1. Koppel aangesloten apparatuur los van de output.
2. Zet de voedingsadapter aan via de POWER-aan-/uitschakelaar (1). Het display(2) licht op,
en op het display worden voltage en stroom weergegeven.
3. Stel de parameters in volgens uw specificaties, zoals beschreven in het hoofdstuk
"Inbedrijfstelling". Controleer nogmaals of het outputvoltage correct ingesteld is.
4. Sluit de pluspool (+) van het aan te sluiten apparaat aan op de rode "+"-stekkerbus, en de
minpool (-) op de zwarte "-"-stekkerbus van de output.
Indien nodig kan het te gebruiken apparaat aangesloten worden via de groene
stekkerbus (aardaansluiting).
5. Het aangesloten apparaat kan nu aangezet worden.
Het stroomverbruik van het aangesloten apparaat wordt in het display (2)
weergegeven in ampère (A).
9. FUNCTIETOETSEN
De verlichte functietoetsen (8) kunnen op diverse manieren en in verschillende combinaties
gebruikt worden.
a) Toetsenblokkering
1. Druk op de LOCK/UNLOCK-toets om alle functie- en draaiknoppen op het voorpaneel te
ver-/ontgrendelen.
2. De LOCK/UNLOCK-toets licht op wanneer alle functie- en draaiknoppen op het voorpaneel
vergrendeld zijn.
MAIN OUTPUT
120