Installatie/Inbedrijfstelling
A
Tipbeschermer in positie voor een verticaal
spuitpatroon.
B
Tipmoer
C Tipbeschermer in positie voor een horizontaal
spuitpatroon.
afb. 3
Spoelen van het pistool
Dit pistooltype heeft een "vooropening" in de zitting.
Deze vooropening produceert GEEN onregelmatig
verdeelde spuitstraal zoals bij andere AIRLESS
spuitpistolen die u misschien bekend zijn. Indien
tipbeschermer niet gemeonteerd is, b.v. bij het
schoonmaken, zorgvuldig te werk gaan om te
voorkomen dat letsel door indringen van spuitmateriaal
onder de huid ontstaat. Handen en lichaam van tip
verwijderd houden.
Pistool en pomp altijd spoelen voordat het materiaal
binnenin opdroogt.
Aanwijzing: Indien beschikbaar, kan het spoelen beter
overeenkomstig de aanwijzingen in het
bedieningsvoorschrift van uw pomp of uw spuittoestel
geschieden i.p.v. onderstaande werkwijze.
1.
Druk ontlasten zoals eerder beschreven.
2.
Tipbeschermer en tip verwijderen. Delen inweken en
schoonmaken.
3.
Pompinlaat in een geaarde emmer met water of
oplosmiddel steken.
4.
Pomp met de laagst mogelijke druk laten werken.
5.
Pistool in emmer houden en trekker bedienen. Zodra
oplosmiddel uitstroomt trekker loslaten.
6 308–237
A
Afb. toont omkeerhendel in spuitpositie. Omkeerhendel
180 draaien en trekker bedienen om verstopping te ver-
wijderen.
6.
Met geopend pistool materiaal laten circuleren tot het
systeem grondig doorgespoeld is.
7.
Druk ontlasten zoals eerder beschreven.
Om letsel te voorkomen dient voor het spoelen
gecontroleerd te worden of het gehele systeem en
spoelemmer geaard zijn. Tipbeschermer en spuittip
demonteren. Altijd op de laagst mogelijke druk instellen
en op metaal/metaal contact tussen pistool en
materiaalemmer letten.
afb. 4