Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Truma VarioHeat Gebruiksaanwijzing pagina 3

Inhoudsopgave

Advertenties

– In geen geval warmtegevoelige voorwerpen
(bijv. spuitbussen) of brandbare materialen /
vloeistoffen in de inbouwruimte van de ka-
chel opbergen, omdat hier eventueel hogere
temperaturen kunnen ontstaan.
– Houd het gedeelte vóór de warmeluchtuit-
laten vrij van brandbare materialen. In geen
geval de warmeluchtuitlaten blokkeren.
– Om te voorkomen dat de kachel oververhit
raakt, moeten de openingen voor het aanzui-
gen van omgevingslucht, naar de inbouw-
ruimte en de ruimte rond de kachel vrij van
obstakels zijn.
– De doorvoer voor de rookgasafvoer en de
verbrandingsluchttoevoer moet altijd worden
vrijgehouden van vuil (sneeuwblubber, bla-
deren etc.).
– Gevaar door hete oppervlakken en rookgas.
Het gebied rond de wandafvoer niet aanra-
ken en geen voorwerpen tegen de wandaf-
voer of het voertuig plaatsen.
Plichten van de gebruiker / houder van
het voertuig
– De houder van het voertuig is ervoor verant-
woordelijk dat het apparaat op correcte wijze
kan worden bediend.
– De bijgeleverde gele sticker met de
waarschuwingen moet door de inbouwfirma
of de houder van het voertuig op een voor
iedere gebruiker goed zichtbare plaats in het
voertuig worden aangebracht (bijv. op de
kledingkastdeur). Als er stickers ontbreken,
kunnen deze bij Truma worden aangevraagd.
– Vloeibaar-gasinstallaties moeten aan de
technische en administratieve bepalingen
van het land van gebruik voldoen (in Europa
bijv. EN 1949 voor voertuigen). Nationale
voorschriften en regelingen (in Duitsland bijv.
het DVGW-werkblad G 607 voor voertuigen)
moeten in acht worden genomen.
– De houder van het voertuig moet de gasin-
stallatie (in Duitsland om de 2 jaar) door
een deskundige op het gebied van vloei-
baar-gasinstallaties (DVFG, TÜV, DEKRA)
laten keuren. De goedkeuring moet op het
betreffende keuringscertificaat (G 607) wor-
den bevestigd.
– Drukregelapparatuur en slangen moeten ui-
terlijk 10 jaar (bij commercieel gebruik 8 jaar)
na de datum van fabricage worden vervan-
gen door nieuwe.
– Slangen regelmatig controleren en bij broos-
heid laten vernieuwen.
Veilig gebruik
– Voor het gebruik van gasdrukregelinstalla-
ties, gasapparatuur of gasinstallaties is het
gebruik van staande gasflessen waaruit gas
uit de gasfase wordt onttrokken dwin-
gend voorgeschreven. Gasflessen waaruit
gas uit de vloeistoffase wordt onttrokken
(bijv. voor heftrucks) mogen niet worden
gebruikt, omdat ze tot beschadiging van de
gasinstallatie leiden.
– De werkdruk van de gastoevoer (30 mbar)
en die van de kachel (zie typeplaatje) moeten
overeenstemmen.
– Voor de gasinstallatie mogen in Duitsland
uitsluitend drukregelaars volgens EN 16129
(in voertuigen) met een vaste uitgangsdruk
van 30 mbar worden gebruikt. Het debiet
van de drukregelinstallatie moet ten minste
overeenkomen met het maximale verbruik
van alle door de fabrikant van de installatie
ingebouwde apparatuur.
– Voor voertuigen adviseren wij de gasdruk-
regelinstallatie Truma MonoControl CS en
voor de gasinstallatie met twee flessen de
gasdrukregelinstallaties Truma DuoComfort /
DuoControl CS.
– Bij temperaturen rond de 0 °C en lager moet
de gasdrukregelinstallatie of de omschakel-
klep samen met de gasdrukregelaarverwar-
ming EisEx worden gebruikt.
– Er mogen uitsluitend voor het land van be-
stemming geschikte slangen, die voldoen
aan de eisen van het land, worden gebruikt.
– Overtuig u ervan dat het interieur van het
voertuig voldoende is geventileerd. Bij inge-
bruikneming van de kachel kan er gedurende
korte tijd door stof en vuil een lichte rook- en
stankontwikkeling optreden. Dit is met name
het geval als hij langere tijd niet is gebruikt.
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave