Stap
5
Controleer of de het toestel in de breedte waterpas staat.
Stap
6
Controleer dat de voeten recht op de grond én strak tegen het toestel staan.
5.9 Ventielen plaatsen.
Gebruik bij voorkeur Orcon toevoer- en afvoerventielen. Bij het plaatsen van de toe- en
afvoerventielen dient er rekening gehouden te worden met de volgende punten:
•
De plaats van de toevoerventielen zodanig kiezen dat vervuiling en tocht worden
voorkomen.
•
De luchtsnelheid in het kanaal nabij een toevoerventiel dient zo laag mogelijk te zijn
en mag niet boven de 3 m/s te komen.
•
Plaats de toevoerventielen niet te dicht in de buurt van een wand om vervuiling te
voorkomen, houdt bij voorkeur een afstand van minimaal 0,5 m aan.
•
Houdt bij de selectie van ventielen rekening met geluidsproductie en de gecalculeerde
luchtvolumestroom. Raadpleeg hierbij de productgegevens van de fabrikant. Om de
weerstand te beperken raden we aan om enkel ventielen gelijk aan of groter dan maat
ø125 mm te gebruiken.
•
Zorg ervoor dat de toe -en afvoerventielen minimaal 1,5 m van elkaar zijn verwijderd
zodat de luchtstromen niet met elkaar in contact kunnen komen.
•
Maximaal debiet per afvoerventiel (125 mm): 75 m
•
Maximaal debiet per toevoerventiel (125 mm): 50 m
•
Maximaal debiet per afvoerventiel (160 mm): 100 m
•
Maximaal debiet per toevoerventiel (160 mm): 70 m
5.10 Condens afvoer
De HRC dient altijd te worden voorzien van een condensafvoer onder het toestel.
Neem bij het plaatsen van de condensafvoer de volgende punten in acht:
•
Het condenswater dient vorstvrij en onder een helling van minimaal 2° afgevoerd te
worden;
•
Gebruik bij het aansluiten van de condensafvoer altijd PTFE-tape om lekkage te
voorkomen;
•
Het toestel dient met bijgeleverde Orcon droogsifon (artikelnummer: 22700065)
aangesloten te worden op de binnenriolering;
•
Zorg ervoor dat de condensafvoer altijd luchtdicht wordt aangesloten, om te
voorkomen dat er lucht vanuit de condensafvoer wordt aangezogen;
•
Sluit de droogsifon direct op het toestel aan.
40
/h.
3
3
/h.
/h.
3
3
/h.