Bestelportaal
ivprodukt.docfactory.com
6.6.2
Ventilator hermonteren/retrofitten
B
Afbeelding: Ventilatorlabel - de richting van de pijl geeft aan of de ventilator voor toevoer- of retourlucht is. Bij
montage van meerdere ventilatoren geeft A / B / C enz. de locatie van de ventilator in de unit aan, gezien vanaf het
inspectieluik.
1. Zet de ventilator op de rails van de unit en schuif deze naar het uiteinde van het unitdeel.
Zorg ervoor dat de ventilator correct is gedraaid, zodat slangen en kabels van de druksen-
sormodule kunnen worden aangesloten. Als de ventilator een huls heeft, moet ook de huls
in de rail voor de huls worden geplaatst.
2. Ventilator zonder huls: Schroef de afdekplaat vast.
3. Schroef de aardingskabel in de rail van de unit. Als de ventilator naderhand gemonteerd
is, gebruikt u de meegeleverde, zelftappende schroef.
4. Bevestig de splitpennen of zelftappers door de gaten in de rails.
5. Druk de temperatuursensor stevig in het gat op het frame van de ventilator.
6. Schroef de snelconnectoren vast, volgens
7. Maak de druksensorslangen korter tot de juiste lengte en monteer de slangen tussen de
ventilator en de druksensormodule. Zie bovenstaand infovenster.
8. Verzamel de kabels als een bundel en bevestig ze met kabelbinders aan de binnenwand
van de unit. Zorg ervoor dat ze niet bekneld kunnen zitten wanneer het inspectieluik
gesloten is.
9. Verzamel de slangen bij elkaar en bevestig ze met kabelbinders aan de kabels. Zorg
ervoor dat er niets tegen elkaar drukt of afgeknepen wordt.
10. Schroef de druksensormodule met de voorkant naar buiten gericht.
6.7
Afdekking bij de hoek monteren
1. Wanneer de unitdelen aan elkaar zijn gekoppeld, kunt u de afdekking (1) over de hoek
plaatsen.
1
2. Let erop dat deze goed vast zit.
Pagina 32 (56)
Montage-instructies
Envistar Flex
• Voordat u de ventilator optilt, moet u ervoor zorgen dat de druksen-
sormodule niet in de weg zit. Demonteer deze indien nodig volgens de
instructie in
"6.6.1 Ventilator demonteren", pagina
• Zorg ervoor dat elke ventilator op de juiste plaats komt (toevoer- / retour-
lucht en plaatsingsvolgorde). Zie ventilatorlabel (foto hierboven).
• Zorg er bij het aansluiten van druksensorslangen voor dat de betref-
fende slang correct is aangesloten in de druksensormodule. De rode
(roze) slang moet worden aangesloten op de rode connector en de witte
(doorschijnende) op de witte aansluiting.
• Let erop dat de slangen vrij hangen (niet bekneld).
• Zorg ervoor dat slangen niet in de ventilator kunnen worden gezogen.
00056
A
31.
"6.5 Snelconnectoren", pagina
00230
30.
Ver 4_nl-BE_2023-07-06