Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Meting

Meten starten/stoppen

Dit apparaat is een fietscomputer zonder sensor die GPS gebruikt.
Waarschuwing:
Voor meten is een omgeving nodig waarin GPS-signalen kunnen worden ontvangen.
* Zie "Schermstroom" (pagina 10) voor informatie over elk scherm.
1
Houd de knop
twee seconden inge-
drukt
Dit apparaat schakelt in en het GPS-zoekscherm
verschijnt.
Wacht een paar minuten tot het GPS-signaal is
ontvangen.
Als het GPS-signaal wordt ontvangen, schakelt
dit apparaat van het GPS-zoekscherm naar het
meetscherm.
2
Controleer of het pictogram GPS-signaal
ontvangen (
) actief wordt en druk op
de knop
STOP verandert in GO op het meetscherm en de
meting start.
3
Ga rijden
De meting start en stopt automatisch synchroon
met de beweging van de fiets.
* Tijdens het meten knippert de meeteenheid.
GPS-zoekscherm
Meetscherm
GO
Rijden
Gestopt
Snelheidseenheid
4
Druk op de knop
om het meten te stoppen
STOP verschijnt op het meetscherm en de meting stopt.
Druk nadat de meting is gestopt op de knop MODE om de
meetgegevens terug te zetten op 0 (resetten) en om de gege-
vens van de tocht tot dat tijdstip te genereren.
* Gegevens vanaf het starten van de meting tot het resetten zijn als een enkele tocht
opgeslagen, ongeacht of dit apparaat is uit- of ingeschakeld. Om door te gaan met
meten, schakelt u de voeding uit zonder een reset uit te voeren. Zie voor details "De
meetgegevens resetten en de gegevens voor de rit genereren" (pagina 12).
* Zie voor informatie over het uploaden van tochtgegevens "De meetgegevens uploaden
(rijgegevens)" (pagina 15).
5
Houd de knop
twee seconden ingedrukt
Dit apparaat schakelt uit.
* Als dit apparaat wordt uitgeschakeld zonder het meten te stoppen, start hij weer in de
meetmodus na het inschakelen.
Het is mogelijk dat geen GPS-signaal wordt ontvangen, zodat het apparaat niet meer kan
meten of niet meer de juiste metingen weergeeft in de volgende locaties of omgevingen:
• In een tunnel, onder de grond of een gebouw, tussen hoge gebouwen, onder een viaduct enz.
• Bij slecht weer (sneeuw, regen enz.)
• In de buurt van een hoogspanningsleiding of een relais-station van mobiele telefonie.
• Als het scherm van de computer niet op de lucht is gericht.
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave