Vullen van de dispensers:
De deksels van de dispensers in de
wasmiddellade zijn gemarkeerd met de
volgende symbolen:
ß Standaard/universeel vloeibaar
■
wasmiddel
M/ß Was- verzachter of vloeibaar
■
wasmiddel
Open de wasmiddellade.
1.
Open het/de deksel(s) van de
2.
dispenser.
Voeg vloeibaar wasmiddel en/of
3.
wasverzachter toe. Niet boven de
max markering vullen.
Sluit het(de) deksel(s) van de
4.
dispenser.
Duw de wasmiddellade langzaam
5.
geheel in het apparaat.
Intelligent doseersysteem
Dagelijks gebruik
De intelligente doseringen voor
wasmiddel en wasverzachter worden af
fabriek ingesteld voor alle programma's
waarin intelligente dosering kan worden
gebruikt.
De doseersterkte is vooringesteld op
Laag voor vloeibaar wasmiddel ¨ en
op Gemiddeld voor wasverzachter M.
Dit kan individueel worden gewijzigd
voor elk programma. ~ Blz. 31
Naast de intelligente dosering, kunt u
handmatig wasadditieven toevoegen
(bijv. vlekkenverwijderaar) via de
dispenser voor handmatige dosering.
U kunt het volgende instellen:
Activeren/deactiveren automatische
■
dosering voor ¨/M en aanpassen
van de dosering. ~ Blz. 31
Stel de basis- doseringen in van i-
■
Dos dispenser.~ Blz. 35
Aanwijzingen
Reduceer de basisdosering wanneer
■
u een zeer sterk geconcentreerd
wasmiddel gebruikt.
Wanneer herhaaldelijk grote
■
hoeveelheden schuim worden
gevormd tijdens het wassen,
controleer dan a.u.b. de instellingen
van uw basisdoseringen en
doseerhoeveelheden.
Bepaalde typen vloeibaar wasmiddel
kunnen ook overmatige
hoeveelheden schuim veroorzaken.
Wanneer uw basisdosering en
instellingen voor
doseerhoeveelheden correct zijn,
dan adviseren wij u een ander
wasmiddel te gebruiken.
De wijzigingen blijven behouden,
■
zelfs wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld.
Wanneer het vulniveau voor de
dispenser onder de minimum waarde is
terwijl intelligente dosering is
nl
43