39Z5V7000.book 12 ページ 2019年10月25日 金曜日 午前9時6分
Een benzinestabilisator toevoegen voor langere brandstofhoudbaarheid
Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met
nieuwe benzine. Als de tank slechts gedeeltelijk gevuld is, zal de lucht in de
tank leiden tot brandstofverslechtering tijdens de stalling. Als u een benzinevat
gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat.
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
2. Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
minuten in de buitenlucht draaien, zodat in de carburateur alle
onbehandelde benzine is vervangen door behandelde benzine.
3. Zet de motor uit en zet de brandstofkraan in de stand UIT.
BRANDSTOFKLEPHENDEL
OFF
(UIT)
Brandstoftank en carburateur aftappen
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
U kunt brandwonden of een ernstig letsel oplopen bij de
omgang met brandstof.
• Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u met benzine
omgaat.
• Houd warmte, vonken en open vuur uit de buurt.
• Vul de tank uitsluitend buiten.
• Blijf op afstand van uw voertuig.
• Veeg gemorste brandstof direct weg.
1. Zet een goedgekeurd benzineopvangbakje onder de carburateur en
gebruik een trechter om morsen van benzine te voorkomen.
2. Draai de aftapbout van de carburateur los en tap de carburateur af in een
geschikte opvangbak.
3. Zet de brandstofkraan in de stand ON (AAN). De brandstoftank kan nu
leeglopen via de vlotterkamer van de carburateur.
CARBURATEUR
AFTAPBOUT
4. Nadat de carburateurvlotterkamer en de brandstoftank zijn leeggelopen,
zet u de brandstofkraan in de stand OFF (UIT).
5. Zet de aftapbout stevig vast.
12
BRANDSTOFKLEPHENDEL
ON (AAN)
CARBURATEURVLOTTERKAMER
Motorolie
1. Ververs de motorolie (zie pagina 9).
2. Verwijder de bougie (zie pagina 10).
3. Giet een theelepel (5-10 cm
4. Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te
verdelen.
5. Breng de bougie weer aan.
6. Trek het startkoord langzaam aan totdat u weerstand voelt.
Hiermee sluit u de kleppen, zodat er geen vocht in de motorcilinder kan
dringen. Laat het startkoord rustig terugrollen.
Voorzorgen bij stalling
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime afstand
van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een waterverwarmer of een
kledingdroger. Vermijd ook een plek met een elektromotor die vonken
produceert of waar elektrisch gereedschap wordt gebruikt.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest en
corrosie.
Laat de brandstofklephendel in de stand OFF (UIT) om mogelijk lekken van
brandstof te voorkomen, tenzij alle brandstof uit de brandstoftank is
afgetapt.
Plaats de apparatuur zodanig dat de motor vlak staat. Door te kantelen kan er
brandstof- of olielekkage ontstaan.
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om stof
buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kunnen sommige
materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te
dekken tegen stof.
Onder zo'n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter
en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Als de motor is uitgerust met een accu voor elektrisch starten, laad de accu
dan eens per maand op terwijl de motor is gestald.
Hiermee verlengt u de levensduur van de accu.
NEDERLANDS
3
, 5–10 cc) schone motorolie in de cilinder.