1
2
1. Lynchpen
5. Smeer vet aan de binnen- en buitenkant van de
nieuwe lagerbussen. Druk de lagerbussen voorzichtig
in de bevestigingsbuis met behulp van een hamer
en een vlakke plaat.
6. Controleer de zwenkwielas op slijtage en vervang
deze in geval van beschadiging.
7. Steek de zwenkwielas door de lagerbussen en de
bevestigingsbuis. Schuif de afstandsstukken op de as
en zet deze vast met de lynchpen.
Belangrijk: Als de lagerbussen zijn geplaatst,
kan dit invloed hebben op de binnendiameter.
Hierdoor kan de zwenkwielas misschien niet
worden geplaatst. Als de zwenkwielas niet door
de nieuwe lagers en de buis glijdt, boor dan
beide lagers uit tot een binnendiameter van
286 mm.
Onderhoud van zwenkwiel en
lagers
Het zwenkwiel draait op een kwaliteitsrollager en wordt
ondersteund door een spanbus. Zelfs na vele uren
gebruik zal de slijtage aan het lager minimaal zijn, mits
het lager goed gesmeerd blijft. Als het lager niet goed
gesmeerd is, zal het snel verslijten. Als een zwenkwiel
gaat wiebelen is er meestal een lager versleten.
1. Verwijder de borgmoer van de bout waarmee
het zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork
(afbeelding 24). Pak het zwenkwiel vast en schuif
de bout uit de vork.
Opmerking: Bewaar de 2 drukringen.
G010553
Figuur 18
2. Drukringen
2. Kantel het wiel naar de zijkant en laat de spanbussen
(Figuur 19) eruit vallen.
1. Zwenkwielvork
2. Drukring
3. Lagerhouder
3. Verwijder een lagerhouder uit de wielnaaf en laat het
lager eruit vallen. Verwijder de lagerhouder aan de
andere kant van de wielnaaf (Figuur 19).
4. Controleer het lager, de spanbus en het wiel
op slijtage. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen.
5. Om de onderdelen te bevestigen, schuift u de
spanbus door de naafconstructie.
6. Monteer de zwenkwielconstructie en de ringen
tussen de vork en plaats de bout en borgmoer. Draai
de bout en borgmoer vast tot de spanbus en ringen
tegen de binnenzijde van de zwenkwielvork rusten.
7. Spuit vet in de sneernippels op het wiel tot het lager
goed is gesmeerd.
Controle op kromme messen
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
breng het maaidek omhoog, stel de parkeerrem in
werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand
en schakel de aftakas uit. Zet daarna de motor
af, verwijder het sleuteltje uit het contact en maak
de bougiekabels los. Zet het maaidek vast om te
voorkomen dat dit per ongeluk naar beneden valt.
2. Draai het mes totdat de uiteinden in de lengterichting
liggen. Meet de afstand vanaf de binnenkant van
het maaidek tot de voorste snijrand van het mes
(Figuur 20) en onthoud deze afstand.
17
Figuur 19
4. Spanbus
5. Rollager