3. ALGEMENE OPMERKINGEN VOOR INSTALLATIE EN
BEDIENING
WAARSCHUWING
De installatie en bediening van de zender bij vermoeidheid of onder
invloed van drugs of medicijnen is strikt verboden. Volg de veilig-
heidsinstructies!
• De installatie en bediening van de zender mag principieel alleen
gebeuren door gekwalificeerd vakpersoneel.
• Een ondeskundige installatie of bediening kan de gebruiker,
omstanders en andere betrokkenen (afhankelijk van de toepass-
ing) in gevaar brengen en leiden tot verwondingen en schade
aan persoonlijke bezittingen en de zender zelf.
• Let bij de installatie en bediening van de zender op een zo
schoon mogelijke, opgeruimde en droge werkomgeving.
• Zorg bij de installatie en bediening altijd voor een voldoende
afstand tot voorwerpen welke de zend- / ontvangststerkte kun-
nen beïnvloeden.
• Neem altijd de geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
• Zorg ervoor, dat voor de installatie en bediening van de zender
de accu voldoende is geladen (zie hiervoor hoofdstuk „Led-
status").
12
4. INGEBRUIKNAME / INSTALLATIE EN BEDIENING
4.1 LADEN VAN DE ZENDERACCU
WAARSCHUWING
Laad de zender-accu uitsluitend bij omgevingstemperaturen > 5°C en
< 35°C. Een laadprocedure buiten het genoemde temperatuurbereik
leidt tot schade aan de zender en kan leiden
tot verwondingen van personen.
OPMERKINGEN:
• Verkeerd aansluiten van de laadkabel / de voedingsspanning
kan leiden tot ernstige schade aan de zender. Schade door onei-
genlijk gebruik wordt niet afgedekt door de garantie.
• Gebruik uitsluitend de in de leveringsomvang van de zender
begrepen USB-kabel.
• Let erop dat, de laadkabel niet geknikt is of anderszins bescha-
digingen / gebreken vertoont.
• Laad de zender-accu niet langer op dan nodig, omdat overbela-
ding de levensduur van de accu kan beïnvloeden.
• Ter bescherming tegen corrosie en beschadiging moet u de con-
tacten van de laadbus en het alsmede de omgeving voor het
aansluiten van de ladekabel zorgvuldig reinigen en drogen.
• De accu is vast geïnstalleerd en kan niet worden vervangen!
NL
13