8
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
134
#
Code
[4.4]
[7‑02]
VOORZICHTIG
Het systeem NIET op de volgende manier configureren, kan schade aan de
warmteafgevers veroorzaken. Als er 2 zones zijn, is het bij verwarming belangrijk dat:
▪
de zone met de laagste watertemperatuur wordt geconfigureerd als de primaire
zone, en
▪
de zone met de hoogste watertemperatuur wordt geconfigureerd als secundaire
zone.
VOORZICHTIG
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn geconfigureerd, kan er water met
een hoge temperatuur naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪
Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge temperaturen naar een lage
temperatuur-afgever te voorkomen.
▪
Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7] en voor de secundaire
zone [3.7] correct instelt in overeenstemming met de aangesloten afgever.
Bedrijfsmodus pomp
Wanneer de bedrijfsmodus ruimteverwarming UIT staat, dan staat de pomp altijd
UIT. Wanneer de bedrijfsmodus ruimteverwarming AAN staat, dan hebt u de keuze
tussen deze bedrijfsmodi:
Beschrijving
▪
1: 2 zones
Twee
aanvoerwatertemperatuurzones.
primaire
aanvoerwatertemperatuurzone
bestaat uit de warmteafgevers met grotere
belasting en een mengstation om de gewenste
aanvoerwatertemperatuur te bereiken. Bij
verwarming:
c
a Secundaire AWT-zone: Hoogste temperatuur
b Primaire AWT-zone: Laagste temperatuur
c Mengstation
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA6V+9W7
De
a
b
Daikin Altherma 3 R F
4P618957-1 – 2020.03