Tanken ; Motor starten / motor afzetten
6. Tanken
6.1 Brandstofinformatie
De motor van deze machine is een hoogrendement-
tweetaktmotor, die moet worden aangedreven met
een benzine-/oliemengsel (benzine en olie =
brandstofmengsel) of met in de vakhandel
verkrijgbare, voorgemengde speciale
brandstofmengsels voor 2-taktmotoren. Voor het
brandstofmengsel kan loodvrije normale benzine of
loodvrije superbenzine gebruikt worden (minimaal
octaangehalte 92 RON).
Ongeschikte brandstoffen of afwijkingen van de
mengverhouding kunnen ernstige motorschade tot
gevolg hebben!
Direct huidcontact met benzine en het
inademen van benzinedampen vermijden -
gezondheidsrisico!
6.2 Mengverhouding
Gebruik voor de eerste vijf tankvullingen altijd een
mengverhouding olie - benzine van 1:25 (4%).
Vanaf de zesde tankvulling adviseren wij bij gebruik
van de door ons aangeboden speciale 2-taktolie "
SOLO 2T motorolie " een mengverhouding van 1:50
(2%).
Bij andere merken 2-taktolie adviseren wij een
mengverhouding van 1:25 (4%).
Bewaar het mengsel niet langer dan 3-4 weken.
Brandstofmengtabel
Benzine in
liter
SOLO 2T motorolie
2% (1:50)
1
0,020
5
0,100
10
0,200
6.3 Met brandstof vullen
Neem tijdens het tanken de veiligheidsvoorschriften
in acht.
Tank uitsluitend met uitgeschakelde motor. De
omgeving van de vulzone moet goed worden
schoongemaakt. Zet het apparaat zodanig neer dat
de tankdop omhoog staat. Schroef de tankdop los
en vul het brandstofmengsel slechts tot aan de
onderkant van de opening. Om verontreinigingen in
de tank te voorkomen, gebruikt u eventueel een
zeeftrechter. Na het vullen schroeft u de tankdop er
weer handvast op.
NEDERLANDS
10
Olie in liter
andere merken
tweetaktolie
4% (1:25)
0,040
0,200
0,400
7. Motor starten / motor afzetten
7.1 Halfgas-startinstelling
Fig. 7
• Zet de stopschakelaar (1) op "ON".
• Neem de handgreep vast, de
veiligheidsblokkeerknop (3) wordt door de
handpalm bediend en daardoor wordt de
gashendel (2) vrijgegeven.
• Duw de gashendel (2) volledig door.
•
Duw de halfgasvergrendeling (4) in en laat de
gashendel weer los terwijl de
halfgasvergrendeling ingedrukt is.
7.2 Startklep en primer
Fig. 8
De startklep moet als volgt worden ingesteld:
• Bij koude motor de choke-hendel (7) in de stand
gesloten
omhoog zetten.
• Bij warme motor de choke-hendel (7) in de stand
open
omlaag zetten.
Bij de eerste start of als de brandstoftank volledig
leeggemaakt en weer bijgetankt is, drukt u de
primer (8) verschillende malen in (min. 5 x), totdat
er in de kunststof ballon brandstof zichtbaar is.