Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Plaatsen Concentrisch Systeem; Aansluiting Bestaand Schoorsteenkanaal - Dru Metro 100XT RCH Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G

5.9.3 Plaatsen concentrisch systeem

-
Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en de
!Let op
wanden en/of het plafond. Als het systeem wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze rondom
uitgevoerd te worden in onbrandbaar, hittebestendig materiaal;
-
Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal;
-
De rozet van de geveldoorvoer is te klein om de opening bij doorvoer door brandbaar materiaal af te
dichten. Daarom moet eerst een hittebestendige tussenplaat van voldoende grootte op de muur worden
bevestigd.
Vervolgens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd.
De dakdoorvoer kan zowel in een schuin dak als in een platdak uitmonden.
De dakdoorvoer kan geleverd worden met een plakplaat voor een plat dak dan wel met een universeel verstelbare
pan voor een schuin dak.
Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename
!Let op
geur verspreiden; deze zijn niet geschikt.
Ga als volgt te werk bij het plaatsen van het concentrische systeem:
Ø
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel.
Ø
Sluit de concentrische pijpstukken en indien nodig de bocht(-en) aan.
Ø
Breng op elke verbinding een klemband met siliconen afdichtring aan.
Ø
Zet de klemband met een parker vast aan de pijp op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn.
Ø
Breng voldoende muurbeugels aan, zodat het gewicht van de pijpen niet op het toestel rust.
Ø
Bepaal de resterende lengte voor de gevel- of dakdoorvoer en maak deze op maat, zorg dat de juiste
insteeklengte behouden blijft.
Ø
Plaats de geveldoorvoer met de (ril/fels-) naad aan de bovenkant;
Ø
Bevestig de geveldoorvoer vanaf de buitenzijde met vier schroeven.
-
Plaats bij gebruik van de geveldoorvoer de muurdoorvoer met een afschot van 1 cm / meter naar buiten ter
!Let op
voorkoming van inwaterend regenwater.

5.9.4 Aansluiting bestaand schoorsteenkanaal

U kunt het toestel op een bestaand kanaal aansluiten.
In de schoorsteen wordt een flexibele RVS pijp geplaatst met bijpassende diameter aan de rookgasafvoerpijp, voor
de afvoer van de verbrandingsgassen. De ruimte er omheen wordt als verbrandingsluchttoevoer gebruikt.
Bij aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal gelden de volgende eisen:
-
alleen toegestaan met gebruik van de speciale DRU schoorsteenaansluitset. Het installatievoorschrift wordt
meegeleverd;
-
de inwendige afmeting moet minimaal 150 x 150 mm zijn;
-
de verticale lengte bedraagt maximaal 12 meter;
-
de totale horizontale pijplengte mag een maximale lengte hebben welke u kunt terugvinden in de tabel in
Bijlage 2, Tabel 4;
-
het bestaande schoorsteenkanaal moet schoon zijn;
-
het bestaande schoorsteenkanaal moet dicht zijn.
Voor het afstellen van het toestel gelden dezelfde voorwaarden/instructies als voor het concentrische systeem
zoals hierboven is beschreven.
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Metro 100xt tunnel rch

Inhoudsopgave