Opstarten en functionele te...
VOORZICHTIG
Voordat u de voeding naar de eenheid inschakelt, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven in
Tabel 3.1. Vink deze items af wanneer ze zijn voltooid.
Inspecteren
Hulpapparatuur
3
3
Bekabeling
Stuurkabels
Vrije ruimte voor
koeling
EMC-aspecten
Omgevingsaspecten
Zekeringen en stroom-
onderbrekers
Aarding
Bekabeling voor in- en
uitgangsvermogen
Binnenzijde paneel
Schakelaars
Trilling
Tabel 3.1 Opstartchecklist
28
®
VLT
AQUA Drive
Bedieningshandleiding
Beschrijving
•
Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/stroomonderbrekers
aanwezig zijn aan de voedende zijde van de frequentieomvormer of de uitgang naar de motor. Zorg
dat deze geschikt zijn om bij volle snelheid te worden gebruikt.
•
Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor terugkoppeling naar de
frequentieomvormer.
•
Verwijder arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor(en), indien aanwezig.
•
Zorg dat de kabels voor het ingangsvermogen, de motorkabels en de stuurkabels van elkaar zijn
gescheiden of in drie afzonderlijke metalen leidingen zijn geplaatst om hoogfrequente ruis tegen te
gaan.
•
Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.
•
Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om ruis te voorkomen.
•
Controleer de spanningsbron van de signalen, indien nodig.
•
Het gebruik van afgeschermde kabels of gedraaide paren wordt aanbevolen. Verzeker u ervan dat
de afscherming correct is aangesloten.
•
Controleer of de vrije ruimte boven en onder de eenheid voldoende is om te zorgen voor de
benodigde luchtkoeling.
•
Controleer op een juiste installatie met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit.
•
Zie het label op de apparatuur voor de maximale omgevingstemperatuur tijdens bedrijf.
•
De luchtvochtigheid moet 5-95% niet-condenserend zijn.
•
Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en stroomonderbrekers.
•
Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of alle stroomonderbrekers
open staan.
•
Voor de apparatuur is een specifieke aardkabel vanaf het chassis naar de gebouwaarde vereist.
•
Controleer op goede aardverbindingen die stevig vastzitten en vrij van oxidatie zijn.
•
Het aarden op een leiding of het monteren van de achterwand op een metalen oppervlak is geen
geschikte aarding.
•
Controleer op loszittende aansluitingen.
•
Controleer of de motor- en netvoedingskabels in aparte leidingen zijn geplaatst of afzonderlijk zijn
afgeschermd.
•
Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters, vocht en corrosie.
•
Verzeker u ervan dat alle schakelaars en werkschakelaars in de juiste stand staan.
•
Controleer of de eenheid stevig is gemonteerd of dat er trillingsdempers zijn gebruikt, indien nodig.
•
Controleer op ongebruikelijke trillingsniveaus.
®
MG20M910 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
☑