5 - Programmeren
5.2 - Programmeren met het toetsenbord
Nadat u de instructies van het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" heeft gevolgd, kunt u de
programmeermenu's openen en een groot aantal persoonlijke instellingen doen om de
eigenschappen van de centrale zo goed mogelijk te benutten en om aan alle wensen van de
klant tegemoet te komen.
Er zijn twee programmeerniveaus:
•
niveau 1
centrale. Dit niveau geeft geen toegang tot het Onderhouds- en Opdrachtenmenu en wel
toegang, maar met beperkt gebruik, tot het Automatiseringsmenu (inschakelen en uitschakelen)
en het Gebeurtenissenlogboek (voorvallenregister) (uitwissen niet mogelijk), staat ook toe
de scenario's, de sleutels te herbenoemen en op te starten en de numerieke codes bij te
werken.
Toegang tot het gebruikersniveau is alleen mogelijk met:
Het toetsenbord
Druk op de OK, toets en typ daarna de gebruikerscode in (fabrieksinstelling 00000).
Wanneer men een verkeerde code invoert voor drie op elkaar volgende keren, verhindert de
Centrale de invoer van andere codes gedurende 1 minuut.
32
(gebruiker), geeft toegang tot de functies die nodig zijn voor het gebruik van de
–– –– –– –– –– –– ––
17 / 11 / 08
08 : 13
Wachtw./Sleutel
*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0