Lichtsterkte
De lichtsterkte van de meldingen in
het display kan verschillen.
Met de instelling Lichtsterkte kunt u
tussen 10 standen kiezen.
Er verschijnt een balk waarop de inge-
stelde lichtsterkte is aangegeven.
Wanneer het apparaat wordt geleverd
is stand 5 ingesteld.
^ Stel de gewenste lichtsterkte in.
De lichtsterkte wordt ingesteld zodra u
een stand gekozen heeft.
Menu voor de instellingen J
Stand-by
Het display wordt na 10 minuten don-
ker en het controlelampje van de
Start/Stop - toets begint langzaam te
knipperen. Dit bespaart energie.
Met de instelling Stand-by kunt u be-
palen wanneer de stand-by moet
werken.
Er zijn twee mogelijkheden:
Aan
In dit geval werkt de stand-by:
– wanneer u na het inschakelen van de
automaat geen programma kiest;
– nadat u een programma heeft ge-
start;
– na afloop van een programma.
Niet in programmaverloop
Zo wordt het apparaat geleverd.
In dit geval werkt de stand-by:
– wanneer u na het inschakelen van de
automaat geen programma kiest;
– na afloop van een programma.
Wanneer u op een toets drukt wordt het
display weer ingeschakeld.
Welke variant is ingesteld wordt met
een vinkje L aangegeven.
^ Kies de gewenste variant en bevestig
uw keuze.
81