De unit vullen
Eerst vult u ruwweg met koelmiddel conform de tabel:
koelvulling (kg)
40 HP
33+(VRC–40)x0,4+LLPx0,3
60 HP
67+(VRC–61)x0,4+LLPx0,5
80 HP
74+(VRC–91)x0,4+LLPx0,7
100 HP
70+(VRC–91)x0,4+LLPx0,7
VRC=volume van de condensor met afstandsbediening (l)
LLP=lengte van de vloeistofleiding (m)
Let op dat de compressorbelasting tijdens de eerste
fase van het vullen van de unit niet boven de 40%
komt.
Regel daarom best zelf de capaciteit op uw controller
door de manuele regelmodus te activeren via het
scherm
"gebruikersinstellingen".
Vervolgens gaat u over tot de fijnafstelling
Bij het fijn inregelen van de koelvulling moet de
compressor met volledige belasting (100%) werken.
Indien het doorkijkglas van de vloeistofleiding na de ruwe vulling
een afdichting vertoont (ten gevolge van eventueel verschillende
omstandigheden), voegt u 10% van het gewicht aan koelvulling
toe.
Indien het doorkijkglas van de vloeistofleiding enkele gasbellen
vertoont, zal de ruwe koelvulling voldoende zijn door de
bijkomende 10% aan gewicht in koelvulling fijn af te stellen.
Indien het doorkijkglas van de vloeistofleiding gasflitsen
vertoont, dient u bij te vullen tot één van de hiervoor genoemde
situaties zich voordoet. Vervolgens stelt u fijn af met de
bijkomende 10% aan gewicht in koelvulling. De unit moet de tijd
krijgen om zich te stabiliseren, wat betekent dat het vullen
soepel moet gebeuren.
LET OP
Vermijd
vervuiling
afstandsbediening zodat het systeem niet verstopt
raakt. Daikin is niet in staat de vervuiling van de
"vreemde"
condensor
beheersen.
De
vervuilingniveau.
LET OP
Maak gebruik van het controleventiel aan de
vloeistofleiding bij het vullen van koelmiddel.
EWLD120~540MBYNN
Watergekoelde waterafkoelers zonder condensor
4PW22686-1
van het menu
van
de
condensor
van
de
installateur
Daikin
unit
heeft
een
V
OORBEREIDING
VAN HET WATERCIRCUIT
De units zijn uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat voor aansluiting
op een koelwatercircuit. Dit circuit moet worden voorzien door een
erkend technicus en in overeenstemming zijn met de geldende
Europese en nationale reglementeringen.
Als er lucht of vuil in het watercircuit terechtkomt, kunnen
er storingen ontstaan.
Daarom moet u bij het aansluiten van het watercircuit
steeds rekening houden met het volgende:
1.
Gebruik uitsluitend zuivere leidingen.
2.
Houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen.
3.
Dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding
door een muur steekt, zodat er geen stof of vuil kan
indringen.
1
De unit voorbereiden voor de aansluiting op het watercircuit
Bij de unit wordt een doos met
filter geleverd.
1
5
1
Waterinlaat van de verdamper
2
Debietschakelaar
3
Inlaatwatersensor
met
4
Waterinlaatleiding met debietschakelaar en de
waterinlaattemperaatuursensor
Victaulic
5
te
6
Tegenleiding
strikt
7
Lokaal waterleidingcircuit
8
Filter
9
Filterafsluitkap
Om de onderdelen van de units tijdens het transport niet te
beschadigen, zijn de waterinlaatleiding met de debietschakelaar en
de waterinlaattemperatuursensor en de wateruitlaatleiding met de
uitlaatwatertemperatuursensor niet in de fabriek gemonteerd.
De waterinlaatleiding met de debietschakelaar en inlaatwater-
temperatuursensor aansluiten: (niet voor EWLD120)
De waterinlaatleiding met de debietschakelaar en inlaatwater-
temperatuursensor is aan de kant van de waterinlaat van de
verdamper(s) gemonteerd en is voorgeïsoleerd.
Snijd de kabelbinders door en maak de leiding met de
bijgeleverde
verdamperinla(a)t(en).
De wateruitlaatleiding met de uitlaatwatertemperatuursensor
aansluiten: (niet voor EWLD120)
De wateruitlaatleiding met de uitlaatwatertemperatuursensor is
aan de kant van de wateruitlaat van de verdamper gemonteerd
en is voorgeïsoleerd.
Snijd de kabelbinders door en maak de leiding(en) met de
bijgeleverde
verdamperuitla(a)t(en).
,
CONTROLE EN AANSLUITING
Victaulic
®
2
3
4
5
5
8
9
®
-koppeling
Victaulic
®
-koppelingen
Victaulic
®
-koppelingen
-koppelingen en een
6
7
5
vast
aan
de
vast
aan
de
Montagehandleiding
4