Download Print deze pagina

Dräger PAS AirPack Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

®
PAS
AirPack
Reduceerventiel
1. Sluit het cilinderventiel, of het afsluitventiel van de externe luchttoevoer.
2. Trek aan de hendel van ontlastventiel (afb. 1, item 4) om het systeem
geheel te ontluchten.
3. Koppel de hogedruk-inlaatconnector los van de luchttoevoer.
3.4.4
Functietest
WAARSCHUWING
!
Indien een ademluchttoestel niet voldoet aan de in de functietest
beschreven normen of parameters, of bij waarneembare acute lekkage,
is er sprake van een systeemstoring. Meld de storing aan speciaal
opgeleid onderhoudspersoneel of neem contact op met Dräger.
Gebruik het ademluchttoestel niet totdat de storing is verholpen.
1. Open het cilinderventiel volledig, of het afsluitventiel van de externe
luchttoevoer.
2. Controleer de drukken die worden aangegeven op de drukmeters:
Gebruik van ademluchtcilinders: De hogedrukmeter moet
minimaal 80% van de maximale cilinderdruk aangeven.
Gebruik van externe ademluchttoevoer: De hogedrukmeter moet
200 bar tot 300 bar aangeven.
De middendrukmeter moet 6 bar tot 10 bar aangeven.
3. Sluit het cilinderventiel volledig, of het afsluitventiel van de externe
luchttoevoer.
4. Wacht één minuut, controleer de hogedrukmeter en draai het ventiel
weer open. De hogedrukmeter mag geen drukverhoging van meer dan
10 bar te zien geven. In geval van lekkage dient voorafgaand aan gebruik
eerst het lek te worden opgespoord en verholpen (zie paragraaf 4).
Gebruik zo nodig een zeepoplossing om het lek te lokaliseren.
5. Het ventiel weer geheel sluiten.
6. Trek aan de hendel van het ontlastventiel (afb. 4, item 4) om de lucht
langzaam
te
laten
ontsnappen
en
hogedrukmeter in het oog. De waarschuwingsfluit moet klinken binnen
het bereik van 60 bar – 50 bar.
7. Blijf de hendel van het ontlastventiel bedienen, om het systeem
volledig te ontluchten.
4
Oplossen van problemen
Ontkoppel of vervang alle bijbehorende uitrustingen en test het toestel
opnieuw alvorens de probleemoplossingstabel te raadplegen.
Neemt contact op met het servicepersoneel of met Dräger, wanneer de
probleemoplossing een servicetaak behelst, of wanneer het probleem
aanwezig blijft, nadat alle aangegeven oplossingen zijn geprobeerd.
Symptoom
Fout
Hogedruk- of
Losse/beschadigde connec-
middendruk-
tor of defecte afdichting
luchtlekkage
Lekkage op het
drukreduceerventiel
Hoge of lage
Reduceerventiel buiten
middendruk
specificatie
Slecht hoorbaar
Vuil
fluitsignaal
Fluit werk niet correct
Defect aan
activeringsmechanisme
5
Onderhoud
5.1
Onderhoudstabel
Drukreduceerventiel, inclusief de niet gebruikte apparatuur, onderhouden
en
testen
volgens
onderstaande
onderhoudswerkzaamheden in het logboek van de uitrusting. Zie tevens
de onderhoudsinformatie voor alle bijbehorende ademapparatuur.
In het land waar het apparaat gebruikt wordt, kunnen extra inspecties en
testen verplicht zijn, teneinde te voldoen aan de nationale richtlijnen met
betrekking tot gebruik, onderhoud, onderzoek en testen van de
persluchtapparatuur zoals beschreven in deze documentatie.
Component/
Taak
Systeem
Volledige
Visuele inspectie (zie
uitrusting
opmerking 1 en paragraaf 3.4.1)
Functietest
(zie paragraaf 3.4.4)
Hogedruk-
Vervang de O-ring en het sinterfil-
inlaat connector
ter (zie opmerking 2)
Drukreduceer-
Algehele revisie – Neem contact
ventiel
op met Dräger voor de Repair &
Exchange service (REX)
Cilinder
Vullen tot de correcte druk
(zie paragraaf 5.2)
Controleer de op de cilinder
geponste datum van de eerste
test
Cilinderdruktest en
hercertificatie
Cilinderventiel
Basisrevisie
Opmerkingen
 Aanbevelingen van Dräger
1. Reinig de apparatuur als die vuil is. Als de apparatuur is blootgesteld
aan vervuiling, desinfecteer dan alle componenten die rechtstreeks en
langdurig in aanraking komen met de huid.
2. Deze onderhoudstaken mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
Dräger-personeel
of
speciaal
opgeleid
Bijzonderheden van de tests staan vermeld in de technische
handleiding die aan servicepersoneel wordt uitgereikt dat aan een
Dräger-cursus onderhoudscursus heeft deelgenomen.
5.2
Vullen van ademluchtcilinders
WAARSCHUWING
!
De luchtkwaliteit voor persluchtcilinders moet voldoen aan de
eisen conform NE-EN 12021.
3357652
© Dräger Safety UK Limited
Uitgave 08 – december 2018
Wijzigingen voorbehouden
Lees voor het opnieuw vullen van de ademluchtcilinder tevens de bij
de cilinder en het vulstation geleverde instructies.
Vul alleen persluchtcilinders die:
voldoen aan de nationale normen;
voorzien zijn van de oorspronkelijke testdatum en testmarkering
van de fabrikant;
de op de cilinder door het laatste teststation aangebrachte
testdatum nog niet hebben overschreden;
onbeschadigd zijn;
Om het binnendringen van vocht in de cilinder te vermijden, dient het
cilinderventiel gesloten te blijven, tot het op het vulstation wordt
aangesloten.
Vul de cilinder tot de nominale werkdruk van de cilinder. Dräger
adviseert een vulsnelheid van 27 bar/minuut (snel vullen verhoogt de
temperatuur waardoor het vullen niet volledig geschiedt).
Om overvullen van de cilinder te vermijden, adviseert Dräger het
gebruik van een drukbegrenzer op de vulcompressor.
5.3
Reinigen en desinfecteren
VOORZICHTIG
!
De PAS AirPack Reduceerventiel niet onderdompelen in water of een
reinigingsoplossing en de PAS AirPack Reduceerventiel niet in een
hete drooginrichting plaatsen.
Raadpleeg voor informatie over geschikte reinigings- en
desinfectiemiddelen en hun specificaties document 9100081 op
www.draeger.com/IFU.
Lees
ook
gelaatsmasker en andere bijbehorende apparatuur.
houdt
ondertussen
de
Gebruik alleen schone, pluisvrije doeken.
1. Maak het ademluchttoestel met de hand schoon door een vochtige
doek te gebruiken met een licht schoonmaakmiddel om zo overtollig
vuil te verwijderen.
2. Breng desinfectie-oplossing aan op alle inwendige en uitwendige
oppervlakken.
3. Spoel alle onderdelen zorgvuldig met schoon water om alle
schoonmaakmiddelen en desinfecterende middelen te verwijderen.
4. Droog alle onderdelen met een droge doek, in een droger of met lucht.
5. Neem contact op met het servicepersoneel of met Dräger als
pneumatische onderdelen weer moeten worden gedemonteerd.
6
Opslag
Oplossing
Sla de apparatuur op binnen een temperatuur tussen de -15 °C en +25 °C.
Connectoren opnieuw
Zorg ervoor dat de omgeving droog is, stofvrij en vuilvrij en stel de
aansluiten/vastdraaien
apparatuur niet bloot aan slijtage of schade door schuring. Sla de
en opnieuw testen
apparatuur niet op in direct zonlicht.
Servicetaak
7
Verwijdering
Servicetaak
Verwijder
overeenstemming
Reinigen en
opnieuw testen
afvalverwijderingsvoorschriften.
Servicetaak
8
Technische gegevens
Gebruikscondities
Temperatuur: -30 tot +60 °C
Toepassingsgebied: geschikt voor binnen- en buitengebruik.
Hogedruk-inlaat
Inlaatconnector: 200 bar of 300 bar, standaard G5/8" connector
tabel.
Noteer
alle
conform NEN-EN 144-2.
Inlaat: 200 bar of 300 bar ademluchtcilinder, of 200 bar – 300 bar
geregelde externe ademluchttoevoer.
Middendruk-uitlaat
Uitlaatconnector: Dräger vrouwelijke snelkoppeling (compatibel met
CEJN 344 en Rectus 95KS series).
Uitlaat: 6 – 10 bar (8 bar nominaal) ademlucht bij een
stromingssnelheid van >600 liter/min.
Na
Elke
Elk
Om de
gebruik
maand
jaar
zes
Fluitwerking
jaar
Fluitsignaal start in het bereik: 60 - 50 bar.
Fluitsignaal stopt in het bereik: 1.75 - 0 bar.
Sterkte van het fluitsignaal: >90 dBA.
9
Compatibele
configuraties.
Ademlucht-toevoeruitrustingen
Dräger toevoer-, regel- en bewakingsapparatuur
Uitvoeren conform
de nationale voorschriften
Tijdens de cilinderdruktest of op
basis van de toestand
servicepersoneel.
de
gebruiksaanwijzing
voor
de
ademautomaat,
het
drukreduceerventiel,
indien
noodzakelijk,
met
de
lokale
of
nationale
luchtlijnapparatuur
Hogedruktoevoer (zie hoofdstuk 8 voor
specificaties en connectortype)
Dräger PAS AirPack drukreduceerventiel
Gebruiksaanwijzing
i
Airline-uitrusting (goedgekeurd conform de relevante EN-norm)
Ademluchttoestel
het
9.1
Luchtlijnuitrusting configuraties
WAARSCHUWING
!
De luchtlijnuitrusting moet compatibel zijn met in de handleiding van
het ademluchttoestel gespecificeerde inlaatdruk en luchtstroming.
Onjuiste configuraties kunnen resulteren in een onvoldoende
luchtstroming naar de dragers van de ademluchttoestellen of de
kans op problemen met de luchttoevoer vergroten.
9.1.1
Dräger Airline-uitrusting en ademluchttoestel
Er zijn niet meer dan vijf aansluitingen per luchtlijn toegestaan aan de
uitlaatzijde van het PAS-drukreduceerventiel (een Y-stuk wordt geteld als
twee aansluitingen). Tevens geldt voor gecombineerde verlengslangen
een maximum lengte van 100 m. De onderstaande afbeeldingen (niet op
schaalgrootte) tonen enkele voorbeelden van het maximum aantal
aansluitingen (C1 t/m C5) en de maximum slanglengtes die zijn
in
toegestaan voor een inlaatconfiguratie met Dräger apparatuur.
of
lokale
C1
C2
45 m
Eén ademluchttoesteldrager
C1
30 m
Twee ademluchttoesteldragers
en
C1
30 m
Twee ademluchttoesteldragers (met stand-alone slanghaspel)
Draeger Safety UK Limited
Ullswater Close
Blyth, NE24 4RG
Verenigd Koninkrijk
Verlengslang (lengtes variërend van
3 m – 50 m leverbaar door Dräger)
Y-stuk
Slanghaspel (Dräger slanghaspel is
berekend op 50 m slang)
Luchtlijn-filterunit
In-line middendruk-fluit
Luchtlijn-set (EN 14593-1)
Vlucht/luchtlijn-set met automatisch
omschakelventiel (ASV)
en luchtlijnconnector
(EN 402/EN 14593-1)
Werkset met automatisch
omschakelventiel (ASV)
en luchtlijnconnector
(EN 137/EN 14593-1)
C3
C4
C5
3271
45 m
5 m
5 m
20 m
C5
C4
C2
C3
C4
C5
3270
30 m
20 m
10 m
C5
C4
C2
C3
C4
C5
50 m
10 m
3272
(HOSE REEL)
(HOSE REEL)
Tel +44 1670 352 891
Fax +44 1670 356 266
www.draeger.com
3357652 (A3-D-P) Pagina 2 van 2

Advertenties

loading