Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemeen; Aansluiting Aan Verwarmingskant - Weishaupt WWP LA 60-A R Montage- En Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WWP LA 60-A R:
Inhoudsopgave

Advertenties

452163.66.99 · 03/2021 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP LA 60-A R

7 Montage

7
Montage
7.1

Algemeen

Aan de warmtepomp kunnen de volgende aansluitingen tot stand gebracht worden:
Aanvoer/retour van de verwarmingsinstallatie
Condenswaterafvoer
Stuurleiding naar de warmtepompmanager
Spanningsvoorziening
7.2

Aansluiting aan verwarmingskant

De aansluitingen op de warmtepomp aan de verwarmingskant moeten in het apparaat
zelf worden aangebracht. De betreffende aansluitafmetingen zijn in de toestelinformatie
te vinden. De aan te sluiten slangen worden naar beneden toe uit het apparaat geleid.
Als hulpstuk is een optioneel buizenpakket verkrijgbaar, waarmee de aansluitingen zij-
delings afgevoerd kunnen worden.
Bij het aansluiten aan de warmtepomp dienen de overgangen met een sleutel te wor-
den vastgehouden.
Voordat de warmtepomp aan de verwarmingskant aangesloten wordt, dient de verwar-
mingsinstallatie doorgespoeld te worden, om mogelijk vuil, resten van isolatiemateriaal
etc. te verwijderen. Wanneer zich in de condensor resten ophopen, kan dit tot totale
uitval van de warmtepomp leiden.
Nadat de installatie aan de verwarmingskant is uitgevoerd, moet de verwarmingsinstal-
latie worden gevuld, ontlucht en afgeperst.
Bij het vullen van de installatie moet op het volgende worden gelet:
onbehandeld vul- en suppletiewater moet van drinkwaterkwaliteit zijn
(kleurloos, helder, zonder afzettingen)
het vul- en suppletiewater moet zijn voorgefilterd (poriënwijdte max. 5 µm).
Kalksteenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties kan niet worden voorkomen,
maar is in installaties met aanvoertemperaturen onder 60 °C verwaarloosbaar gering.
Bij hogetemperatuurwarmtepompen en vooral bij bivalente installaties met groot ver-
mogen (combinatie warmtepomp + ketel) kunnen ook aanvoertemperaturen van 60 °C
en meer worden bereikt. Daarom moet het vul- en suppletiewater volgens VDI 2035
blad 1 aan de volgende richtwaarden voldoen. De waarden van de totale hardheid kun-
nen in de tabel teruggevonden worden.
Totaal verwar-
Totaal
mingsvermo-
Aardalkaliën in
gen in kW
mol/m³ resp. mmol
≤ 2,0
< 50
≤ 2,0
50 - 200
≤ 1,5
200 - 600
> 600
< 0,02
1. Deze waarde ligt buiten de toegestane waarde voor warmtewisselaars in warm-
tepompen.
Afb. 7.1:
Richtwaarden voor vul- en suppletiewater volgens VDI 2035
Bij installaties met een bovengemiddeld groot specifiek installatievolume van 50 l/kW
raadt de norm VDI 2035 het gebruik van gedemineraliseerd water en een pH-stabilisa-
tor aan op het corrosiegevaar in de warmtepomp en de verwarmingsinstallatie te mini-
maliseren.
ACHTUNG
ATTENTIE
Bij gedemineraliseerd water moet erop worden gelet dat de minimaal toegestane pH-
waarde van 7,5 (minimaal toegestane waarde voor koper) niet wordt onderschreden.
Een onderschrijding kan tot vernieling van de warmtepomp leiden.
11
Specifiek installatievolume
(VDI 2035) in l/kW
≥ 20 < 50
≥ 50
< 20
Totale hardheid in °dH
≤ 16,8
≤ 11,2
≤ 11,2
≤ 8,4
< 0,11
≤ 8,4
1
< 0,11
1
< 0,11
1
83321344

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave