NL
BE
4.1.4 Controle van voordruk en branderdruk
Het toestel is ingesteld op de juiste branderdruk. Instelling van de branderdruk is niet
noodzakelijk. Omdat de voordruk in de huisinstallatie niet altijd correct is, is het
verstandig om de voordruk na installatie en bij reparatie te controleren.
Meten voordruk:
•
Draai de toestelkraan dicht
•
Draai de meetnippel C enige slagen open en sluit een meetslang aan op het
gasregelblok (zie afbeelding 1-5 en 1-6)
•
Controleer of de gemeten druk overeenkomt met de vermelde druk op de kenplaat
•
Doe deze meting bij volstand van de haard en als de haard op waakvlam staat
•
Indien de druk te laag is controleer dan of de leidingen van voldoende diameter zijn
•
Bij een te hoge druk (meer dan 5 mbar hoger), mag u het toestel niet aansluiten en
moet u contact opnemen met het energiebedrijf
•
Controle van de branderdruk alleen bij juiste voordruk uitvoeren. Het meten van de
branderdruk kan op het gasregelblok maar ook aan de voorkant van de
branderplaat (zie figuur 1-2). De druk moet overeen komen met de waarde vermeld
op de kenplaat. Bij afwijking contact opnemen met de leverancier
Let op: na controle van de voor- of branderdruk altijd de drukmeetnippel dichtdraaien en
op dichtheid controleren!
9 <
<
<
<