Hoewel bij toepassingen met jetaandrijvingen sommige risico's ontbreken die wel bestaan bij
aandrijfsystemen met een onbeschermde schroef, moeten het volgende altijd in acht worden genomen.
•
De jetaandrijving werkt door water via de waterinlaat aan de onderkant aan te zuigen en stuurt het
water door naar de achterkant voor stuwkracht vooruit. De Mercury jetaandrijving heeft een verstelbaar
roer dat de jetstuwkracht naar rechts of links richt. Als de motor stopt of de waterstroom geblokkeerd
wordt, stopt de jetstuwkracht waardoor de boot tot stilstand komt. Terwijl de boot vertraagt, kan hij
echter niet worden gestuurd omdat het sturen van de jetstuwkracht afhankelijk is.
•
Gebruik neutraal of achteruit niet tijdens het trekken van skiërs, om de kans dat de skilijn in de inlaat
van de jetpomp wordt gezogen zo klein mogelijk te houden. Zet de motor uit wanneer u op skiërs
wacht. Zorg dat de skilijn vrij is voordat u de motor start.
•
Vermijd gebieden met waterplanten of vaar er op grote snelheid overheen. Als een gebied met
waterplanten niet kan worden vermeden, vaar dan in planee totdat u er voorbij bent.
•
Vaar bij voorkeur niet met de jetaandrijving in ondiep water (minder dan 1 m [3 ft]) of op plaatsen met
veel drijvend vuil of waterplanten, met name wanneer u vanuit stationair accelereert. Eventueel los
materiaal zoals zand, schelpen, steentjes, zeewier, gras enz. kan door de pomp worden opgezogen en
de volgende problemen veroorzaken:
•
Oververhitting van de motor
•
Uitval van besturing
•
Blokkering van de pomp
•
Geblokkeerde beweging vooruit of achteruit
•
Beschadiging van de impeller, slijtring of stator
•
Voorwerpen die met hoge snelheid uit de pomp worden geslingerd
•
Wanneer u een strandlanding maakt met de boot, vaar dan met stationair toerental vooruit tot u het
strand bereikt. Zet de motor uit zonder naar neutraal te schakelen. Duw bij vertrek de boot naar water
dat circa 1 m (3 ft) diep is. Start de motor en zet de schakelhendel in vooruit. Vaar niet met neutraal of
in achteruit in ondiep water.
•
Als de jetinlaatopening zodanig vervuild raakt dat de boot niet op planeersnelheid kan komen, is het
misschien mogelijk om de verstopping als volgt te verwijderen (voer deze manoeuvre uitsluitend uit op
plaatsen zonder obstakels of andere gevaren, want u zult tijdelijk de controle over de besturing
verliezen):
a. Vaar vooruit op de hoogst haalbare snelheid zonder planeren en stuur naar links.
b. Schakel de motor uit tijdens het vooruit varen. Door de motor uit te schakelen terwijl hij in vooruit
staat, wordt water naar achteren door de jetaandrijving en over de inlaat gespoeld. Als de boot in
de vrijloop tot stilstand komt, kan water de verstopping wegspoelen.
•
Wanneer de jetaandrijving in neutraal staat, blijft de impeller van de aandrijving draaien. De
voortstuwingsomkeerklep is echter zodanig geplaatst dat een deel van de stuwkracht vooruit afgewend
wordt om stuwkracht achteruit te creëren. Dit balanceren van voorwaartse en achterwaartse
stuwkracht beperkt de beweging van de boot tot een minimum. Omdat de impeller altijd draait en
stuwkracht opwekt wanneer de motor loopt, heeft de boot soms de neiging langzaam voor- of achteruit
te bewegen. Dit is normaal voor een boot met directe jetaandrijving. Wees altijd voorzichtig wanneer
de motor draait.
•
De jetaandrijving zuigt altijd water aan in het huis wanneer de motor loopt. Nooit de jetaandrijving
gebruiken met het rooster verwijderd van de waterinlaat. Houd uw handen, voeten, haar, loszittende
kleding, reddingsvesten enz. van de waterinlaat in de bodem van de boot vandaan. Steek nooit een
voorwerp in het waterinlaat- of wateruitlaatmondstuk terwijl de motor loopt.
Voorkom letsel als gevolg van het aanraken van de draaiende impeller of doordat haar, kleding of losse
voorwerpen in de waterinlaat worden gezogen en zich rond de schroefas wikkelen. Blijf op veilige
afstand van de waterinlaat en steek nooit een voorwerp in het waterinlaat- of wateruitlaatmondstuk
wanneer de motor loopt.
BEDIENING
WAARSCHUWING
!
30
nld