a) Het netsnoer aansluiten
1. Sluit het meegeleverde geaarde netsnoer aan op de IEC-poort (11) van de voedingsadapter.
Zorg dat het stevig vast zit.
2. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact met randaarde. De totale lengte van het netsnoer
tot aan het stopcontact mag niet meer zijn dan 3 m.
b) Het apparaat opstellen
Plaats de labvoeding op een stabiel, vlak en slijtvast oppervlak. Zorg ervoor dat de ventilatie-
openingen in de behuizing onbedekt zijn.
c) Algemene informatie
De labvoeding is microprocessor-gestuurd en wordt bediend via twee digitale instelknoppen
(incrementeel zonder eindpositie) met toetsbesturing. Zo vindt fijne en grove instelling via een
instelknop plaats.
Na het inschakelen volgt er een systeemcontrole. De teststatus wordt weergegeven in de twee
displays. De volgorde van weergave is als volgt:
De voedingsadapter kan gebruikt worden in 3 modi. De volgende modi zijn mogelijk:
Normaal
Preset
117
Weergave van de huidige softwareversie.
Segmenttesten of het display met alle afzonderlijke
segmenten
overgeschakeld naar de normale weergave.
Normaal gebruik. Instellen van voltage en stroom vindt plaats op
de voorzijde.
Gebruik als geheugen. In het apparaat kunnen drie vaste voltages
opgeslagen worden die rechtstreeks via deze preset-functie
geselecteerd kunnen worden. Selecteren van het geheugen
verloopt via de selectietoetsen PRESET 1, 2 en 3 (8) en instellingen
via de instelknoppen (4 en 5).
werkt.
Na
deze
stap
wordt