Derde uitgave • Eerste druk
9 Druk een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop
in en houd deze ingedrukt. Druk vervolgens op
de knop 'arm uitschuiven'.
Resultaat: de arm mag niet uitschuiven.
10 Draai het contactslot naar
platformbediening. Verplaats
vanaf de platformbediening de rij-
joystick in voorwaartse richting en
druk op de knop 'as uitschuiven'.
Resultaat: de machine dient te gaan rijden en de
assen dienen te worden uitgeschoven. Het
indicatielampje knippert terwijl de assen
bewegen en blijft branden wanneer de assen
volledig zijn uitgeschoven.
Opmerking: de functie 'as uitschuiven' werkt alleen
als de machine in beweging is.
11 Ga terug naar de grondbediening. Draai het
contactslot naar grondbediening. Druk een
functie-inschakel/snelheidskeuzeknop in en
houd deze ingedrukt. Druk dan op de knop 'arm
op' en vervolgens op de knop 'arm neer'.
Resultaat: de arm dient normaal omhoog te
worden gebracht en neer te worden gelaten.
12 Druk de functie-inschakel/snelheidskeuzeknop
bij de grondbediening in en houd deze ingedrukt.
Druk vervolgens op de knoppen 'arm
uitschuiven' en 'arm inschuiven'.
Resultaat: de arm dient normaal te worden uit-
en ingeschoven.
Onderdeelnr. 1000255DU
Test de machinefuncties
13 Houd geen enkele functie-inschakel/snelheids-
keuzeknop ingedrukt. Probeer elke arm- en
platformfunctieknop te activeren.
Resultaat: geen enkele arm- of platformfunctie
mag in werking treden.
14 Druk een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop
in en houd deze ingedrukt. Activeer elke arm- en
platformfunctieknop.
Resultaat: alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm
(indien aanwezig) moet klinken terwijl de arm
wordt neergelaten.
Test de hulpvoeding-bedieningselementen
15 Draai het contactslot naar grondbediening en
schakel de motor uit.
16 Trek de rode noodstopknop uit naar de
stand aan.
17 Tegelijkertijd de hulp-
voedingschakelaar
ingedrukt houden en elke
armfunctieknop indrukken of
elke tuimelschakelaar van
de arm activeren.
Opmerking: test om de accu's te sparen elke
functie gedurende een gedeeltelijke cyclus.
Resultaat: alle armfuncties dienen in werking
te treden.
S-100 • S-105 • S-120 • S-125
Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
17