Bevestiging van het toestel
Restriktie rookgasafvoer
Restriktie rookgasafvoer
Luchttoevoer/rookgasafvoer,
excentrisch 80/80
Montage gaswandketel
Allereerst moet de bevestingsplaats van de gaswandketel worden bepaald.
Daarbij moet rekening worden gehouden met het luchttoevoer/rookgasafvoer-
system, afstanden tot de wand en het plafond, alsmede reeds aanwezige gas-,
water-, elektrische- en CV-aansluitingen.
Wordt de gaswandketel samen met een WOLF boiler-warmwaterbereider van het
type SW gemonteerd, dan moet er op worden gelet, dat de gaten voor de
bevestigingsschroeven overeenkomstig de tekening (zie pag. 7) aangebracht worden.
Voor het aangeven van de boorgaten en de aansluitingen wordt een boorsjabloon
bijgeleverd.
Boorsjabloon loodrecht houden en de boorgaten aangeven. Als er geen aansluitingen
aanwezig zijn, moeten, i.v.m. onderhoud, de minimale afstanden tot zijwanden en
plafond worden aangehouden.
De gaswandketel wordt geleverd met aansluitsnoer (HO5VV-F).
Bij vaste aansluiting dient deze te geschieden konform NEN 1010.
Voor de bevestiging van de gaswandketel zijn 2 houtdraadbouten met draadeind M10
met moeren, onderlegringen en pluggen meegeleverd.
Twee gaten ø 12 mm boren, pluggen inslaan en bouten met steeksleutel indraaien.
Gaswandketel ophangen en met onderlegringen en moeren bevestigen.
Afhankelijk van de lengte (max. 4 mtr. bij concentrisch systeem) van het
luchttoevoer/rookgasafvoersysteem, moet een restriktie in de rookgasafvoer
aangebracht worden.
Deze moet konform de tabel worden gekozen.
De restriktie in de rookgasafvoeraansluiting van het toestel tot de aanslag indrukken.
berekende lengte
(zie pagina 10)
GG-1E-18
GG-1E-24
Bij toepassing van een twee-pijp-systeem, excentrisch Ø 80/80 mm, dienen de
volgende restikties toegepast te worden:
Berekende Lengte
GG-1E-18
Berekende Lengte
GG-1E-24
De maximaal toegestane lengte voor de rookgasafvoer van dit twee-pijp-systeem
Ø80/80 mm bedraagt 10 m.
Het verdient aanbeveling de pijpen niet langer te maken dan 5 m daar er anders
rookgas kondenseert in de pijp.
Bij pijplengtes langer dan 5 m dient een kondensopvangingrichting te worden
voorzien in de rookgasafvoerpijp.
Tevens dient men bij lengtes langer dan 5 m rekening te houden met een korrosie-
bestendige rookgasafvoerpijp, in verband met rookgaskondensatie. Aanbevolen
wordt Al 99,5.
Aansluiting op :
-luchttoevoer/rookgasafvoersysteem
kleiner of gelijk
2 meter
ø 36 mm
ø 46 mm
korter dan 2,5 m
2,5m - 3,5 m
Ø 36 mm
Ø 41 mm
korter dan 4,2 m
Ø 46 mm
GG-1E
-CLV
groter dan
2 meter
ø 41 mm
geen
langer dan 3,5 m
geen restriktie
langer dan 4,2 m
geen restriktie
9