(a)
4 Lees het debiet
af en wijzig de instelling van de
omloopklep om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min
te bereiken.
(a)
Tijdens het proefdraaien van de pomp kan de unit onder
dit vereiste minimumdebiet werken.
Aanbevolen procedure voor de primaire zone
INFORMATIE
De pomp van de secundaire zone zorgt dat het minimum
debiet voor een correcte werking van de unit is
gegarandeerd.
1 Controleer in de hydraulische configuratie welke
ruimteverwarmingslussen gesloten kunnen worden
door mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen
worden gesloten (zie vorige stap).
3 Maak een thermoaanvraag aan voor enkel de
primaire zone.
4 Wacht 1 minuut tot wanneer de unit zich heeft
gestabiliseerd.
5 Indien de secundaire pomp nog steeds werkt (de
groene LED op de rechtse pomp is AAN), verhoog
het debiet tot de secundaire pomp niet meer werkt
(LED is UIT).
6 Ga naar [8.4.A]: Informatie > Sensoren > Debiet.
7 Lees het debiet af en wijzig de instelling van de
omloopklep om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min
te bereiken.
Vereist minimumdebiet
25 l/min
7.2.2
Ontluchten
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar [C] In
werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Voor zowel manuele als automatische ontluchting, wordt 1
temperatuurzone ontlucht bij elke nieuwe ontluchting. Om
de andere temperatuurzone te ontluchten moet u de
ontluchtingsfunctie herstarten. Wanneer u een ontluchting
voor het eerst uitvoert, wordt de hoofdtemperatuurzone
ontlucht.
7.2.3
Om te proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar [C] In
werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
INFORMATIE
Het proefdraaien is enkel van toepassing op de secundaire
temperatuurzone.
ETVZ16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma 3 H HT F
4P586459-1 – 2019.07
—
—
—
—
—
—
—
—
wijzigen" [ 4 18].
—
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op
Installateur. Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
wijzigen" [ 4 18].
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien start. Het proefdraaien
stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
De aanvoerwater- en tanktemperatuur controleren
Als de unit correct werd geïnstalleerd, zal hij tijdens het proefdraaien
opstarten
in
de
geselecteerde
proefdraaien kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (stand verwarming/
koeling) en de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
Om deze temperaturen te controleren:
1 Ga in het menu naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
7.2.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga naar [C] In
werking en schakel de werking Kamer,
Ruimteverwarming/-koeling en Sanitaire warmwatertank uit.
Doel
Voer een stelmotortest uit om te controleren of de verschillende
stelmotoren goed werken. Wanneer u bijvoorbeeld Pomp selecteert,
zal de pomp gaan proefdraaien.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien van de stelmotor start.
Het proefdraaien stopt automatisch wanneer voltooid
(±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ Back-upverwarming 1-test
▪ Back-upverwarming 2-test
▪ Pomp-test
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
watercircuit tijdens het proefdraaien.
▪ Afsluiter-test
▪ Tweewegklep-test
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
7 Inbedrijfstelling
—
—
bedrijfsmodus.
Tijdens
het
—
wijzigen" [ 4 18].
—
Installatiehandleiding
29