I
SOLEREN VAN DE WATERLEIDINGEN
Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moet worden
geïsoleerd om condensvorming en een verminderde koelcapaciteit te
voorkomen.
Bescherm de waterleidingen tegen bevriezing tijdens de winter-
periode (bijvoorbeeld door een glycoloplossing of verwarmingstape
te gebruiken).
I
SOLEREN VAN DE KOELLEIDINGEN
Om brandwonden te vermijden, indien u de hete (max. 135°C)
afvoerleiding per toeval zou aanraken, moet deze grondig worden
geïsoleerd.
Een minimale isolatie ter bescherming van de vloeistofleiding tegen
schade is aanbevolen.
O
NTLAST MET BEHULP VAN DE
DRUKONTLASTVOORZIENINGEN
Het afvoeren van het koelmiddel in de montageplaats moet gebeuren
in overeenstemming met de plaatselijke reglementeringen. Indien
nodig is het mogelijk een 1" leiding aan te sluiten op ieder
drukontlastventiel van de condensor.
De dwarsdoorsnede en lengte van de afvoerleiding moeten in
overeenstemming zijn met de lokale normen.
B
EDRADING TER PLAATSE
De bedrading ter plaatse en de montage van de compo-
nenten moeten worden uitgevoerd door een erkend
elektricien en in overeenstemming zijn met de geldende
Europese en nationale reglementeringen.
De bedrading ter plaatse moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met het elektrisch schema dat is mee-
geleverd met de unit en met de onderstaande instructies.
Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit. Deel dus nooit
een voeding met een ander apparaat.
LET OP
Controleer op het elektrisch schema alle hieronder
vermelde
handelingen
elektrische gedeelte. Daardoor zult u de werking van
de unit beter begrijpen.
Tabel met onderdelen
F1,2,3U.................. Hoofdzekeringen voor de unit
H1,4P..................... Controlelamp voor algemene werking
H2,5P..................... Controlelamp voor alarm
H3,6P..................... Werkingslampje van de compressor
L1,2,3..................... Hoofdvoedingsklemmen
PE.......................... Hoofdaardklem
S6S........................ Veranderlijke input 1
S8L ........................ Vlotterschakelaar
S9L ........................ Contact dat sluit als de pomp in werking is
S10S...................... Veranderlijke input 2
S11S...................... Veranderlijke input 3
S12S...................... Veranderlijke input 4
S13S...................... Hoofdnetscheidingsschakelaar
- - - ......................... Bedrading ter plaatse
EWLD120~540MBYNN
Watergekoelde waterafkoelers zonder condensor
4PW22686-1
met
betrekking
tot
het
Normen voor het voedingscircuit en de kabels
1
De elektrische voeding van de unit moet zodanig worden
aangesloten dat deze kan worden in- en uitgeschakeld onafhan-
kelijk van de elektrische voeding van het systeem en de
uitrusting in het algemeen.
2
Er moet een voedingscircuit worden voorzien voor aansluiting
van de unit. Daarvoor moeten de nodige beveiligingen worden
voorzien, namelijk een werkschakelaar, een duurzame zekering
op iedere fase en een differentieel. De aanbevolen zekeringen
worden vermeld op het elektrisch schema dat is meegeleverd
met de unit.
Bij een systeem met waterkoelers in een DICN-configuratie
moet een afzonderlijk voedingscircuit worden voorzien voor elke
waterkoeler.
Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u een aansluiting
uitvoert (schakel de werkschakelaar uit, verwijder de
zekeringen of schakel deze uit).
Aansluiting van de elektrische voeding van de
watergekoelde waterkoelers
1
Sluit met behulp van de geschikte kabel het voedingscircuit aan
op de klemmen L1, L2 en L3 van de unit.
Als de als optie verkrijgbare "hoofdschakelaar" op de unit is
gemonteerd, moet het voedingscircuit worden aangesloten op
de klemmen 2, 4 en 6 van de hoofdschakelaar.
2
Sluit de aardgeleider (geel/groen) aan op de aardklem PE.
Verbindingskabels
Een pompgrendelcontact moet in serie met het
contact
van
geïnstalleerd om te voorkomen dat de unit zonder
waterstroom zou werken. In de schakelkast steekt een
klem voor de elektrische aansluiting van het
grendelcontact.
Bij units opgesteld in een DICN-configuratie kan elke
waterkoeler
uitgerust
circulatiepomp. Eén enkele pomp kan ook water
afvoeren in een verdeler die het water naar de
verschillende waterkoelers voert.
In beide gevallen moeten alle units voorzien zijn van
een grendelcontact!
LET OP
Door
de
schakelaar zal de unit normaal niet werken als er
geen stroom is.
Maar als een extra beveiliging, moet u het
pompgrendelcontact in serie met het contact van
de debietschakelaar installeren.
Wanneer de unit wordt gebruikt zonder stroom zal
de apparatuur ernstig beschadigd worden (de
verdamper kan bevriezen).
Spanningsvrije contacten
Het besturingssysteem is uitgerust met een aantal spannings-
vrije contacten die de status van de unit moeten aangeven.
Raadpleeg het elektrisch schema voor het bedraden van deze
spanningsvrije contacten. De maximaal toegestane spanning
bedraagt 4 A.
de
debietschakelaar(s)
zijn
met
een
individuele
standaard
geïnstalleerde
Montagehandleiding
worden
debiet-
6