelet: Het
filterinzetstuk niet scheiden!
Als de machine de hele dag wordt gebruikt, moet
het filterinzetstuk dagelijks worden gereinigd. Als
er vrij veel stof optreedt ook tussendoor. Gewoon
uitkloppen of uitblazen is voor de dagelijkse
reiniging het beste geschikt. Bij beschadigd
filtermateriaal moeten de desbetreffende
onderdelen onmiddellijk worden vervangen. Voor
motorschade, die ontstaan door ondeskundig
onderhoud, kan geen garantieaanspraak worden
ontleend.
Het nieuwe of gereinigde filterinzetstuk
overeenkomstig afb. 19 in de filterhouder (37)
plaatsen en de filterafdekking weer opzetten en
vergrendelen.
Plaats nooit een vochtig of nat filterinzetstuk!
9.6 Brandstoffilter vervangen
Het is aan te bevelen de brandstoffilter (40) jaarlijks
in een werkplaats te laten vervangen.
Fig. 15
De vakman kan met een draadlus voorzichtig aan de
brandstoffilter trekken om de brandstoftank te
openen. Er moet op worden gelet dat de verdikking
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
van de brandstofslang aan de tankwand niet in de
tank wordt getrokken.
9.7 Instructies voor de geluiddemper
Ga voor u begint te werken na of de geluiddemper
in perfecte staat verkeert. Raak de geluiddemper
niet aan zolang hij nog heet is.
Indien de motor niet naar tevredenheid draait
hoewel de luchtfilter gereinigd is en ook de
carburateurafstelling in orde is, kan dit ook aan een
vervuilde of beschadigde geluiddemper liggen.
Wend u tot de vakwerkplaats.
9.8 Stilleggen en opbergen
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen
geen open vuren of dergelijke in de omgeving
voorkomen. Onbevoegd gebruik – met name door
kinderen – moet worden vermeden.
Als de machine langer dan vier weken niet zal
worden gebruikt, moeten volgende stappen ook
worden uitgevoerd:
• De brandstoftank op een goed geventileerde plek
leegmaken en reinigen.
• De motor starten als de brandstoftank leeg is en
de carburateur leegmaken tot de motor stilvalt.
Olieresten uit het brandstofmengsel zouden
anders de carburateursproeiers kunnen
verstoppen en een latere start moeilijker kunnen
maken.
• Het apparaat goed reinigen (speciaal de
luchtaanzuigopeningen, de cilinderkoelribben,
het luchtfilter en de omgeving van de tankmof).
• Bewaar de machine op een droge en veilige
plaats. Onbevoegd gebruik – met name door
kinderen – moet worden vermeden.
NEDERLANDS
15