5. FOUTCODES EN -OPLOSSING
Bij functiestoringen van het systeem, wordt de opgetreden fout
aan de hand van een knippervolgorde (zie hoofdstuk „Led-status")
van de status-led in rood aangegeven. Aan de hand van de vol-
gende vermelding laat de betreffende fout zich diagnosticeren en
(voor zover mogelijk) verhelpen.
Knippervol-
Fout
gorde
2 x kort
Te lage spanning
ontvanger
(< 6,5V voor >1500ms)
3 x kort
Te hoge spanning
ontvanger
(> 36V voor > 60ms)
4 x kort
Temperatuursoverschrij-
ding ontvanger (> 85°C)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
1 x kort
uitgang 1
(> 3.5A voor > 1000ms)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
2 x kort
uitgang 2
(> 3.5A voor > 1000ms)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
3 x kort
uitgang 3
(> 3.5A voor > 1000ms)
20
Oplossing
Voedingsspanning van de
ontvanger controleren en
eventueel verhogen.
Voedingsspanning van de
ontvanger controleren en
eventueel verlagen.
Voedingsspanning van de
ontvanger loskoppelen en
ontvanger laten afkoelen.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Knippervol-
Fout
gorde
1 x lang,
Overstroom ontvanger
4 x kort
uitgang 4
(> 3.5A voor > 1000ms)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
5 x kort
uitgang 5
(> 3.5A voor > 1000ms)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
6 x kort
uitgang 6
(> 3.5A voor > 1000ms)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
7 x kort
uitgang 7
(> 3.5A voor > 1000ms)
1 x lang,
Overstroom ontvanger
8 x kort
uitgang 8
(> 3.5A voor > 1000ms)
3 x lang
Toelaatbare totale stroom
ontvanger overschreden
(> 10A voor > 1000ms)
4 x lang
Kritieke fout ontvanger
Permanent
Kritieke fout zender
kort
2 x lang,
Interne fout ontvanger
1 - 6 x kort
NL
Oplossing
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van
de stroomafname van de
aangesloten component.
Controleren en verlagen van de
totale stroomopname.
Voedingsspanning van de
ontvanger loskoppelen en
weer verbinden. Neem contact
op met de service afdeling, als
de fout blijft bestaan.
Zender uitschakelen en weer
inschakelen. Neem contact op
met de service afdeling, als de
fout blijft bestaan.
Voedingsspanning van de
ontvanger loskoppelen en
weer verbinden. Neem contact
op met de service afdeling, als
de fout blijft bestaan.
21