452163.66.99 · 03/2021 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP LA 60-A R
9 Reiniging / onderhoud
9
Reiniging / onderhoud
9.1
Onderhoud
Om de lak te beschermen moet u erop letten dat er geen voorwerpen tegen het appa-
raat worden gezet of erop worden gelegd. De buitenunits van de warmtepomp kunnen
met een vochtige doek en met gewone schoonmaakmiddelen schoongemaakt worden.
Opmerking
Gebruik geen zand-, soda-, zuur- of chloridehoudende schoonmaakmiddelen, omdat
deze het oppervlak aantasten.
Om storingen door vuil in de warmtewisselaar van de warmtepomp te voorkomen, moet
ervoor worden gezorgd dat er geen vuil in de warmtewisselaar van de verwarmingsin-
stallatie kan komen. Indien zich toch storingen door vervuiling voordoen, moet de instal-
latie schoongemaakt worden zoals hieronder beschreven.
9.2
Reiniging verwarmingskant
ACHTUNG
ATTENTIE
De ingebouwde filters moeten met regelmatige tussenpozen worden gereinigd.
De reinigingsintervallen moeten afhankelijk van de vervuilingsgraad van de installatie
zelf worden gekozen. Het zeefelement moet hierbij worden gereinigd.
Voor de reiniging moet de verwarmingskring in de buurt van het filter drukloos worden
gemaakt, moet het zeefelement door openschroeven van de zeefruimte worden verwij-
derd en gereinigd.
Bij de montage in omgekeerde volgorde moet erop worden gelet dat het zeefelement
correct wordt ingebouwd en de schroefverbinding dicht is.
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kan zuurstof in het verwarmingswater-
circuit oxidatieproducten (roest) veroorzaken. De roest komt via ventielen, circulatie-
pompen of kunststof buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom moet er vooral
bij het volledige buizensysteem op een diffusiedichte installatie gelet te worden.
Opmerking
Om afzettingen (bijv. roest) in de condensator van de warmtepomp te vermijden, wordt
geadviseerd om een geschikt systeem als corrosiebescherming te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het verwarmingswater vervui-
len.
Indien de vervuiling zo groot is dat het de prestaties van de condensor in de warmte-
pomp belemmert, moet een installateur de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te reinigen met een fosforzuur
van 5% of, indien er vaker moet worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op kamertemperatuur zijn. Geadviseerd
wordt de warmtewisselaar tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de kringloop van de verwar-
mingsinstallatie terechtkomt, adviseren wij het spoelapparaat direct aan te sluiten op
de aanvoer en retour van de condensor van de warmtepomp.
Daarna moet met geschikte, neutraliserende middelen nogmaals grondig worden ge-
spoeld om beschadigingen door eventueel in het systeem achtergebleven resten reini-
gingsmiddel te voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de desbetreffende voorschriften van
bedrijfsverenigingen moeten in acht worden genomen.
15
83321344