2.7
Hydraulische verbindingen
FWXT
Leidingdiameter
De monteur is verantwoordelijk voor de keuze van de juiste
waterleidingen en hun afmetingen, in overeenstemming
met
goede
installatiepraktijken
wetgeving, waarbij hij er rekening mee moet houden dat
te kleine leidingen leiden tot een slechte werking van het
systeem.
Om de verbindingen te maken:
-
plaats de waterleidingen
-
span de aansluitingen aan met de "moersleutel en
tegenmoersleutel"-methode
-
controleer op eventueel vloeistofverlies
-
breng bekleding aan op de aansluitingen (gebruik
geschikt isolatiemateriaal)
De hydraulische leidingen en fittingen moeten thermisch
geïsoleerd worden.
Zorg dat de leidingen volledig geïsoleerd zijn.
Draai de leidingen niet te vast aan om schade aan de
isolatie te voorkomen.
NL
16
M.E.
10ABTV3
mm
14
en
de
toepasselijke
15ABTV3
20ABTV3
16
18
Gebruik hennep en groene pasta om de waterdichtheid
van de schroefverbindingen te garanderen; het gebruik
van teflon tape wordt aanbevolen als u antivriesmiddel in
het watercircuit hebt gegoten.
Controleer zorgvuldig of de isolatie dicht is, om vorming en
druppelen van condensatie te voorkomen.
Opmerking: zorg altijd voor een elektrisch gestuurde
klep op de machine of stroomopwaarts die de
waterstroom onderbreekt wanneer het instelpunt
wordt bereikt.