E-SIT-CTC-20030430-0010 v2.0
7
NAPT Manager geeft een lijst weer van de SpeedTouch™-apparaten die in het
netwerk zijn aangetroffen:
Selecteer de gewenste SpeedTouch™ en klik op Volgende.
Opmerking
Als uw SpeedTouch™ is beveiligd met een systeemwachtwoord,
moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren.
8
Op de volgende pagina staat een lijst van de huidige toepassingshosts:
Klik op Toevoegen om een nieuwe toepassingshost in te voeren.
9
Het venster Poorttoewijzing toevoegen verschijnt.
Als u:
•
Een poorttoewijzing voor een specifieke toepassing wilt invoeren, klikt u op
het tabblad Basic. Selecteer een toepassing in de lijst Toepassing en voer het
IP-adres van een host in.
•
Handmatig een statisch NAPT-item wilt toevoegen, klikt u op het tabblad
Geavanceerd. Selecteer een protocol in de lijst Protocol en voer de poort
en het IP-adres van de host in de overeenkomstige velden in.
•
Het IP-adres van de standaardserver wilt opgeven, klikt u op het tabblad
Standaardhost voor inkomend verkeer. Voer het nieuwe IP-adres in het veld
IP-adres van host in.
Klik op Instellen om het item aan de lijst toe te voegen.
3 Webinterface van SpeedTouch™
65