5 Elektrische installatie
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50 mm bedragen.
5.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor de back-upverwarming van de binnenunit
Zie
"5.2.2 De voeding van de back-upverwarming
5.2
Overzicht van de elektrische
verbindingen voor de uitwendige
en inwendige stelmotoren
Aansluitingen op de binnenunit:
Onderdeel
Elektrische voeding
Zie
"5.2.1 De hoofdvoeding
aansluiten" [ 4 11].
(primair)
Elektrische voeding
Zie
"5.2.2 De voeding van de back-
(back-upverwarming)
upverwarming
Afsluiter
Zie
"5.2.3 De afsluiter
Elektrische meters
Zie
"5.2.4 De elektriciteitsmeters
aansluiten" [ 4 14].
Warmtapwaterpomp
Zie
"5.2.5 De pomp van het warm tapwater
aansluiten" [ 4 14].
Alarmuitgang
Zie
"5.2.6 De alarm-output
aansluiten" [ 4 14].
Bediening
Zie
"5.2.7 De AAN/UIT-output van de
ruimtekoeling/-
ruimtekoeling/verwarming
aansluiten" [ 4 15].
verwarming
Omschakeling naar
Zie
"5.2.8 De omschakeling naar de
regeling externe
externe warmtebron
warmtebron
Digitale ingangen
Zie
"5.2.9 De digitale inputs voor het
energieverbruik
energieverbruik
Veiligheidsthermostaat Zie
"5.2.10 De veiligheidsthermostaat
(normaal gesloten contact)
aansluiten" [ 4 16].
Kamerthermostaat
Zie:
(bedraad of draadloos)
▪ Installatiehandleiding
▪ Bijlageboek
Draden voor bedrade
kamerthermostaat: (3 voor koeling/
verwarming; 2 voor alleen
verwarming)×0,75 mm²
Draden voor draadloze
kamerthermostaat: (5 voor koeling/
verwarming; 4 voor alleen
verwarming)×0,75 mm²
Maximale stroomsterkte: 100 mA
Voor de primaire zone:
▪ [2.9] Bediening
▪ [2.A] Thermostaattype
Voor de secundaire zone:
▪ [3.A] Thermostaattype
▪ [3.9] (alleen-lezen) Bediening
Installatiehandleiding
10
aansluiten" [ 4 12].
Beschrijving
aansluiten" [ 4 12].
aansluiten" [ 4 13].
aansluiten" [ 4 15].
aansluiten" [ 4 16].
van
kamerthermostaat
(bedraad
draadloos)
met
optionele
uitrustingen en apparatuur
Onderdeel
Warmtepompconvecto
r
Afstandbuitensensor
Afstandsbinnensensor
Interface voor
menselijk comfort
de
of
LAN-adapter
Beschrijving
Zie:
▪ Installatiehandleiding
van
warmtepompconvectoren
▪ Bijlageboek
met
optionele
uitrustingen en apparatuur
Draden: 4×0,75 mm²
Maximale stroomsterkte: 100 mA
Voor de primaire zone:
▪ [2.9] Bediening
▪ [2.A] Thermostaattype
Voor de secundaire zone:
▪ [3.A] Thermostaattype
▪ [3.9] (alleen-lezen) Bediening
Zie:
▪ Installatiehandleiding
van
afstandbuitensensor
▪ Bijlageboek
met
optionele
uitrustingen en apparatuur
Draden: 2×0,75 mm²
[9.B.1]=1 (Buitensensor =
Buitenunit)
[9.B.2] Afwijk. buitensensor
[9.B.3] Gemiddelde tijd
Zie:
▪ Installatiehandleiding
van
afstandsbinnensensor
▪ Bijlageboek
met
optionele
uitrustingen en apparatuur
Draden: 2×0,75 mm²
[9.B.1]=2 (Buitensensor = Kamer)
[1.7] Afwijk. kamersensor
Zie:
▪ Installatiehandleiding
gebruiksaanwijzing van de interface
voor menselijk comfort
▪ Bijlageboek
met
optionele
uitrustingen en apparatuur
Draden: 2×(0,75~1,25 mm²)
Maximumlengte: 500 m
[2.9] Bediening
[1.6] Afwijk. kamersensor
Zie:
▪ Installatiehandleiding van de LAN-
adapter
▪ Bijlageboek
met
optionele
uitrustingen en apparatuur
Draden: 2×(0,75~1,25 mm²). Moeten
omhuld zijn.
Maximumlengte: 200 m
Zie hieronder ("LAN-adapter –
Systeemvereisten").
ETVZ16S18+23DA6V+9W
Daikin Altherma 3 H HT F
4P586459-1 – 2019.07
de
de
de
en