Zet de deur op een kier en de luchtschuiven geheel open. Zie figuur hiernaast voor de
werking van de luchtschuiven.
Het is belangrijk dat het aanmaakvuur hevig doorbrandt. Daarna kunnen er dikkere
stukjes hout op en kan de deur gesloten worden. Is het vuur voldoende gestabiliseerd
en is er voldoende gloed dan kunnen hout of bruinkoolbriketten worden opgelegd.
4.3.
Stoken met hout
De beste regeling van de vuurhaard bekomt men door de aanmaakluchtschuif onderaan
volledig te sluiten en de luchttoevoer volledig te regelen met de bovenste luchtschuif.
Indien deze regeling onvoldoende blijkt, of om het vuur aan te wakkeren, kan tijdelijk
de onderste luchtschuif gedeeltelijk geopend worden voor extra luchttoevoer.
Zorg dat de deur van de kachel steeds goed gesloten is. Stook nooit met open deur.
Vul tijdig brandstof bij. Vul nooit teveel
ineens. Best is de vuurhaard tot maximaal
een derde te vullen en regelmatig bij te vullen.
Open de vuldeur steeds langzaam en open
ze steeds voor een zo kort mogelijke tijd.
Vooraleer wordt bijgevuld, zorg ervoor dat
het
houtskoolbed
stookvloer verdeeld wordt, en ga na dat er
net achter het vuurrooster voldoende gloed
is zodat de vulling onmiddellijk vuur vat. Open desnoods de aanmaakluchtschuif
onderaan voor een tijdje.
Wanneer het hout los gestapeld wordt, zal het zeer vlug verbranden omdat de zuurstof
elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Deze stapeling gebruikt men wanneer men kort
wil stoken. Wanneer het hout compacter gestapeld wordt, zal het langzamer verbranden
aangezien de lucht slechts bepaalde stukken hout kan bereiken. Het hout wordt best op
deze manier gestapeld wanneer men voor een langere tijd wil stoken.
Wanneer u langdurig hout op een lage stand stookt, kan er zich in de schoorsteen een
afzetting van teer en creosoot vormen. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als deze
stoffen zich teveel afzetten in de schoorsteen, kan er bij een plotse hoge temperatuur
een schoorsteenbrand ontstaan. Daarom is het noodzakelijk regelmatig het toestel flink
door te stoken, zodat geringe afzettingen van teer en creosoot onmiddellijk verdwijnen.
Bij een te lage stand gaat er zich ook teer afzetten op de ruit en de deuren.
Het is beter, bij milde buitentemperatuur, de kachel slechts enkele uren per dag intens
te laten branden.
4.4.
Stoken met kolen
VOOR HET STOKEN VAN KOLEN WORDT DE LUCHTSCHUIF BOVENAAN STEEDS GESLOTEN
GEHOUDEN.
Is het vuur voldoende gestabiliseerd en is er voldoende gloed dan kan een eerste schep
kolen op het vuur. Eens de kolen vuur gevat hebben, vervolledigt u de vulling. Let erop
dat u het vuur niet dooft door er in een keer te veel kolen op te doen. Regel na een tijdje
doorbranden de stand van de luchtschuif onderaan de deur. Net voor het bijvullen zet u
DRU 44MF
gelijkmatig
over
de
Losse stapeling
12
Compacte stapeling
03.27647.000