5.3.3 Instelling en configuratie – Warmtapwatertank
5.3.4 Warmtapwaterpomp voor ogenblikkelijk warm water
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA6V+9W7
Daikin Altherma 3 R F
4P618957-1 – 2020.03
5
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
▪
De warmtepomp zelf kan warm tapwater van maximum 55°C produceren (50°C
als de buitentemperatuur laag is). De elektrische weerstand in de warmtepomp
kan deze temperatuur verhogen. Hierdoor verbruikt u echter meer energie. We
adviseren om de gewenste warmtapwatertanktemperatuur lager dan 55°C in te
stellen om de back-upverwarming niet te moeten gebruiken.
▪
Hoe hoger de buitentemperatuur, hoe beter de warmtepomp presteert.
-
Als de energieprijzen dezelfde zijn overdag als 's nachts, adviseren we de
warmtapwatertank overdag op te warmen.
-
Als de energieprijzen 's nachts lager zijn, adviseren we de warmtapwatertank
's nachts op te warmen.
▪
Als de warmtepomp warm tapwater produceert, kan deze geen ruimte
verwarmen. Als u gelijktijdig warm tapwater en ruimteverwarming nodig hebt,
adviseren we het warm tapwater 's nachts te produceren wanneer er minder
ruimteverwarming gevraagd wordt.
▪
Voor grote warmtapwaterverbruiken kunt u de warmtapwatertank meerdere
malen overdag opwarmen.
▪
Op
de
warmtapwatertank
warmtapwatertanktemperatuur kunt u de volgende energiebronnen gebruiken:
-
De thermodynamische cyclus van de warmtepomp
-
Elektrische back-upverwarming
▪
Voor meer informatie over het optimaliseren van het energieverbruik om warm
tapwater te produceren: zie "8 Configuratie" [
Opstelling
h
i
a
b
a Binnenunit
b Warmtapwatertank
c Warmtapwaterpomp (ter plaatse te voorzien)
f Douche (ter plaatse te voorzien)
g Koud water
h UITGANG warm tapwater
i Hercirculatieaansluiting
▪
Door een warmtapwaterpomp aan te sluiten stroomt ogenblikkelijk warm water
uit de kraan.
▪
De warmtapwaterpomp en de plaatsing ervan zijn ter plaatse te voorzien en
vallen onder de verantwoordelijkheid van de installateur. Voor de elektrische
bedrading, zie
"7.9.12 De pomp van het warm tapwater
▪
Voor meer informatie over het aansluiten van de hercirculatieverbinding: zie
4
"7 Installatie" [
56].
Configuratie
▪
Voor meer informatie, zie "8 Configuratie" [
op
te
f
c
g
4
99].
warmen
tot
de
4
99].
4
aansluiten" [
Uitgebreide handleiding voor de installateur
gewenste
94].
29