Inhoudsopgave
Advertenties
VII. BASISMAATREGELEN BIJ PROBLEMEN
Bij ieder elektromagnetisch apparaat moeten zo nu en dan problemen worden opgelost. Maar de meeste
problemen die zich voordoen, zijn meestal met wat nadenken en goed verstand op te lossen. Veel van deze
problemen treden op omdat de accu's niet volledig zijn opgeladen of omdat de accu's zijn versleten en geen
lading meer kunnen vasthouden.
DIAGNOSTISCHE KNIPPERCODES
De diagnostische knippercodes voor uw scootmobiel zijn ontworpen als hulp bij het snel en eenvoudig
uitvoeren van basismaatregelen bij problemen. Een diagnostische knippercode knippert in de status-LED als
een van de onderstaande situaties zich voordoet.
NB: Uw scootmobiel zal niet functioneren tenzij de situatie van de knippercode is verholpen en de
scootmobiel is uitgezet en vervolgens weer aangezet.
KNIPPERCODE
■
(1)
■ ■
(2)
■ ■ ■
(3)
■ ■ ■ ■
(4)
■ ■ ■ ■ ■
(5)
■ ■ ■ ■ ■ ■
(6)
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
(7)
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
(8)
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
32
SITUATIE
Laag accuvoltage
De accu moet worden opgeladen of
er is een slechte verbinding naar de accu.
Motor ontkoppeld
De motor heeft een slechte verbinding.
Storing van de motorbedrading
De motor heeft kortsluiting naar een accu.
Storing van de vrijloopschakelaar
De vrijloopschakelaar is geactiveerd of
het uitschakelmechanisme van de
handrem is ingeschakeld.
Niet gebruikt
Lader aangesloten
De S-aandrijving wordt geblokkeerd en
kan niet functioneren.
Storing van de gashendel
Er wordt een storing van de gashendel
aangegeven.
Mogelijke storing van het regelsysteem
Er wordt een storing van het
regelsysteem aangegeven.
Storing van de elektromagnetische rem
(9)
De parkeerremmen hebben een slechte
verbinding.
Hoog accuvoltage
(10)
Er is een overmatig voltage op de
S-aandrijving geplaatst.
OPLOSSING
Controleer de verbindingen naar de accu. Als de
verbindingen in orde zijn, probeer dan de accu op te
laden.
Controleer alle verbindingen en kabels tussen de
motor en de S-aandrijving. Controleer de positie van de
vrijloopschakelaar.
Controleer alle verbindingen en kabels tussen de motor
en de accu.
Controleer de positie van de schakelaar of hendel en alle
verbindingen tussen de schakelaar en de S-aandrijving.
Blokkering 2 is ingeschakeld. Dit kan gebeuren als de
acculader is aangesloten of als de stoel zich niet in de
rijpositie bevindt.
Zorg ervoor dat de gashendel zich in de neutrale positie
bevindt voordat u de scootmobiel aanzet.
Zorg ervoor dat alle verbindingen goed zijn bevestigd.
Controleer de verbindingen van de parkeerrem en de
motor.
Zorg ervoor dat alle systeemverbindingen goed zijn
bevestigd.
Dit wordt meestal veroorzaakt door een slechte
accuverbinding.
Controleer de accuverbindingen.
Victory Ultra 11
Advertenties
Inhoudsopgave
