10. De warmtewisselaar inspecteren en indien nodig
schoonmaken;
- Gebruik een zachte borstel om de lamellen
schoon te maken.
- Gebruik een stofzuiger of luchtspuit (geen hoge
druk) om vuil en stof te verwij deren.
Maak altij d schoon tegen de richting van de
luchtstroom in. Hiermee voorkomt u dat er vuil in
de warmtewisselaar komt.
a. Dompel de warmtewisselaar enige malen in warm
water (max. 40 °C).
b. spoel de warmtewisselaar met schoon warm lei-
dingwater door (max. 40°C).
c. Neem de warmtewisselaar met beide handen op
de gekleurde zij vlakken en schud het water uit de
warmtewisselaar.
gebruik geen agressieve of oplossende schoon-
maakmiddelen voor het schoonmaken.
Monteer de warmtewisselaar nog niet als de ven-
tilatoren of de fi lter van de voorverwarmer ook
moeten worden onderhouden.
11. Als geen onderhoud meer nodig is, kunt u alle
onderdelen in omgekeerde volgorde terugplaat-
sen, de spanning weer inschakelen en de zelftest
uitvoeren conform menu P76.
Draai de schroeven met een maximaal aandraai-
moment van 1,5 Nm aan. Dit is ongeveer gelij k
aan stand 2 van een gemiddelde accuboorma-
chine.
2.9.3 Ventilatoren inspecteren
Controleer de ventilatoren 1x per 2 jaar.
1. Verwij der de warmtewisselaar zoals staat be-
schreven in het hoofdstuk over onderhoud van de
warmtewisselaar.
2. Klik de 2 ventilator connectoren (C) los
3. Verwij der de sensor (D) en zij n bekabeling van de
toevoerslakkenhuis.
4. Duw de 2 klikverbindingen (E) van het toevoer-
slakkenhuis naar buiten en trek het toevoerslak-
kenhuis naar voren.
5. Reinig de ventilatoren (O).
- Gebruik een zachte borstel om de ventilator-
schoepen schoon te maken.
- Gebruik een stofzuiger om het stof te verwij de-
ren.
NL - 24
6. Monteer alle onderdelen in omgekeerde volg-
orde terug.
7. Voer de zelftest uit volgens menu P76.
Draai de schroeven met een maximaal aandraai-
moment van 1,5 Nm aan. Dit is ongeveer gelij k
aan stand 2 van een gemiddelde accuboorma-
chine.
2.10 storingen
Als de WHR een storing heeft, kan dit als volgt ken-
baar gemaakt worden:
� De storingsmelding verschij nt op het display;
� De storingsmelding verschij nt op het ComfoSense
paneel.
Echter, niet in alle gevallen verschij nen er storings-
meldingen op de digitale bediening, terwij l er wel sto-
ringen (of problemen) zij n. In de volgende paragrafen
worden beide typen storingen (of problemen) kort
toegelicht.
2.10.1 storingsmeldingen op de digitale
bediening.
Als er een storing optreedt, verschij nt de storingscode
hiervan op de digitale bediening.
Hieronder wordt een overzicht van de storingsmeldin-
gen op de digitale bediening gegeven.
In het hoofdstuk over probleemoplossing wordt uit-
gelegd hoe deze storingen kunnen worden verholpen.
Code
A1
A2
A3
A4
A5
A7
A8
E1
E2
EA2
'Fil' 'tEr' (of
'tEr' 'Fil')
FLTR
Comm' 'error'
(of 'ERROR'
D
'COMM')
E
C
Desription
NTC voeler T1 is defect.
(= Temperatuur van de buitenlucht)
NTC voeler T2 is defect.
(= Temperatuur van de toevoerlucht)
NTC voeler T3 is defect.
( =Temperatuur van de retourlucht)
NTC voeler T4 is defect.
(= Temperatuur van de afvoerlucht)
Storing aan de motor van de bypass.
Vorstvrij element verwarmt niet
voldoende.
Vorstvrij element wordt te heet.
Afvoerventilator draait niet.
Toevoerventilator draait niet.
N.v.t.
Intern Filter is vuil
Intern Filter is vuil
ComfoSense paneel heeft geen
communicatie met de WHR.