de luchtschuif onderaan volledig open. Gebruik nu het schudrooster of het
meegeleverde trekschepje en schud tot er gloeiende deeltjes in de aslade vallen en vul
daarna de kolen bij. Zet na enkele minuten de luchtschuif weer in de gewenste stand.
Doe er maximaal zoveel kolen bij tot u nog juist de gloed kunt zien van de vorige
vulling.
Als de vuurkorf of de gietijzeren lamellen rood gloeiend staan, bent u te hard aan het
stoken.
4.5.
Stoken op laag regime (voor toestellen geschikt voor continu gebruik)
Om het toestel als een "continu vuur" te gebruiken, kan men de primaire en secundaire
luchtinlaten zo kiezen tot je de juiste brandstenheid bekomt. Zorg er steeds voor dat er
voldoende gloed op de stookbodem aanwezig is.
4.6.
Ontassen
Onderaan de vuurhaard is het toestel voorzien van een
stook- of schudrooster doorheen dewelke de assen in de
asbak belanden. Door heen en weer bewegen van de
schudstang en/of gebruik van het trekschepje kunnen
de assen verwijderd worden. Met de bijgeleverde "koude"
hand kan de asbak uit het toestel genomen worden
(zie figuur).
Van hout hebt u relatief weinig assen en is het niet
nodig uw toestel elke keer te ontassen, het stoken van
hout
in
een
asbed
verbranding.
Bij kolenstook moet regelmatig ontast worden en de
aslade tijdig geledigd worden. De assen mogen de
onderzijde van het stookrooster NOOIT raken
4.7.
Doven
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan.
Als een vuur getemperd wordt door de luchttoevoer te verminderen, komen veel
schadelijke stoffen vrij. Het vuur moet daarom vanzelf uitbranden en mag pas verlaten
worden als het goed gedoofd is.
4.8.
Weersomstandigheden
Waarschuwing!
Bij nevel en dichte mist wordt de afvoer van de rookgassen door de schoorsteen sterk
bemoeilijkt, en kunnen rookgassen neerslaan en stankoverlast geven. Indien het niet
echt nodig is, kunt u beter onder deze weersomstandigheden niet stoken.
DRU 44MF
geeft
overigens
een
betere
13
03.27647.000