25. USB POORT 1 – Dit is de eerste USB poort voor het aansluiten van een USB stick, een
USB SD kaartlezer of een compatibele externe harde schijf voor weergave. BELANGRIJK:
ZIE PAGINA 8 VOOR MEER DETAILS BETREFFENDE GEBRUIK USB APPARATEN.
26. CHANNEL GAIN CONTROL – Deze draaiknop bedient het ingangssignaal van een
kanaal. Gebruik de gain control nooit om het uitgangssignaal in te stellen. Het goed instellen
van het ingangssignaal verzekerd een onvervormd helder uitgangssignaal. Volg de volgende
stappen voor het goed instellen van het ingangssignaal:
27. EQUALIZER – Alle kanalen beschikken over een 3-bands EQ. Met deze functie worden
LAAG, MIDDEN en HOOG van het uitgangssignaal ingesteld.
TREBLE CONTROL – Met deze knop kunnen de hoge frequenties van een
•
kanaal worden aangepast met een maximale verhoging van +10dB of een
maximale verlaging van –35dB. Door de knop tegen de richting van de klok in
te draaien neemt het niveau van de hoge tonen af, door de knop met de
richting van de klok mee te draaien neemt het niveau van de hoge tonen toe.
MIDRANGE CONTROL – Met deze knop kunnen de middenfrequenties van
•
een kanaal worden aangepast met een maximale toename van +10dB of een
maximale verlaging van –35dB. Door de knop tegen de richting van de klok in
te draaien neemt het niveau van de middenfrequenties af, door de knop met
de richting van de klok mee te draaien neemt het niveau van de
middenfrequenties toe.
BASS CONTROL – Met deze knop kunnen de lage frequenties van een
•
kanaal worden aangepast met een maximale bastoename van +10dB of een
maximale verlaging van –35dB. Door de knop tegen de richting van de klok in
te draaien neemt het niveau van de basfrequenties af, door de knop met de
richting van de klok mee te draaien neemt het niveau van de basfrequenties
toe.
28. HOOFDVOLUME INDICATORS – De twee MASTER LEVEL LED indicators geven het
niveau van het uitgangssignaal weer. De meters geven een gedetailleerde weergave van het
uitgangsniveau weer van zowel het rechter als het linker kanaal.
29. CHANNEL FADER – Met deze fader wordt het uitgangssignaal van de op het
betreffende kanaal aangesloten weergavebron geregeld.
30. CROSSFADER CURVE INSTELLING – De 3-standen schakelaar veranderen de modus
van de crossfader. De drie instellingen van links naar rechts zijn: Quick Fade, Short Fade en
Normal Fade. (Quick Fade wordt gebruikt voor scratchen).
31. FADER-START AAN/UIT SCHAKELAAR – Met deze functie kan de weergave bediend
worden met de crossfader. De AAN/UIT FADER START schakelaar activeert de fader start
functie. Door de CROSSFADER (32) van links naar rechts te schuiven wordt de weergave
gestart of in CUE positie gezet.
BIJVOORBEELD: De FADER START functie dient op beide kanalen te zijn
geactiveerd. Als de crossfader van de mixer helemaal links staat (speler 1 is in
weergavemodus en speler 2 is in cue of pause modus) start speler 2 met weergave
zodra de crossfader van de mixer naar rechts wordt geschoven en keert speler 1
©American Audio® -
1. De MASTER VOLUME CONTROL (36) is ingesteld op level 4.
2. Stel de CHANNEL FADER (29) in op level 8.
3. Start de weergave van een audiobron die is aangesloten op het in te
stellen kanaal.
4. Stel het uitgangsvolume met gebruik van de GAIN CONTROL (26) in
op +4 dB.
5. Herhaal deze stappen voor alle kanalen.
www.americanaudio.eu
– VERSADECK – Gebruikershandleiding pagina 15