I
OPMERKING
De expansieklep (elektronische type) wordt
gestuurd door de thermistors die in het circuit
zijn toegevoegd. Elke expansieklep kan een
reeks
bepaalde capaciteit besturen.
I
De geselecteerde luchtbehandelingsunit moet
ontworpen zijn voor R410A.
I
Voorkom dat vreemde stoffen (met inbegrip
van mineraaloliën of vocht) in het systeem
worden gemengd.
I
SST: verzadigde aanzuigtemperatuur bij het
verlaten van de luchtbehandelingsunit.
3
Keuze van de adapter van de capaciteitsinstelling (zie
accessoires)
I De overeenkomstige adapter van de capaciteitsinstelling
moet worden geselecteerd naar gelang van de expansieklep.
I Sluit de juist geselecteerde adapter van de capaciteits-
instelling aan op X24A (A1P). (Zie
Label adapter
capaciteits-
instelling
EKEXV-kit
(aanduiding)
63
J71
80
J90
100
J112
125
J140
140
J160
Let tijdens de constructie speciaal op de volgende
punten en controleer na installatie
Te con-
troleren
punten
I
Zijn de thermistors goed bevestigd?
De thermistor kan loskomen.
I
Is de opvriesinstelling goed uitgevoerd?
De luchtbehandelingsunit kan opvriezen.
I
Is de besturingskast goed bevestigd?
Het toestel zal misschien naar beneden vallen, trillen of
geluiden produceren.
I
Voldoen de elektrische verbindingen aan de technische
gegevens?
Het toestel zal misschien slecht werken of de onderdelen
kunnen doorbranden.
I
Zijn de bedrading en de leidingen correct uitgevoerd?
Het toestel zal misschien slecht werken of de onderdelen
kunnen doorbranden.
I
Is het toestel veilig geaard?
Gevaar bij elektrische lekken.
EKEQFCBAV3 + EKEQDCBV3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4P383212-1 – 2014.08
luchtbehandelingsunits
met
afbeelding
4)
Label adapter
capaciteits-
instelling
EKEXV-kit
(aanduiding)
200
J224
250
J280
400
J22
500
J28
K
EUZE VAN DE INSTALLATIEPLAATS
Dit is een klasse A-product. In een residentiële omgeving kan dit
product radiostoringen veroorzaken, en dan moet de gebruiker de
een
gepaste maatregelen treffen.
Kies een installatieplaats waar aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan en waar de klant het mee eens is:
I
De optiekasten (expansieklep en elektrische besturingskast)
kunnen binnen en buiten worden gemonteerd).
I
Monteer de optiekasten niet in of op de buitenunit.
I
Plaats de optiekasten niet in rechtstreeks zonlicht. Rechtstreeks
zonlicht verhoogt de temperatuur in de optiekasten en kan de
levensduur verkorten en invloed hebben op de werking.
I
Kies een vlak en sterk installatie-oppervlak.
I
Bedrijfstemperatuur van de besturingskast is tussen –10°C en
40°C.
I
Houd de ruimte voor de kasten vrij voor later onderhoud.
I
De luchtbehandelingsunit, voedingsbedrading en transmissie-
bedrading moeten zich op minstens 1 meter bevinden van
televisie- en radiotoestellen. Daarmee voorkomt u beeld- en
geluidsinterferentie in die toestellen. (Het kan gebeuren dat u
ruis hoort, afhankelijk van de omstandigheden waaronder de
elektrische golven worden voortgebracht, zelfs als de afstand
1 meter bedraagt).
I
Zorg ervoor dat de besturingskast horizontaal wordt geïnstal-
leerd. De schroefmoeren moeten naar beneden gericht zijn.
Voorzorgsmaatregelen
Monteer of gebruik de unit niet op onderstaande plaatsen:
I
Bij mineraalolie, zoals koelolie.
I
Waar de lucht een hoog zoutgehalte heeft, bijvoorbeeld vlakbij
de oceaan.
I
In aanwezigheid van zwavelgas, zoals in de buurt van
warmwaterbronnen.
I
In voertuigen of schepen.
I
Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een fabriek.
I
In aanwezigheid van hoge damp- of sprayconcentraties.
I
Bij machines die elektromagnetische golven opwekken.
I
In aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
I
De optiekasten moeten worden gemonteerd met de inlaat naar
onder.
I
NSTALLATIE VAN DE KOELMIDDELLEIDING
De lokale leidingen moeten worden gemonteerd door een
erkend koeltechnicus en moeten beantwoorden aan de
lokale en nationale reglementeringen terzake.
I
Raadpleeg de montagehandleiding meegeleverd met de
buitenunit voor het monteren van de koelmiddelleiding van de
buitenunit.
I
Volg de technische gegevens van de buitenunit op voor extra
bijvullen, leidingdiameters en installatie.
I
De maximum toegelaten leidinglengte hangt af van het
aangesloten model van de buitenunit.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4