Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemsoftware Handmatig Beheren Via Bootp-Server - THOMSON SpeedTouch 500 Series Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4 Systeemsoftware van de SpeedTouch™ upgraden
4.2 Systeemsoftware handmatig beheren via
Beheer van de
SpeedTouch™-
systeemsoftware
Belangrijke opmerking
Voordat u begint
Procedure
72
BOOTP-server
De systeemsoftware van de SpeedTouch™ is gebaseerd op BOOTP, een
standaardprocedure voor het opstarten van stations waarin zich geen schijf bevindt.
Omdat de SpeedTouch™ in staat is over te schakelen naar de BOOTP-modus, kan een
BOOTP-server het beheer van het SpeedTouch™-bestandssysteem overnemen en
upgradebestanden naar het systeem verzenden.
Het is raadzaam de onderstaande procedure alleen te gebruiken als u zowel met het
gebruik van een BOOTP-server als met de werkingsprincipes van BOOTP vertrouwd
bent.
Wanneer u met behulp van de onderstaande procedure een upgrade van de
systeemsoftware uitvoert, worden de fabrieksinstellingen van de SpeedTouch™
hersteld. Het is dan ook raadzaam een reservekopie van de SpeedTouch™-configuratie
te maken voordat u een upgrade van de systeemsoftware uitvoert.
Op de computer die u gebruikt om de upgrade van de SpeedTouch™-systeemsoftware
uit te voeren, moet een BOOTP-server van een andere leverancier zijn geïnstalleerd.
Controleer of de SpeedTouch™ via de Ethernet-poort met uw computer is verbonden.
Als u de USB-functie van de SpeedTouch™ gebruikt, moet u de verbinding met de USB-
interface (indien u daarvan gebruikmaakt) verbreken om communicatiefouten tijdens
het upgraden van de systeemsoftware te voorkomen.
U hebt het MAC-adres (Medium Access Control) van uw SpeedTouch™ nodig. Zie
" Systeeminformatie" op pagina 47
Zorg dat uw lokale schijf een geldig beeldbestand van de SpeedTouch™-
systeemsoftware bevat.
Ga als volgt te werk om systeemsoftware van de SpeedTouch™ te upgraden:
1
Controleer eerst of de SpeedTouch™ is ingeschakeld en er een BOOTP-server is
geïnstalleerd op de computer die u gebruikt om de upgrade van de
systeemsoftware uit te voeren.
2
Configureer de BOOTP-server voor gebruik van het beeldbestand van de
SpeedTouch™-systeemsoftware. De BOOTP-server moet van dit bestand
gebruikmaken tijdens het beantwoorden van BOOTP-verzoeken door de
SpeedTouch™ waarvan u de systeemsoftware wilt upgraden.
3
Om identificatie van de BOOTP-verzoeken vanaf de SpeedTouch™ mogelijk te
maken, moet u het MAC-adres opgeven en een IP-bereik voor basiscommunicatie
tussen de BOOTP-server en de SpeedTouch™ definiëren.
4
Schakel de SpeedTouch™ uit door op de aan/uit-knop te drukken totdat alle
lampjes zijn uitgeschakeld.
5
Druk nogmaals op de aan/uit-knop van de SpeedTouch™ en houd de knop
ingedrukt totdat het lampje voor systeem in-/uitgeschakeld oranje gaat knipperen
(ongeveer zes seconden). Hiermee wordt aangeduid dat de SpeedTouch™ op de
BOOTP-modus is overgeschakeld en BOOTP-verzoeken verzendt.
voor informatie over het vinden van dit adres.
E-SIT-CTC-20030430-0010 v2.0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave