Het wijzigen van instellingen
Schakel met de en - toetsen de
vergrendeling in of uit.
1: de vergrendeling is uitgeschakeld.
0De vergrendeling is ingeschakeld.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgeno-
men. Symbool knippert.
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan om deze modus te
verlaten. Doet u dat niet, verlaat de
elektronica na ca. één minuut auto-
matisch de instellingsmodus.
Is de vergrendeling ingeschakeld,
brandt in de display .
28
Geluidssignalen
Het toestel beschikt over geluidssigna-
len zoals een toetssignaal en een zoe-
mer bij deur- en temperatuuralarm.
Het toetssignaal en de zoemer bij deur-
alarm kunt u in- en uitschakelen.
Er zijn 4 varianten. Vanuit de fabriek is
variant 3 ingesteld, d.w.z. toetssignaal
en zoemer bij deuralarm zijn ingescha-
keld.
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Raak de toets voor de instellingsmo-
dus aan.
Op de display verschijnen alle selec-
teerbare symbolen. Het symbool
knippert.
Raak de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat het symbool
begint te knipperen op de display.
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
Op de display knippert de laatst gese-
lecteerde instelling. Het symbool
brandt.