39Z5V7000.book 8 ページ 2019年10月25日 金曜日 午前9時6分
BRANDSTOF TANKEN
Aanbevolen brandstof
Loodvrije benzine
VS
Pompoctaangehalte van 86 of hoger
Uitgezonderd VS
Research-octaangehalte van 91 of hoger
Pompoctaangehalte van 86 of hoger
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met een
pomp-octaangehalte (RON) van 86 of hoger (een research-octaangehalte
(PON) van 91 of hoger).
Tanken dient plaats te vinden in een goed geventileerde ruimte en met
uitgezette motor. Als de motor heeft gedraaid, laat deze eerst afkoelen. Tank
nooit in een gebouw waar benzinedampen in contact kunnen komen met
vlammen of vonken.
U kunt ongelode benzine gebruiken met niet meer dan 10% ethanol (E10) of
5% methanol per volume. Daarnaast moet de methanol verdunners en
corrosieremmers bevatten. Gebruik van brandstoffen met een hoger ethanol-
of methanolgehalte dan hierboven wordt aangegeven, kan leiden tot start-
en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook schade optreden aan metalen,
rubberen en kunststoffen onderdelen van het brandstofsysteem. De garantie
dekt geen motorschade of prestatieproblemen die het gevolg zijn van het
gebruik van een brandstof met een hoger percentage ethanol of methanol
dan hierboven is aangegeven.
Als de apparatuur onregelmatig of slechts sporadisch wordt gebruikt,
raadpleeg dan het gedeelte "Brandstof" in het hoofdstuk "UW MOTOR
STALLEN" (zie pagina 11) voor meer informatie over verslechtering van de
brandstofkwaliteit.
Gebruik nooit oude of vervuilde benzine of benzine waaraan olie is
toegevoegd. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terechtkomt.
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
U kunt brandwonden of een ernstig letsel oplopen bij de
omgang met brandstof.
• Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u met benzine
omgaat.
• Houd warmte, vonken en open vuur uit de buurt.
• Vul de tank uitsluitend buiten.
• Blijf op afstand van uw voertuig.
• Veeg gemorste brandstof direct weg.
Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten kunststof.
Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de brandstoftank bijvult.
Schade veroorzaakt door morsen van brandstof wordt niet gedekt door de
dealergarantie (Distributor's Limited Warranty).
Raadpleeg voor het bijvullen van brandstof de instructies van de fabrikant
die bij de apparatuur worden geleverd. Zie hieronder voor bijvulinstructies
voor een door Honda geleverde standaard brandstoftank.
1. Plaats de uitgeschakelde motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau.
2. Vul de tank bij als het brandstofpeil laag staat.
8
BRANDSTOFVULDOP
3. Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Vul de tank
niet tot aan de rand. Vul de tank niet voorbij het bovenste peil, zoals
aangegeven, zodat de brandstof kan uitzetten en bewegen.
4. Draai na het bijvullen de brandstofvuldop dicht totdat deze minstens één
keer klikt.
5. Veeg gemorste benzine weg voordat u de motor start.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt ook
milieuverontreiniging. Veeg gemorste brandstof direct weg.
MOTOROLIE
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Aanbevolen olie
Gebruik 4-taktmotorolie die
voldoet aan de eisen voor API-
classificatie SJ of hoger (of
gelijkwaardig). Controleer altijd
het API-servicelabel op de
olieverpakking om te zien of de
aanduidingen SJ of hogere klasse
(of gelijkwaardig) vermeld staan.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen
voor algemene gebruiksdoeleinden. Andere viscositeitsklassen die in het
schema staan aangegeven, kunt u gebruiken als de gemiddelde temperatuur
in uw omgeving binnen het aangeduide bereik ligt.
NEDERLANDS
BOVENGRENS
46 mm
OMGEVINGSTEMPERATUUR