Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda X-ADV 2020

  • Pagina 2 Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
  • Pagina 3 De volgende codes in deze handleiding duiden ● nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen voor een de landen aan. Honda maakt u deel uit van een wereldwijde familie De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op het ● van tevreden klanten die Honda's reputatie voor het type ADV750 ED.
  • Pagina 4 Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn zeer GEVAAR belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is een belangrijke verantwoordelijkheid. U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL Om u te helpen goed geïnformeerde OPLOPEN als u de instructies niet opvolgt. veiligheidsbeslissingen te nemen, hebben wij WAARSCHUWING bedieningsprocedures en andere informatie in deze...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig P. 2 Bedieningshandleiding P. 20 Onderhoud P. 121 Verhelpen van storingen P. 165 Informatie P. 192 Specificaties P. 210...
  • Pagina 6 Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. Veiligheidsrichtlijnen ..........P. 3 Waarschuwingslabels ..........P. 6 Veiligheidsmaatregelen.......... P. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ....P. 13 Accessoires en aanpassingen ......... P. 18 Beladen..............
  • Pagina 7 Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen te houden, met u mee te leunen tijdens het schuinleggen van het voertuig in bochten en hun Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: voeten altijd op de voetsteunen te houden, zelfs wanneer het voertuig stilstaat. Voer alle routine- en periodieke inspecties uit die in ●...
  • Pagina 8 Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, vooral 's avonds, Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier dat door heldere reflecterende kleding te dragen, te rijden u het voertuig goed onderhoudt.
  • Pagina 9 Veiligheidsrichtlijnen Als u besluit verder te rijden, schakel dan eerst het WAARSCHUWING elektrische systeem uit en controleer de staat van uw voertuig. Inspecteer op vloeistoflekkage, controleer of Het laten draaien van de motor van uw cruciale moeren en bouten goed vastzitten en voertuig in een afgesloten of zelfs in een controleer het stuur, de bedieningselementen, remmen gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan leiden tot...
  • Pagina 10 Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis van Lees de instructies in het instructieboekje de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere bieden belangrijke veiligheidsinformatie. Lees deze Lees de instructies in de werkplaatshandleiding informatie aandachtig en verwijder de labels niet.
  • Pagina 11 Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR ● Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat een explosie kan veroorzaken. ● Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
  • Pagina 12 Waarschuwingslabels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING ● De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage. ●...
  • Pagina 13 Waarschuwingslabels LABEL OPTIONELE VOETSTEUN (indien uitgerust met voetsteunen voor de berijder) WAARSCHUWING De optionele voetsteunen zijn bedoeld om de berijder te ondersteunen en zijn geen hulpmiddel om met drie personen te rijden. Het vervoeren van te veel passagiers kan het stuurgedrag en de stabiliteit nadelig beïnvloeden en leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 14 Waarschuwingslabels LABEL ACHTERSCHOKDEMPER GEVULD MET GAS Niet openen. Niet verwarmen. LABEL BANDENINFORMATIE & AANDRIJFKETTING Spanning koude band: [Alleen bestuurder] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 280 kPa (2,80 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 280 kPa (2,80 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd.
  • Pagina 15 Waarschuwingslabels VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid. BRANDSTOFLABEL Uitsluitend loodvrije benzine ETHANOL tot 10 volumeprocent LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 5,0 kg. LABEL BELADINGSLIMIET Maximaal 0,5 kg.
  • Pagina 16 Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of andere ● goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het stuur WAARSCHUWING ● en uw voeten op de treeplank. Passagiers moeten zich aan de handgrepen of aan ● Het niet dragen van een helm verhoogt het uw middel vasthouden, en hun voeten moeten zich risico op ernstig of dodelijk letsel in geval van tijdens het rijden op de voetsteunen bevinden.
  • Pagina 17 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen voor Remmen het rijden Neem de volgende richtlijnen in acht: Vermijd bijzonder sterk afremmen en ● terugschakelen. Inrijperiode Door plotseling remmen kan de stabiliteit van het Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om de voertuig verminderen.
  • Pagina 18 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Antiblokkeersysteem (ABS) Remmen op de motor Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem Remmen op de motor helpt om de snelheid van uw (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de voertuig te verminderen wanneer u gas mindert. remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
  • Pagina 19 P. 79) en de Honda vast. SMART Key meenemen als u uw voertuig achterlaat. Duw met uw rechtervoet op het uiteinde van de Deactiveer het Honda SMART Key-systeem indien middenbok en trek tegelijkertijd omhoog en naar nodig. P. 82 achteren.
  • Pagina 20 Richtlijnen voor tanken en brandstof Loop vervolgens bij uw voertuig weg en neem de Volg deze richtlijnen om de motor, het Honda SMART Key mee. Deactiveer het Honda brandstofsysteem en de katalysator te beschermen: SMART Key-systeem indien nodig. P. 82 Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
  • Pagina 21 Torque Control biedt mogelijk geen compensatie voor Honda Selectable Torque Control een ruw wegdek of snelle bediening van de gashendel. Als de Honda Selectable Torque Control (Torque Houd altijd rekening met de weg- en Control) wielspin van het achterwiel detecteert tijdens...
  • Pagina 22 WAARSCHUWING Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires te Ondeugdelijke accessoires of aanpassingen installeren die niet specifiek door Honda voor uw kunnen leiden tot een ongeval waarbij u voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 23 Beladen Beladen WAARSCHUWING Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed op ● Overbelasting of verkeerd beladen kan een het rijgedrag, het remgedrag en de stabiliteit van uw ongeval veroorzaken waarbij u ernstig of voertuig. dodelijk letsel kunt oplopen. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
  • Pagina 24 Locatie van onderdelen USB-aansluiting Documentzakje (P118) (P115) Bagagebox (P116) Zadel Gereedschapsset (P116) (P118) Gashendel (P156) Parkeerrem (P93) Remvloeistofreservoir van voorrem (P150) Afsteller van de veervoorspanning van de voorvering (P158) Versteller voor uitgaande demping van voorvering (P159) Kuipvak (P120) Onderste kap voor (P141) Koelvloeistofexpansiereservoir (P148)
  • Pagina 25 Windscherm (P161) Afsteller van de veervoorspanning van de voorvering (P158) Achterremhendel (P157) Remvloeistofreservoir van achterrem (P150) Brandstofvuldop (P113) Accu (P139) Hoofdzekeringen (P190) Datalinkstekker Afdekkap links (P143) Zekeringkast A/B (P188) Aandrijfketting (P154) Afsteller van de veervoorspanning van achtervering (P160) Zijstandaard (P153) Middenbok (P15)
  • Pagina 26 Instrumenten U kunt de eenheid van de snelheid en afgelegde afstand en van de brandstofverbruiksmeter wijzigen. (P45) (P60) Bedien de displayfuncties niet gedurende lange tijd met stilstaande motor. Dit kan een bijna lege (of lege) accu tot gevolg hebben.
  • Pagina 27 Snelheidsmeter/toerenteller/brandstofmeter/indicator zijstandaard (P25) Statusbalk Indicatorgedeelte (P27) (P29) RIDING MODE (P94) RIDING MODE PARAMETER / Honda Smartphone- (P94) spraakbedieningssysteem (P90) INFO-gedeelte Versnellingsstandindicator (P30) (P28) Pop-upinformatie (P69) Multifunctiedisplay (P112) Vervolg...
  • Pagina 28 Instrumenten (Vervolg) Basishandelingen U kunt de verschillende functies van het display bedienen en instellen met de schakelaars links op het stuur. Functieschakelaar Sel-schakelaar Raadpleeg bij het omschakelen of instellen van het display de schakelaarbedieningsrichtlijn die wordt weergegeven. Symbool van schakelaarbedieningsrichtlijn: : Druk op van de sel-schakelaar : Druk op...
  • Pagina 29 Snelheidsmeter/toerenteller/brandstofmeter/indicator zijstandaard Displayweergave: LOOP Indicator zijstandaard Rode zone toerenteller (te hoog motortoerentalbereik) Gaat branden wanneer de zijstandaard omlaag geklapt is. Snelheidsmeter Brandstofniveaumeter Resterende brandstof wanneer alleen het 1e (E) segment begint te knipperen: ongeveer 2,5 liter Tegelijkertijd gaat de indicator voor reservebrandstof branden.
  • Pagina 30 Instrumenten (Vervolg) Het gedeelte met de snelheidsmeter/toerenteller/brandstofmeter/indicator zijstandaard heeft vier displayweergaven. De weergave en indeling van de snelheidsmeter, toerenteller, brandstofmeter en indicator zijstandaard zijn afhankelijk van de displayweergave. De displayweergave wijzigen: (P45) (P54) Displayweergave: DESIGN Displayweergave: ANALOG Displayweergave: DIGITAL Toerenteller Toerenteller Toerenteller Snelheidsmeter...
  • Pagina 31 Statusbalk Statuspictogram Geeft de status van het Honda Smartphone- spraakbedieningssysteem weer. (P90) Klok (12-uur of 24-uur weergave) Klok instellen: (P45) (P59) Luchttemperatuurmeter Toont de omgevingstemperatuur. Weergavebereik: -12 ºC tot 49 ºC ● Lager dan -12 ºC: "---" wordt weergegeven ● Hoger dan 49 ºC: 49 °C knippert De hitte die wordt afgegeven door het wegdek en de uitlaatgassen van overig verkeer kunnen de temperatuurmeting beïnvloeden wanneer uw voertuig langzamer rijdt dan 30 km/h.
  • Pagina 32 Instrumenten (Vervolg) Versnellingsstandindicator De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator. De indicator kan knipperen als: Het voorwiel van de grond komt. U aan het wiel draait terwijl het voertuig rechtop staat op de middenbok. Dit is normaal. Schakel het elektrische systeem uit en weer in om het systeem opnieuw in te schakelen. Als de "–"...
  • Pagina 33 Indicatoren Indicator grootlicht Indicator hoge koelvloeistoftemperatuur Als het controlelampje gaat branden tijdens het rijden: (P167) Indicator lage oliedruk Gaat branden wanneer het elektrische systeem wordt ingeschakeld. Gaat uit na het starten van de motor. Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (P168) Indicator DRL...
  • Pagina 34 Instrumenten (Vervolg) INFO-gebied Bladeren naar andere pagina van het INFO-gebied In het INFO-gebied wordt diverse Om de pagina van het INFO-gedeelte te wijzigen, voertuiginformatie weergegeven. drukt u de sel-schakelaar naar INFO pagina 1 Het INFO-gebied bestaat uit vier pagina's en op elke pagina worden vier informatie-items weergegeven.
  • Pagina 35 De volgende soorten informatie-items kunnen in VOLTAGE (P38) het INFO-gebied worden weergegeven: DATE (P38) TOTAL Gebruikersletter (P32) (P38) TRIP A Logo (P32) (P38) TRIP A CONS. SHIFT POINT (P33) (P39) TRIP A AVG. CONS. FUEL CONS. (P33) (P39) TRIP B AVG.
  • Pagina 36 Instrumenten (Vervolg) Kilometerteller [TOTAL] Ritteller A [TRIP A] Totale afgelegde afstand. Afstand gereden na het terugstellen van ritteller A. Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar uw Als "----.-" wordt weergegeven, ga dan naar uw dealer voor onderhoud. dealer voor onderhoud. Ritteller A terugstellen: (P44)
  • Pagina 37 Brandstofverbruik van ritteller A [TRIP A Gemiddeld brandstofverbruik ritteller A CONS.] [TRIP A AVG. CONS.] Toont het brandstofverbruik sinds het terugstellen Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het van ritteller A. terugstellen van ritteller A. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 L (GAL) Het gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend op basis van de waarde weergegeven op ritteller A.
  • Pagina 38 Instrumenten (Vervolg) Ritteller B [TRIP B] Brandstofverbruik van ritteller B [TRIP B CONS.] Afstand gereden na het terugstellen van ritteller B. Toont het brandstofverbruik sinds het terugstellen van ritteller B. Weergavebereik: 0,0 tot 299,9 liter Als "----.-" wordt weergegeven, ga dan naar uw dealer voor onderhoud.
  • Pagina 39 Gemiddeld brandstofverbruik ritteller B Huidig brandstofverbruik [INST. CONS.] [TRIP B AVG. CONS.] Toont het huidige brandstofverbruik. Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het Weergavebereik: 0,0 tot 299,9 L/100 km (km/L, terugstellen van ritteller B. mijl/gal of mijl/L) Het gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend ●...
  • Pagina 40 Instrumenten (Vervolg) Gemiddeld brandstofverbruik [AVG. CONS.] Gemiddelde snelheid [AVG. SPEED] Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het Toont de gemiddelde snelheid sinds het terugzetten van het gemiddelde brandstofverbruik. terugstellen van de gemiddelde snelheid. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 L/100 km (km/L, Weergavebereik: 0 tot 299 km/h (0 tot 186 mph) mile/GAL of mile/L) ●...
  • Pagina 41 Verstreken tijd [ELAPSED] Numerieke toerenteller [REV] Toont de bedrijfstijd van de motor sinds het Toont het aantal omwentelingen van de motor per terugstellen van de verstreken tijd. minuut. Weergavebereik: 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) Weergavebereik: 0 tot 99,990 omw/min ● Bij meer dan 99:59 keert de weergave terug naar 00:00 Hoek gashendel [GRIP ANGLE] Toont de hoek van de gashendel tijdens het gebruik.
  • Pagina 42 Instrumenten (Vervolg) Accuspanning [VOLTAGE] Gebruikersletter [USER LETTER] Geeft de huidige spanning weer. Toont de tekens die de gebruiker heeft gekozen. USER LETTER instellen: (P45) (P58) Datum [DATE] Toont de datum van vandaag. Logo Geeft het X-ADV logo weer. De datum instellen: (P45) (P59)
  • Pagina 43 Instelwaarde SHIFT POINT [SHIFT POINT] Brandstofverbruik in deze periode [FUEL CONS. Toont de ingestelde SHIFT POINT-waarde. Weergavebereik: 4000 tot 7000 omw/min Toont het brandstofverbruik sinds het inschakelen van het elektrische systeem. Weergavebereik: 0.0 tot 50.0 L (GAL) ● Beginweergave: "--.-" wordt weergegeven. Wanneer u het elektrische systeem uitschakelt, wordt het brandstofverbruik teruggesteld.
  • Pagina 44 Instrumenten (Vervolg) Gemiddeld brandstofverbruik in deze Gemiddelde snelheid in deze periode [AVG. periode [AVG. CONS. SPEED Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het Toont de gemiddelde snelheid sinds het inschakelen van het elektrische systeem. inschakelen van het elektrische systeem. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 L/100km (km/L, Weergavebereik: 0 tot 299 km/h (0 tot 186 mph) mile/GAL of mile/L).
  • Pagina 45 Verstreken tijd in deze periode [ELAPSED Toont de bedrijfstijd van de motor sinds het inschakelen van het elektrische systeem. Weergavebereik: 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) ● Bij meer dan 99:59 keert de weergave terug naar 00:00. ● Beginweergave: "--:--" wordt weergegeven. Wanneer u het elektrische systeem uitschakelt, wordt de verstreken tijd teruggesteld.
  • Pagina 46 Instrumenten (Vervolg) Koelvloeistoftemperatuurmeter [WATER Reserve-ritteller [RES TRIP] TEMP.] Gereden afstand sinds de indicator voor Toont de koelvloeistoftemperatuur. reservebrandstof is gaan branden. Weergavebereik: 35 ºC tot 132 ºC Weergavebereik: 0.0 tot 9999.9 km (mile) ● 34 ºC of lager: "---" wordt weergegeven. ●...
  • Pagina 47 Reservebrandstofverbruik [RES FUEL CONS.] Leeg display Toont het brandstofverbruik sinds de indicator voor Toont een leeg scherm. reservebrandstof is gaan branden. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 L (GAL) ● Wanneer de indicator voor reservebrandstof uit is: "---.-" wordt weergegeven. Als "---.-" wordt weergegeven in andere dan de bovenvermelde gevallen, ga dan naar uw dealer voor onderhoud.
  • Pagina 48 Instrumenten (Vervolg) De informatie terugstellen Ritteller A, brandstofverbruik ritteller A en gemiddeld brandstofverbruik ritteller A worden Selecteer de pagina van het INFO-gebied met het automatisch teruggesteld wanneer alleen nog item dat u wilt terugstellen met van de reservebrandstof in de brandstoftank aanwezig is sel-schakelaar.
  • Pagina 49 Instelmodus Naar de instelmodus gaan Houd de sel-schakelaar naar gedrukt. Selecteer het gewenste instelmenu met van de sel-schakelaar op de linker stuurgreep. Wanneer u naar de instelmodus gaat, worden de klok, de indicatoren en de snelheid boven in het scherm weergegeven.
  • Pagina 50 Instrumenten (Vervolg) Volgorde van Normale weergave instellingen Instelmodus (P50) RIDING MODE (P51) SHIFT POINT SELF-CANCELLING TURN (P52) FUNCTION SIGNALS (P52) TRIP A AUTO RESET (P53) ECON MODE DISPLAY Drukken Ingedrukt houden...
  • Pagina 51 FUNCTION (P54) DISPLAY TYPE (P55) BRIGHTNESS DISPLAY (P56) BACKGROUND (P57) FAVORITE INFORMATION USER LETTER (P58) GENERAL Drukken Ingedrukt houden Vervolg...
  • Pagina 52 Instrumenten (Vervolg) DISPLAY (P59) DATE & TIME (P60) UNIT GENERAL (P61) LANGUAGE (P62) RESTORE DEFAULT BLUETOOTH PAIRING RESET (P63) SERVICE Drukken Ingedrukt houden...
  • Pagina 53 GENERAL (P64) MAINTENANCE (P67) EQUIPMENT SERVICE (P67) (P68) REGULATORY Drukken Ingedrukt houden Vervolg...
  • Pagina 54 Instrumenten (Vervolg) RIDING MODE (P94) Terugkeren naar de oorspronkelijke U kunt de instelling van de USER MODE wijzigen. instellingen: Houd de sel-schakelaar naar gedrukt. Selecteer de parameter ("P", "EB" "D", "T" of "ABS") Stel de instelling terug volgens de van de sel-schakelaar. schakelaarbedieningsrichtlijn.
  • Pagina 55 Selecteer "ON/OFF" of "SHIFT POINT" met SHIFT POINT van de sel-schakelaar. ON/OFF : U kunt de opschakelmodus in- of Selecteer de gewenste instelling volgens de uitschakelen. schakelaarbedieningsrichtlijn. (P24) SHIFT POINT : U kunt het motortoerental Ga terug naar de normale weergave om de wijzigen waarbij de toerenteller instelling te voltooien.
  • Pagina 56 Instrumenten (Vervolg) SELF-CANCELLING TURN SIGNALS TRIP A AUTO RESET U kunt automatisch annuleren van de U kunt de automatische terugstelmodus van ritteller richtingaanwijzer in- of uitschakelen. A in- of uitschakelen. (P76) (P44) Selecteer "ON" of "OFF" met van de Selecteer "ON" of "OFF" met van de sel-schakelaar.
  • Pagina 57 ECON MODE U kunt de ECON-modus in- of uitschakelen. (P71) Selecteer "ON" of "OFF" met van de sel-schakelaar. Ga terug naar de normale weergave om de instelling te voltooien. (P45) Om verder te gaan met instellen, drukt u de sel-schakelaar naar om terug te gaan naar het bovenste niveau.
  • Pagina 58 Instrumenten (Vervolg) DISPLAY TYPE U kunt de displayweergave van de snelheidsmeter/ toerenteller/brandstofmeter/indicator zijstandaard wijzigen. (P25) Selecteer de displayweergave ("LOOP", "DESIGN", "ANALOG" of "DIGITAL") met van de sel-schakelaar. Ga terug naar de normale weergave om de instelling te voltooien. (P45) Om verder te gaan met instellen, houdt u de sel-schakelaar naar gedrukt om terug te gaan naar het bovenste niveau.
  • Pagina 59 BRIGHTNESS U kunt de helderheid van de schermverlichting aanpassen tot één van de acht niveaus of de automatische aanpassing selecteren. Automatische helderheidsregeling: (P199) Het display kan donker worden wanneer het erg heet is. Raadpleeg uw dealer als de oorspronkelijke helderheid niet terugkeert. Selecteer de helderheid van de achtergrondverlichting van de sel-schakelaar.
  • Pagina 60 Instrumenten (Vervolg) BACKGROUND U kunt de instelling van de achtergrond instellen op een van de drie kleuren of de automatische aanpassing selecteren. Automatische achtergrondinstelling: (P199) Selecteer de achtergrondkleur met de sel-schakelaar. Ga terug naar de normale weergave om de instelling te voltooien. (P45) Om verder te gaan met instellen, drukt u de sel-schakelaar naar...
  • Pagina 61 FAVORITE INFORMATION U kunt het aantal informatie-items wijzigen dat in het INFO-gebied wordt weergegeven. (P30) Selecteer de pagina van het INFO-gedeelte ("INFO1", "INFO2", "INFO3" of "INFO4") met van de sel-schakelaar. Selecteer de gewenste instelling volgens de schakelaarbedieningsrichtlijn. (P24) Als u een item selecteert dat al in een ander gebied is geselecteerd, wordt het eerder geselecteerde item automatisch 'BLANK'.
  • Pagina 62 Instrumenten (Vervolg) USER LETTER U kunt USER LETTER bewerken met maximaal 10 tekens. Bewerk de USER LETTER. Stel het teken in met van de sel-schakelaar. Stel het teken in met de functieschakelaar Selecteer "OK" en druk vervolgens op de functieschakelaar...
  • Pagina 63 DATE & TIME Selecteer "24h of 12h", "YEAR", "MONTH - DAY", "HOUR - MINUTE" of "am / pm" met van de sel-schakelaar. Selecteer de gewenste instelling volgens de schakelaarbedieningsrichtlijn. (P24) Wanneer "24 / 12" is ingesteld op 24-uursnotatie, kan "am / pm" niet worden gebruikt.
  • Pagina 64 Instrumenten (Vervolg) UNIT U kunt de eenheid van de snelheid en afgelegde afstand en van de brandstofverbruiksmeter wijzigen. Selecteer "SPEED" of "FUEL CONS." met van de sel-schakelaar. "TEMP" wordt weergegeven, maar kan niet worden gebruikt. Selecteer de gewenste instelling volgens de schakelaarbedieningsrichtlijn.
  • Pagina 65 LANGUAGE Verandert de systeemtaal. Selecteer de taal met van de sel-schakelaar. Ga terug naar de normale weergave om de instelling te voltooien. (P45) Om verder te gaan met instellen, drukt u de sel-schakelaar naar om terug te gaan naar het bovenste niveau. De ingestelde waarde blijft behouden.
  • Pagina 66 Instrumenten (Vervolg) RESTORE DEFAULT De volgende items worden teruggezet naar de standaardwaarden: De ingestelde waarden kunnen worden teruggezet ● DISPLAY TYPE naar de standaardinstellingen. ● SHIFT POINT ● ECON MODE Stel de instellingen terug volgens de ● BRIGHTNESS schakelaarbedieningsrichtlijn. (P24) ●...
  • Pagina 67 BLUETOOTH PAIRING RESET U kunt de koppelingsinformatie van Bluetooth ® terugstellen. Verbinding maken met het apparaat (P92) Stel de instellingen terug volgens de schakelaarbedieningsrichtlijn. (P24) Als de koppelingsinformatie op uw smartphone blijft staan, zelfs als de koppelingsinformatie uit het voertuig is verwijderd, kan de smartphone opnieuw met het voertuig worden verbonden.
  • Pagina 68 Instrumenten (Vervolg) MAINTENANCE Weergavebereik: DISTANCE: U kunt het tijdstip van de volgende periodieke -----, 12,000 tot -99,999 km (8,000 tot inspectie en de volgende verversing van de -99,999 mile) motorolie controleren. Meer dan 0 km: "-" wordt weergegeven. U kunt de instelling van de volgende periodieke Als u de eenheid SPEED wijzigt van "mile"...
  • Pagina 69 Als een van de volgende gevallen zich voordoet, verschijnt de pop-upinformatie in de normale weergave. (P69) ● "500 km" ("300 mile") tot de volgende periodieke inspectie. ● "100 km" ("60 mile") tot de volgende motorolieverversing. ● Eén maand voor de ingestelde maand. Pop-upinformatie onderhoud Vervolg...
  • Pagina 70 Instrumenten (Vervolg) Selecteer de gewenste instelling volgens de Volgende inspectie instellen schakelaarbedieningsrichtlijn. Selecteer " " (periodieke inspectie) of " " Als u van de sel-schakelaar (motorolie verversen) met van de ingedrukt houdt tijdens het instellen van sel-schakelaar. "DISTANCE", wordt de afstand in stappen van 1000 gewijzigd.
  • Pagina 71 EQUIPMENT "EQUIPMENT" wordt weergegeven, maar kan niet Toont een huidig probleem met het voertuig. worden geselecteerd. Als er een probleem is met uw voertuig, wordt de DTC-index weergegeven. Verminder snelheid en laat uw voertuig zo snel mogelijk door uw dealer inspecteren. DTC-index Vervolg...
  • Pagina 72 Instrumenten (Vervolg) REGULATORY Geeft het scherm voor de verificatie van de radiogolf weer.
  • Pagina 73 Pop-up information In de volgende gevallen wordt pop-upinformatie weergegeven in het INFO-gedeelte. ● Onderhoudsinformatie: Als uw voertuig op korte termijn geïnspecteerd moet worden. ● Nuttige informatie: Als er nuttige informatie over uw voertuig is. Als er verschillende informatie over uw voertuig is, verschijnen de pop-upinformatiedisplays afwisselend. Onderhoudsinformatie Indicatie Verklaring...
  • Pagina 74 Instrumenten (Vervolg) Nuttige informatie Indicatie Verklaring Oplossing Verschijnt als de communicatie tussen uw voertuig en de Honda Raadpleeg "Als het Honda SMART Key wordt SMART Key-systeem niet onderbroken nadat het goed werkt." (P175) elektrische systeem is ingeschakeld. Verschijnt wanneer de Raadpleeg "De batterij in de...
  • Pagina 75 Kleurinformatie van toerenteller Shift Up Mode Wanneer de opschakelmodus is ingeschakeld, ECON-modus verandert de kleur van de toerenteller afhankelijk Wanneer de ECON-modus is ingeschakeld, van de schakelpuntinstelling. verandert de kleur van de toerenteller afhankelijk De opschakelmodus instellen (P45) (P51) van het brandstofverbruik. De ECON-modus instellen (P45) (P53) De toerenteller knippert geel wanneer het...
  • Pagina 76 Indicatoren Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Zie "Instrumenten" voor de indicatoren die op het display verschijnen: (P29) Richtingaanwijzer links Richtingaanwijzer rechts Indicator neutraalstand Gaat branden als de transmissie in de neutraalstand staat.
  • Pagina 77 Gaat kort branden wanneer het elektrische ● Gaat branden wanneer het elektrische systeem systeem wordt ingeschakeld. wordt ingeschakeld. Gaat uit wanneer u een Als de indicator van de Honda SMART Key snelheid van ongeveer 5 km/h bereikt om aan knippert: (P172) te geven dat Torque Control klaar is voor gebruik.
  • Pagina 78 (P76) (P78) Responsknop Deze knop wordt gebruikt voor het bedienen van het responssysteem. Responssysteem: (P87) AAN/UIT-knop Deze knop wordt gebruikt voor het activeren of deactiveren van het Honda SMART Key-systeem en om de activeringsstatus te bevestigen. (P81)
  • Pagina 79 Contactschakelaar Vergrendelt het stuur. (Lock) (P79) Schakelt het elektrische systeem in/uit, vergrendelt het stuur. Zorg dat de Honda SMART Key is geactiveerd en dat u binnen het werkbereik bent. (P82) (Off) Schakelt de motor uit. (P83) Contactschakelaarknop / (Off/Lock) (On) Schakelt het elektrische systeem in voor het starten/rijden.
  • Pagina 80 Schakelaars (Vervolg) Schakelaars op handgreep links Schakelaar dimlicht/passeerlicht Opschakelknop (+) ● : Grootlicht Versnelling opschakelen. (P108) ● : DRL automatisch of uit (dimlicht) (P111) ● : Knipperen met grootlicht. Claxonknop Terugschakelknop (-) Om de versnelling terug te schakelen. (P108) Richtingaanwijzerschakelaar De richtingaanwijzer stopt automatisch wanneer u de bocht hebt genomen.
  • Pagina 81 Wordt gebruikt voor het bedienen en instellen van het display. (P24) Wordt ook gebruikt voor het instellen van DRL (P111) rijmodus en voor het bedienen van het Honda (P94) Smartphone-spraakbedieningssysteem (P90) Alarmknipperlichtschakelaar Kan op uit of aan worden gezet als het elektrische systeem is ingeschakeld. Kan worden uitgeschakeld ongeacht of het elektrische systeem is in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 82 Schakelaars (Vervolg) Schakelaars op stuurgreep rechts Motorstopschakelaar/ Starttoets Moet normaal in de stand (Run) blijven staan. Schakel in geval van nood over naar de stand (Stop) om de motor te stoppen. N-D-schakelaar Om te schakelen tussen neutraalstand en AT-MODUS. (P107) A/M-schakelaar Om te schakelen tussen de AT-MODUS en MT-MODUS.
  • Pagina 83 Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai de contactschakelaarknop / (Off/Lock) diefstal te voorkomen. linksom om het elektrische systeem uit te Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars wordt schakelen. (P75) ook aanbevolen. Draai het stuur volledig naar links. Zorg dat u de wielen niet beschadigt als u een U- vormig wielslot of een vergelijkbaar apparaat gebruikt.
  • Pagina 84 (Vervolg) Draai de contactschakelaarknop / (Off/Lock) Ontgrendelen linksom en houd deze vast. Zorg dat de Honda SMART Key is geactiveerd De stuurslotindicator gaat kort branden en de en dat u binnen het werkbereik bent. (P82) stuurinrichting wordt automatisch vergrendeld. (P83) Als de stuurslotindicator knippert en het alarm Druk op de contactschakelaar (On).
  • Pagina 85 Honda SMART Key-systeem Met het Honda SMART Key-systeem kunt u de hoofdschakelaar bedienen zonder een sleutel in een sleutelgat te steken. Het systeem voert een identificatiecontrole in beide richtingen uit tussen het voertuig en de Honda SMART Key om na te gaan of het een geregistreerde Honda SMART Key betreft.
  • Pagina 86 De status van het Honda SMART Key- systeem controleren AAN/UIT-knop Druk licht op de AAN/UIT-knop. De LED van de Honda SMART Key toont de status. Als de LED van de Honda SMART Key de volgende kleur heeft: Groen: (actief) Verificatie van het Honda SMART Key-systeem kan worden uitgevoerd.
  • Pagina 87 ● Als er voorzieningen in de buurt zijn die sterke radiogolven of geluid genereren zoals tv-torens, krachtcentrales, radiostations of luchthavens. ● Als u de Honda SMART Key bij u heeft met een laptop of draadloos communicatie-apparaat zoals een radio of mobiele telefoon.
  • Pagina 88 Honda SMART Key-systeem (Vervolg) Iedereen kan uw contactschakelaar ontgrendelen Iedereen die in bezit is van de Honda SMART Key en de motor starten als de Honda SMART Key kan de volgende zaken uitvoeren als de Honda binnen het werkbereik van uw voertuig is, ook al...
  • Pagina 89 Het elektrische systeem activeren persoon die niet beschikt over een geverifieerde Zorg dat de Honda SMART Key is geactiveerd en Honda SMART Key. dat u zich binnen het werkbereik voor het voertuig Schakel het elektrische systeem altijd uit en bevindt.
  • Pagina 90 Honda SMART Key-systeem (Vervolg) Het elektrische systeem uitschakelen Draai de contactschakelaarknop / (Off/Lock) linksom. Verlaat het werkbereik en neem de Honda SMART Key mee of zet het Honda (P83) SMART Key-systeem op deactiveren. (P82) Als het Honda SMART Key-systeem niet goed...
  • Pagina 91 Het responssysteem is een mechanisme om de Werking locatie van uw voertuig te bepalen. Wanneer de Druk op de responsknop van de Honda SMART Key. startblokkering is ingeschakeld en u op de Het responssysteem werkt niet als het elektrische responsknop op de Honda SMART Key drukt terwijl systeem is ingeschakeld.
  • Pagina 92 Honda SMART Key uit gaat. geactiveerd. (P82) Druk binnen 1 minuut 3 keer op de responsknop van de Honda SMART Key terwijl u tegelijkertijd de contactschakelaar (On) ingedrukt houdt. Laat de contactschakelaar (On) los. De indicator van de Honda SMART Key gaat branden.
  • Pagina 93 Wacht ongeveer 10 seconden tot de indicator van Het geluidspatroon van de zoemer van het de Honda SMART Key uit gaat. Het geluid wordt responssysteem wijzigen ingesteld. U kunt voor de zoemer kiezen uit 3 Het geluidspatroon kan ook worden ingesteld geluidspatronen.
  • Pagina 94 Het woordmerk en de logo's van Bluetooth zijn ® toepassing naar: geregistreerde handelsmerken in eigendom van https://global.honda/voice-control-system/ Bluetooth SIG, Inc., en het gebruik van deze merken door Honda Motors Co., Ltd. geschiedt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
  • Pagina 95 ● We kunnen niet aansprakelijk worden gesteld WAARSCHUWING voor beschadiging of problemen die ontstaan door het gebruik van een smartphone. Het gebruik van het Honda Smartphone- ● Wanneer uw smartphone geen verbinding kan spraakbedieningssysteem tijdens het rijden maken met het voertuig, wijzigt u de kan uw aandacht van de weg afleiden.
  • Pagina 96 Selecteer het menu BLUETOOTH PAIRING RESET. Veranderingen in de besturingssystemen, (P63) hardware, software en andere technologie die integraal zijn voor de functionaliteit van het Honda Smartphone-spraakbedieningssysteem, en nieuwe of gewijzigde wettelijke voorschriften kunnen leiden tot beperking of beëindiging van de functies en...
  • Pagina 97 Parkeerrem Parkeerremhendel Zorg ervoor dat de motorfiets op de parkeerrem staat tijdens het parkeren en het warmdraaien van de motor. Controleer of de parkeerremhendel is vrijgezet voordat u gaat rijden. De parkeerrem aantrekken Duw de parkeerremhendel naar rechts tot deze vastklikt.
  • Pagina 98 Rijmodus U kunt de rijmodus wijzigen. Huidige rijmodus De rijmodus bestaat uit de volgende parameters. P-niveau D-niveau (Niveau (DCT-modus) P: Niveau motorvermogen motorvermogen) EB: Niveau motorrem D: DCT-modus T: Torque Control-niveau ABS: ABS-modus EB-niveau (Niveau motorrem) T-niveau (Niveau Torque Control) (ABS-modus)
  • Pagina 99 Rijmodus heeft 5 modi. [SPORT]: Deze modus is geschikt voor sportief Beschikbare rijmodi: [STANDARD], [RAIN], rijden. In vergelijking met de modus STANDARD [GRAVEL], [USER] en [SPORT] voelt u de meeste reactie van de motor. [STANDARD]: Standaard, allround modus voor Het oorspronkelijke instelniveau kan niet worden uiteenlopende situaties.
  • Pagina 100 Rijmodus (Vervolg) P-niveau (niveau motorvermogen) EB-niveau (niveau motorrem) P-niveau heeft drie instelniveaus. EB-niveau heeft drie instelniveaus. Beschikbaar instelbereik: 1 tot 3 Beschikbaar instelbereik: 1 tot 3 Niveau 1 geeft het minste vermogen. Niveau 1 geeft het zwakste remeffect. Niveau 3 geeft het meeste vermogen. Niveau 3 geeft het sterkste remeffect.
  • Pagina 101 D-niveau (DCT-modus) D-niveau (DCT-modus) heeft vijf instelniveaus. Beschikbaar instelbereik: AT-MODUS: 1 tot 4 (1, 2, 3, 3G, 4) MT-MODUS: Huidig niveau of 3G Er kan een hoger motortoerental worden gebruikt door het niveau te verhogen. Niveau 1 is het laagste motortoerental. Niveau 4 is het hoogste motortoerental.
  • Pagina 102 Rijmodus (Vervolg) De rijmodus selecteren Breng het voertuig tot stilstand. STANDARD Druk op de schakelaar met een volledig MODE gesloten gashendel. RAIN Telkens wanneer het elektrische systeem wordt ingeschakeld, keert de rijmodus terug naar STANDARD. GRAVEL USER SPORT Druk op de schakelaar MODE -schakelaar MODE...
  • Pagina 103 Rijmodus instellen In de MT MODE kan voor het D-niveau alleen U kunt de P-, EB-, D- en T- en ABS-niveaus wijzigen worden gekozen uit het huidige niveau of 3G. Als het huidige niveau 3G is, kan het D-niveau in de rijmodus USER. alleen worden ingesteld op 3.
  • Pagina 104 Rijmodus (Vervolg) AT-MODUS MT-MODUS Huidig niveau...
  • Pagina 105 Houd de schakelaar ingedrukt MODE Druk de sel-schakelaar naar Druk de sel-schakelaar naar Druk op van de sel-schakelaar Druk op van de sel-schakelaar Houd van de sel-schakelaar ingedrukt...
  • Pagina 106 ● Als de motor niet binnen 5 seconden start, moet u het Dit voertuig is voorzien van een Honda SMART Key- elektrische systeem uitschakelen en 10 seconden systeem. Houd de Honda SMART Key altijd bij u wachten voordat u de motor opnieuw probeert te starten om de accuspanning te verhogen.
  • Pagina 107 Als u de motor niet kunt starten: Wanneer u de motor afzet Druk met de gashendel iets open (ongeveer 3 mm, Zet om de motor af te zetten de transmissie in de zonder speling) op de startknop. neutraalstand ( -indicator gaat branden). Als u het elektrische systeem uitschakelt terwijl Ongeveer 3 mm, zonder speling het voertuig in versnelling staat, wordt de motor...
  • Pagina 108 Schakelen Uw voertuig is uitgerust met een automatische Zolang " " wordt weergegeven, kunt u niet 6-traps transmissie. Deze kan automatisch (via de schakelen. AT-MODUS) of handmatig (via de MT-MODUS) worden geschakeld. N-D-schakelaar Transmissie met dubbele koppeling A/M-schakelaar Om aan de behoeften van bestuurders in een breed scala van situaties te beantwoorden, is de transmissie uitgerust met twee bedieningsmodi: MODUS...
  • Pagina 109 Neutraalstand (N): De neutraalstand wordt Wanneer u kunt schakelen tussen N en D automatisch geselecteerd wanneer u het elektrische Voertuig is gestopt en motor draait stationair. Gashendel is volledig gesloten. Schakelen van systeem inschakelt. neutraalstand naar D-modus is niet mogelijk terwijl de Als de neutraalstand niet wordt geselecteerd gashendel wordt bediend.
  • Pagina 110 Schakelen (Vervolg) AT-MODUS: In deze modus worden de MT-MODUS: MT-MODUS (6-traps versnellingen automatisch geschakeld in handschakelbediening) In deze modus kunt u overeenstemming met de rijomstandigheden. kiezen tussen 6 versnellingen. U kunt ook tijdelijk op- of terugschakelen met behulp van de opschakelknop (+) of de terugschakelknop (−).
  • Pagina 111 Wisselen tussen neutraal en AT-MODUS/ N-D-schakelaar MT-MODUS Schakelen van neutraalstand (N) naar AT-MODUS Druk op de D-kant van de N-D-schakelaar (a). De weergegeven parameter verandert in D (b), op A/M-schakelaar de versnellingsstandindicator wordt "1" weergegeven en de eerste versnelling wordt geselecteerd.
  • Pagina 112 Schakelen (Vervolg) Rijden in MT-MODUS Schakelbediening Op- en terugschakelen met de opschakelschakelaar Opschakelen: (+) en terugschakelschakelaar (−). Druk op de opschakelschakelaar (+) (h). De geselecteerde versnelling wordt getoond op de Terugschakelen: schakelstandindicator. Druk op de terugschakelschakelaar (-) (i). Als de MT-MODUS is geselecteerd, wordt de U kunt niet blijven schakelen door de transmissie niet automatisch opgeschakeld.
  • Pagina 113 Noodstopsignaal Het noodstopsignaal wordt ingeschakeld wanneer worden en de juiste maatregelen treffen om een het systeem detecteert dat u hard remt bij een mogelijke botsing met uw voertuig te voorkomen. snelheid van ongeveer 50 km/h of hoger om Het noodstopsignaal stopt met werken als: achteropkomende bestuurders via snel ●...
  • Pagina 114 Noodstopsignaal (Vervolg) Het noodstopsignaal is geen systeem dat een mogelijke botsing van achteren door te hard remmen voorkomt. Het is altijd raadzaam om hard remmen te voorkomen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het noodstopsignaal werkt niet wanneer de schakelaar voor de alarmknipperlichten is ingedrukt. Als het ABS een tijdje niet meer werkt tijdens het remmen, wordt het noodstopsignaal mogelijk helemaal niet geactiveerd.
  • Pagina 115 DRL (dagrijlicht) Wanneer de schakelaar voor het dimlicht/het passeerlicht in de stand wordt gezet en DRL wordt ingesteld op "AUTO" , worden (P112) de koplampen en DRL afhankelijk van het omgevingslicht automatisch in- en uitgeschakeld. Wanneer het lichter wordt, wordt de DRL ingeschakeld.
  • Pagina 116 DRL (dagrijlicht) (Vervolg) DRL in- en uitschakelen Start de motor. Druk op de functieschakelaar De multifunctionele weergave van DRL verschijnt in het INFO-gedeelte. Selecteer [AUTO] of [OFF] voor DRL met van de sel-schakelaar. Als de DRL-indicator uit is als DRL wordt ingesteld op "AUTO", knippert "AUTO".
  • Pagina 117 (RON) van 91 of hoger. Tankinhoud: 13,2 liter Richtlijnen voor tanken en brandstof (P16) Brandstofvuldop openen Zorg dat de Honda SMART Key is geactiveerd Schakelaar voor openen van brandstoftankklep en dat u binnen het werkbereik bent. (P82) Pijlmarkeringen (P83) Druk op de schakelaar voor het openen van de brandstoftankklep.
  • Pagina 118 Tanken (Vervolg) Brandstofvuldop sluiten Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem stevig vast door de dop naar rechts te draaien. De pijlmarkeringen op de dop en de brandstoftank moeten tegenover elkaar staan. Sluit de brandstoftankklep. WAARSCHUWING Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
  • Pagina 119 Het gebruik van USB-apparaten is op eigen risico. Honda kan in geen geval aansprakelijk worden LET OP gesteld voor beschadiging van uw USB-apparaat ● Het gebruik van een warmte-genererend USB-apparaat of een tijdens het gebruik.
  • Pagina 120 Controleer of de lip goed vastzit door de achterkant van het zadel lichtjes omhoog te trekken. Zadel Zorg dat u de gedeactiveerde Honda SMART Key en noodsleutel niet samen opbergt in het kuipvak. Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximumgewicht: 5,0 kg Berg geen brandbare of warmtegevoelige artikelen op.
  • Pagina 121 Een helm kan worden opgeborgen in het bagagecompartiment Plaats de helm met de voorkant van de helm omhoog. Helm Sommige helmen passen mogelijk niet in het compartiment vanwege hun afmetingen of vorm. Vervolg...
  • Pagina 122 Opberguitrusting (Vervolg) Gereedschapsset Documentzakje De gereedschapsset wordt in het opbergcompartiment Het documentzakje bevindt zich aan de onderkant opgeborgen, bevestigd met de rubberen band. van het zadel. Rubberen band Documentzakje Gereedschapsset Rubberen band Het zadel openen (P116) Het zadel openen (P116)
  • Pagina 123 Helmhouder WAARSCHUWING De helmhouder bevindt zich onder het zadel. In de gereedschapsset zit een Rijden met een helm die aan de houder is helmbevestigingskabel. bevestigd, kan invloed hebben op het veilige gebruik van uw voertuig en leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel Helmhouder kunt oplopen.
  • Pagina 124 Opberguitrusting (Vervolg) Kuipvak Opbergvak in kuip Deksel van kuipvak Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximumgewicht: 0,5 kg. Openen Trek aan het deksel van het kuipvak om het kuipvak te openen. Sluiten Druk op de -markering van het deksel van het kuipvak tot het stevig dicht zit.
  • Pagina 125 Windschermhoogte afstellen ........P. 161 Clip ..................P. 140 Overige vervangingen .......... P. 163 Onderste kap voor ............P. 141 De batterij in de Honda SMART Key vervangen..P. 163 Onderhoudskap ............... P. 142 Linker afdekkap ..............P. 143 Motorolie ............... P. 146 Koelvloeistof............
  • Pagina 126 Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Veilig onderhoud Het goed onderhouden van uw voertuig is absoluut Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u essentieel voor uw veiligheid en het beschermen van onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de uw investering, optimale prestaties, het voorkomen van benodigde gereedschappen, onderdelen en pech en het reduceren van luchtverontreiniging.
  • Pagina 127 Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met uw bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze voertuig te laten maken na het uitvoeren van het vereisten. Het bijhouden van een nauwkeurig periodieke onderhoud.
  • Pagina 128 Smeren mechanische vakkundigheid beschikt. Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding Reinigen van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
  • Pagina 129 Onderhoudsschema Frequentie Inspectie voor Jaarlijkse Regelmatig Items het rijden × 1000 km controle vervangen pagina 2 P. 126 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1.000 km: Glijblok aandrijfketting – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remvergrendeling Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Zijstandaard Vering –...
  • Pagina 130 Standaardonderhoud Aandrijfketting - Staat en speling controleren, indien Inspectie voor het rijden ● nodig afstellen en smeren. P. 154 Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk Remmen - Werkingscontrole; ● om een controle voor het rijden uit te voeren en alle Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil en vastgestelde problemen te corrigeren.
  • Pagina 131 Standaardonderhoud Onderdelen vervangen WAARSCHUWING Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Het monteren van andere onderdelen dan gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en Honda-onderdelen kan uw voertuig onveilig veiligheid te waarborgen. maken en een botsing veroorzaken waarbij u Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 132 Standaardonderhoud Dit symbool op de accu duidt aan dat het Accu product niet met het huishoudelijk afval mag Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije accu. worden afgevoerd. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te LET OP controleren en geen gedistilleerd water toe te voegen. Een verkeerd afgevoerde accu kan schadelijk zijn voor Reinig de accupolen als ze vuil zijn geworden of het milieu en de menselijke gezondheid.
  • Pagina 133 Standaardonderhoud Wat te doen in geval van nood WAARSCHUWING Als een van de volgende situaties zich voordoet, dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. Uit de accu komt tijdens normaal gebruik Elektrolyt spat in de ogen: ● explosief waterstofgas vrij. Spoel uw ogen herhaaldelijk met koud water gedurende minimaal 15 minuten.
  • Pagina 134 LET OP Het monteren van elektrische accessoires van andere LET OP fabrikanten dan Honda kan het elektrische systeem Als u de zekering vervangt door een zekering met een overbelasten, de accu doen ontladen en mogelijk het hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op systeem beschadigen.
  • Pagina 135 Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" op het P. 211 ronde API-servicesymbool. Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MA ●...
  • Pagina 136 LET OP Remvloeistof kan kunststof- en gelakte oppervlakken beschadigen. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig Standaard Versleten Beschadigd (GOED) (VERVANGEN) (VERVANGEN) Aandrijfketting...
  • Pagina 137 Standaardonderhoud Reiniging en smering Gebruik geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, Reinig de ketting en kettingwielen na het inspecteren staalborstel, vluchtig oplosmiddel zoals benzine en van de speling terwijl u het achterwiel draait. Gebruik wasbenzine, schurend reinigingsmiddel, kettingreiniger een droog doekje met een kettingreiniger die speciaal of smeermiddel dat NIET speciaal ontworpen is voor is ontworpen voor O-ringkettingen of een neutraal O-ringkettingen aangezien deze de rubberen...
  • Pagina 138 Aanbevolen koelvloeistof LET OP Het gebruik van koelvloeistof die niet bestemd is voor aluminium Behalve Hongkong, Macau motoren, of leiding-/mineraalwater kan roestvorming Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde veroorzaken. oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd water. Concentratie: Carterontluchting 50% antivriesmiddel en 50% gedistilleerd water...
  • Pagina 139 Standaardonderhoud Controleren op beschadiging Banden (inspecteren/vervangen) Controleer de banden op Bandenspanning controleren sneden, scheuren of Controleer uw banden met het blote oog en gebruik barsten die de koordlaag een bandenspanningsmeter om de bandenspanning van de band zichtbaar ten minste één keer per maand te meten of wanneer u maken of spijkers of constateert dat de bandenspanning laag is.
  • Pagina 140 Standaardonderhoud Profieldiepte controleren WAARSCHUWING Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar worden. Het rijden op banden die overmatig zijn Om veilig te kunnen rijden moet u de banden versleten of verkeerd zijn opgepompt, kan vervangen wanneer de minimale profieldiepte is een botsing veroorzaken waarbij u ernstig of bereikt.
  • Pagina 141 Het monteren van ongeschikte banden op uw Laat het wiel, na montage van de band, balanceren ● voertuig kan het stuurgedrag en de stabiliteit met originele wielbalanceergewichten van Honda of nadelig beïnvloeden en leiden tot een gelijkwaardig. ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel Installeer geen binnenband in een tubeless band op ●...
  • Pagina 142 Gereedschap De gereedschapsset wordt onder het zadel opgeborgen. P. 116 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. 10 x 14 mm steeksleutel ● 12 x 14 mm steeksleutel ● 19 mm ringsleutel ●...
  • Pagina 143 Demontage en montage van onderdelen Accu 4. Koppel de pluspool los van de accu. 5. Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen. Minpool Pluspool Verwijder de accu door met één hand de accuriem op te tillen terwijl u met de andere hand de accu ondersteunt.
  • Pagina 144 Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Demontage 1. Druk op de centreerstift om de vergrendeling los te maken. 2. Trek de clip uit de uitsparing. Centreerstift Aanbrengen 1. Duw tegen de onderkant van de centreerstift. 2. Plaats de clip in de uitsparing. 3.
  • Pagina 145 Demontage en montage van onderdelen Onderste kap voor Onderste kap voor Onderste kap voor Clip Bout A Bouten Slipplaat Clip Bout B Clips 2. Verwijder de bout A, bout B en de clips. P. 140 Demontage 3. Verwijder de onderste afdekkap aan de voorkant. 1.
  • Pagina 146 Demontage en montage van onderdelen Onderhoudskap Onderhoudskap Demontage 1. Open het zadel. P. 116 2. Verwijder de gereedschapsset. Onderhoudskap 3. Verwijder de clips ( P. 140) en de onderhoudskap. Aanbrengen Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage. Clips...
  • Pagina 147 Demontage en montage van onderdelen Linker afdekkap Linker afdekkap 5. Trek de zijkap iets naar achteren om de haken los te maken uit de sleuven. Demontage Maak de haken voorzichtig los uit de sleuven. 6. Verwijder de linker afdekkap. 1. Open het zadel. P.
  • Pagina 148 Demontage en montage van onderdelen Linker afdekkap Aanbrengen Sleuven Handgreep Haken 3. Trek de linker afdekkap iets naar achteren en bevestig de haken in de sleuven. Linker afdekkap Linker afdekkap Druk de linker afdekkap naar voren om de 1. Breng de linker afdekkap aan op de achterkant van haken stevig vast te zetten.
  • Pagina 149 Demontage en montage van onderdelen Linker afdekkap Lippen Lippen Sleuven 4. Steek de lipjes in de sleuven. 5. Steek de bevestigingspennen in de bevestigingsrubbers. 6. Breng de bout en de clip aan. 7. Sluit het zadel.
  • Pagina 150 Motorolie Motorolie controleren Bovenste niveau 1. Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. 2. Schakel het elektrische systeem uit en wacht 2 tot 3 minuten. 3. Zet uw voertuig op de middenbok op een stevige, horizontale ondergrond.
  • Pagina 151 Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen 2. Plaats de olievuldop/peilstok terug en draai stevig vast. Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij het LET OP onderste merkstreepje bevindt, moet u de Het te vol vullen met olie of het rijden met onvoldoende olie kan aanbevolen motorolie bijvullen.
  • Pagina 152 Koelvloeistof Koelvloeistof controleren UPPER-niveau Controleer het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. 1. Plaats uw voertuig op een stevige en horizontale ondergrond. 2. Houd uw voertuig rechtop. 3. Controleer door het kijkglas of het koelvloeistofniveau zich tussen de UPPER- en LOWER-merkstreepjes in het expansiereservoir bevindt.
  • Pagina 153 Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen 1. Verwijder de onderste afdekkap aan de Dop van expansiereservoir voorkant. P. 141 2. Verwijder de dop van het expansiereservoir en voeg vloeistof toe terwijl u het koelvloeistofniveau controleert. Vul niet hoger dan het UPPER-merkstreepje. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de opening van het expansiereservoir terechtkomen.
  • Pagina 154 Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofpeil zich onder het LOWER- merkstreepje bevindt of de speling van beide 1. Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en remhendels buitensporig wordt. horizontale ondergrond. Als de remblokken niet zijn versleten, is er wellicht 2.
  • Pagina 155 Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor voorkant van de remklauw. Inspecteer altijd zowel de linker- als Controleer de staat van de remblokslijtage- rechterremklauw. indicatoren. Inspecteer de remblokken vanaf de rechter De remblokken moeten worden vervangen Achter Voor achterzijde van het voertuig.
  • Pagina 156 Remmen Parkeerrem inspecteren Parkeerrem inspecteren 4. Controleer of de voorrand van de parkeerremhendel binnen het afstelbereik ligt (tussen de referentietekens) wanneer de rem Voorrand van parkeerremhendel begint aan te grijpen. Referentietekens Als de rem buiten het afstelbereik begint aan te grijpen, laat u de rem door uw dealer afstellen.
  • Pagina 157 Zijstandaard Zijstandaard controleren 4. Start de motor en druk op de D van de N-D- schakelaar om de versnelling in de D-modus te schakelen. 5. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstandaard omlaag klapt. Laat uw voertuig inspecteren door uw dealer als de motor niet afslaat.
  • Pagina 158 Aandrijfketting Speling van aandrijfketting 3. Controleer de speling in de onderste helft van de aandrijfketting halverwege tussen de kettingwielen. inspecteren Druk de aandrijfketting in en meet de afstand tussen de onderkant van de swingarm en de Controleer de speling van de aandrijfketting op aandrijfketting.
  • Pagina 159 Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren 4. Draai het achterwiel en controleer of de ketting Swingarm soepel beweegt. 5. Inspecteer de kettingwielen. P. 132 6. Reinig en smeer de aandrijfketting. P. 133 Aandrijfketting Duwen Speling van aandrijfketting...
  • Pagina 160 Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat. Gashendel...
  • Pagina 161 Andere afstellingen Remhendel afstellen Remhendel U kunt de afstand tussen het uiteinde van de remhendel en de stuurgreep afstellen. Vooruit Afstelmethode Draai de stelbout tot de getallen zijn uitgelijnd met het referentieteken terwijl u de hendel naar voren in de gewenste stand duwt. Controleer na het afstellen of de hendel juist werkt voordat u gaat rijden.
  • Pagina 162 Andere afstellingen Voorvering afstellen Voorvering afstellen Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai de stelbout met de ringsleutel uit de Stelbout Stelbout gereedschapsset. P. 138 De stelbout van de veervoorspanning heeft 15 slagen.
  • Pagina 163 Andere afstellingen Voorvering afstellen Uitgaande demping BFR-afsteller U kunt de uitgaande demping afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het Referentie- wegoppervlak. De uitgaande-dempingversteller stansstempel heeft minstens 3 slagen. Draai de versteller met de BFR-versteller uit de gereedschapsset.
  • Pagina 164 Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Stiftsleutel Veervoorspanning 1 2 3 4 5 6 U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai aan de stelbout met behulp van de stiftsleutel en verlengstaaf uit de gereedschapsset.
  • Pagina 165 Andere afstellingen Windschermhoogte afstellen Windschermhoogte afstellen Er zijn 5 standen voor de windschermhoogte. De windschermhoogte-indicator toont de Windscherm windschermhoogte. De standaardstand is 1. Verstel het windscherm niet tijdens het rijden. 1. Trek de blokkeerhendel van het windscherm naar buiten tot deze op zijn plaats klikt. Houd de bovenkant van het windscherm vast en trek de stelhendel van het windscherm naar buiten.
  • Pagina 166 Andere afstellingen Windschermhoogte afstellen 2. Lijn de hoogte-indicator van het windscherm uit Als het windscherm niet soepel beweegt, spoel de met het referentieteken op de gewenste positie en schuivende delen dan af met water om stof te duw de stelhendel van het windscherm naar verwijderen.
  • Pagina 167 Key vervangen daarover een beschermende doek in de gleuf te steken. Als de indicator van de Honda SMART Key 5 keer Wikkel een muntstuk of een schroevendraaier knippert als het elektrisch systeem wordt in een beschermende doek om te...
  • Pagina 168 Overige vervangingen De batterij in de Honda SMART Key vervangen 3. Zet de twee helften van de afstandsbediening weer VOORZICHTIG: Er bestaat explosiegevaar als de in elkaar. batterij onjuist wordt vervangen. Vervang alleen Zorg ervoor dat de boven- en onderkant van door hetzelfde of een gelijkwaardig type.
  • Pagina 169 Verhelpen van storingen Motor start niet ............. P. 166 Als het Honda SMART Key-systeem niet goed Oververhitting (indicator hoge werkt ..............P. 175 koelvloeistoftemperatuur brandt) ....P. 167 Zadel ontgrendelen in een noodgeval....P. 177 Waarschuwingsindicatoren branden of Activeren van het elektrisch systeem in een knipperen.............
  • Pagina 170 Motor start niet De startmotor werkt maar de De startmotor werkt niet motor start niet Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de motor. ● Controleer het volgende: P. 102 Controleer de juiste startvolgorde van de motor. ● Controleer of er een zekering doorgebrand is. ●...
  • Pagina 171 Oververhitting (indicator hoge koelvloeistoftemperatuur brandt) De motor is oververhit wanneer zich het volgende Als de koelluchtventilator niet werkt: voordoet: Ga uit van een defect. Start de motor niet. Breng Indicator hoge koelvloeistoftemperatuur gaat uw voertuig naar uw dealer. ● branden. Als de ventilator werkt: De acceleratie wordt traag.
  • Pagina 172 Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen Indicator lage oliedruk Als de indicator lage oliedruk gaat branden, rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit. LET OP Het blijven rijden met een lage oliedruk kan ernstige beschadiging van de motor veroorzaken.
  • Pagina 173 Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen PGM-FI-storingsindicator (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) PGM-FI-storingsindicator LET OP (elektronisch geregelde Wanneer u rijdt terwijl de storingsindicator brandt, kunnen het emissieregelsysteem en de motor brandstofinspuiting) (MIL) beschadigd raken. LET OP Redenen voor het gaan branden/knipperen van de indicator Wanneer de storingsindicator opnieuw knippert wanneer de motor opnieuw wordt gestart, rijdt u met Gaat branden wanneer er een probleem is met...
  • Pagina 174 Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen ABS-indicator (antiblokkeersysteem) ABS-indicator Als de ABS-indicator blijft branden, werken uw remmen als een standaardsysteem maar zonder de (antiblokkeersysteem) antiblokkeerfunctie. Als de indicator op een van de volgende manieren De ABS-indicator kan gaan knipperen wanneer u werkt, is er mogelijk een ernstig defect in het ABS. het achterwiel draait terwijl het achterwiel van de Verminder uw snelheid en laat uw voertuig zo snel grond komt.
  • Pagina 175 Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen Torque Control-indicator Torque Control-indicator Zelfs wanneer de Torque Control-indicator brandt, is het rijvermogen van uw voertuig normaal maar zonder de Torque Control-functie. Als de indicator op een van de volgende manieren Als de indicator gaat branden terwijl Torque werkt, is er mogelijk een ernstig defect in het Torque Control in werking is, moet u de gashendel Control-systeem.
  • Pagina 176 3 seconden 3 keer linksom te draaien. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het volgende: Als u niet beschikt over de Honda SMART Key kan Sterke radiogolven of geluid beïnvloeden het ● het elektrische systeem op een andere manier systeem worden geactiveerd.
  • Pagina 177 Als de "–" indicator knippert in het versnellingsstandvenster tijdens het rijden Als de "–" indicator knippert tijdens het rijden, dan Als u de motor nog steeds niet kunt starten: kan het systeem van de transmissie met dubbele Start de motor terwijl u de voor- of koppeling een ernstig defect vertonen.
  • Pagina 178 Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofmeter In geval van een defect van het brandstofsysteem zien de indicatoren van de brandstofniveaumeter eruit zoals getoond in de afbeelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
  • Pagina 179 Key-systeem werkt mogelijk niet goed onder de SMART Key. volgende omstandigheden: Als de LED van de Honda SMART Key rood is, Als er voorzieningen in de buurt zijn die activeer dan het Honda SMART Key-systeem. sterke radiogolven of geluid genereren zoals P.
  • Pagina 180 Als het Honda SMART Key-systeem niet goed werkt Controleer of er een geregistreerde Honda Controleer de staat van de accu en de accukabel ● ● SMART Key wordt gebruikt. van uw voertuig. Gebruik een geregistreerde Honda SMART Key. Controleer de accu en de accupolen. Neem Het Honda SMART Key-systeem kan niet contact op met uw dealer als de accu bijna leeg is.
  • Pagina 181 Zadel ontgrendelen in een noodgeval Het zadelslot kan worden ontgrendeld met de noodsleutel. Zadelontgren- Openen deling voor noodgevallen 1. Verwijder de kap van de zadelontgrendeling voor noodgevallen. 2. Steek de noodsleutel in de zadelontgrendeling voor noodgevallen en draai de sleutel naar links. 3.
  • Pagina 182 Activeren van het elektrisch systeem in een noodgeval Het elektrisch systeem kan worden geactiveerd 1. Gebruik de noodsleutel om het zadel te openen. door het invoeren van het ID-nummer. P. 177 2. Verwijder de zijkap links. P. 143 Instellen voor invoermodus ID-nummer 3.
  • Pagina 183 Activeren van het elektrisch systeem in een noodgeval 7. Houd de contactschakelaar (On) langer dan Contactschakelaar (On) 4 seconden ingedrukt binnen 60 seconden na het opnieuw aansluiten van de witte dummy- stekker. De stuurslotindicator gaat branden, de zoemer klinkt en het systeem gaat naar de invoermodus voor ID-nummer.
  • Pagina 184 Activeren van het elektrisch systeem in een noodgeval ID-nummer invoeren U kunt het ID-nummer invoeren door op de contactschakelaar (On) te drukken en de contactschakelaarknop / (Off/Lock) linksom te draaien. Voer het ID-nummer op het ID-label op volgorde vanaf links in door op de contactschakelaar (On) te drukken.
  • Pagina 185 Activeren van het elektrisch systeem in een noodgeval Voorbeeld: Om "1" in te voeren, drukt u eenmaal op de ● Om "0" in te voeren, draait u de contactschakelaar (On) en draait u vervolgens ● contactschakelaarknop / (Off/Lock) linksom de contactschakelaarknop / (Off/Lock) zonder op de contactschakelaar (On) te linksom om het volgende cijfer in te voeren.
  • Pagina 186 Activeren van het elektrisch systeem in een noodgeval Monteer de onderdelen in omgekeerde volgorde ID-nummer invoeren gelukt Nadat u het laatste cijfer van het ID-nummer hebt van demontage voordat u gaat rijden. ingevoerd, wordt het ID-nummer geverifieerd en knippert de stuurslotindicator om de 2 seconden. U kunt de motor en het elektrisch systeem Druk op de contactschakelaar (On) binnen uitschakelen en tevens het stuurslot vergrendelen...
  • Pagina 187 Activeren van het elektrisch systeem in een noodgeval ID-nummer invoeren mislukt ID-nummer invoeren annuleren Als het ID-nummer na het invoeren niet wordt Als u het verkeerde nummer invoert, kunt u de geverifieerd, klinkt de zoemer en gaat de invoer van het ID-nummer annuleren door de stuurslotindicator uit.
  • Pagina 188 Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal gereedschap en technische expertise. Wij raden u Het rijden op uw voertuig met een tijdelijk aan om deze servicebeurt door uw dealer te laten gerepareerde band kan riskant zijn.
  • Pagina 189 Probleem met koppelen van smartphone Symptoom Oorzaak/oplossing Sommige smartphones zijn mogelijk niet compatibel met het voertuig en/of hun bruikbare functies zijn mogelijk beperkt. Controleer of het voertuig en de smartphone in de koppelmodus staan. P. 92 Controleer uw omgeving om u ervan te verzekeren dat er geen ander apparaat aanwezig is dat wordt gekoppeld voordat u opnieuw begint met het koppelen.
  • Pagina 190 Lekke band Symptoom Oorzaak/oplossing Afhankelijk van de smartphone kan het enige tijd duren voordat het voertuig verbinding maakt met een smartphone en een speciale toepassing gaat gebruiken. De verbinding kan tijdelijk worden verbroken wanneer de motor wordt gestart, wat normaal is en niet wijst op een storing. De smartphone wordt opnieuw verbonden nadat de motor is gestart.
  • Pagina 191 Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Alle lampen van het voertuig zijn LED's. Als een led motorfietsen. niet gaat branden, neem dan contact op met uw Haal de accu uit het voertuig voor het opladen. dealer voor onderhoud.
  • Pagina 192 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering 1. Verwijder de zijkap links. P. 143 2. Verwijder de afdekkap van de zekeringkast. 3. Trek de zekeringen er een voor een uit met Zie "Inspecteren en vervangen van zekeringen" behulp van de zekeringtrekker in de voor het hanteren van de zekeringen.
  • Pagina 193 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Zekeringen in zekeringkast B 1. Verwijder de zijkap links. P. 143 2. Open de afdekkap van de zekeringkast. 3. Trek de zekeringen er een voor een uit met Afdekkap behulp van de zekeringtrekker in de zekeringkast gereedschapsset en controleer op doorgebrande zekeringen.
  • Pagina 194 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekeringen 1. Verwijder de onderhoudskap. P. 142 2. Druk op het lipje om de datalinkstekker uit de stekkerbevestiging te verwijderen. Draadconnector 3. Druk op het lipje om de draadconnector van de magneetschakelaar van de startmotor los te koppelen.
  • Pagina 195 Elektrische problemen Doorgebrande zekering gereedschapsset en controleer of de zekering is doorgebrand. Vervang een doorgebrande zekering altijd door een reservezekering met dezelfde stroomsterkte. De reservehoofdzekering bevindt zich in zekeringkast B. P. 189 6. Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage. LET OP Als een zekering herhaaldelijk doorbrandt, duidt dit Magnetische...
  • Pagina 196 Informatie Onderhoudsdiagnoserecorders ......P. 193 Sleutels ..............P. 194 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies..............P. 198 Onderhoud van uw voertuig....... P. 200 Uw voertuig stallen..........P. 204 Uw voertuig vervoeren........P. 205 U en het milieu ............. P. 206 Serienummers............P. 207 Alcoholhoudende brandstoffen ......
  • Pagina 197 Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor Honda, haar erkende dealers en erkende reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en contractanten voor de technische diagnose, het onderzoek en de ontwikkeling van het voertuig.
  • Pagina 198 Sleutels Sleutels Noodsleutel Sleutelplaatje Noodsleutel Dit voertuig heeft een noodsleutel en een sleutellabel met een sleutelnummer en een streepjescode. Bewaar het sleutelplaatje op een veilige plaats. Om een reservesleutel te laten maken, neemt u de sleutel en het sleutelplaatje mee naar uw dealer of een slotenmaker.
  • Pagina 199 Honda SMART Met de Honda SMART Key kunt u de volgende zaken Key niet gebruiken. uitvoeren: Laat de Honda SMART Key niet vallen en zet er geen ● Zadelslot ontgrendelen ● zware dingen op.
  • Pagina 200 Sleutels Als er brandstof, was of vet op de Honda SMART De batterij in het Honda SMART Key-systeem gaat ● Key blijft zitten, veeg dan direct schoon om breuk of normaliter 2 jaar mee. kromtrekken te voorkomen. Demonteer de Honda SMART Key alleen bij het Bewaar geen mobiele telefoons of andere ●...
  • Pagina 201 Sleutels EU-richtlijn Alleen Singapore Dit Honda SMART Key-systeem voldoet aan de richtlijn radioapparatuur (2014/53/EU). De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op het moment van aankoop. De conformiteitsverklaring moet op een veilige plaats worden bewaard. Neem contact op met uw dealer als u de conformiteitsverklaring bent verloren of als deze niet werd verstrekt.
  • Pagina 202 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, bedieningselementen Ritteller en andere functies De rittellers springen weer op 0,0 wanneer ze hoger worden dan 9.999,9. Contactschakelaar Documentzakje Het ingeschakeld laten van het elektrische systeem met een Het instructieboekje, het registratiebewijs en het uitgeschakelde motor leidt tot ontlading van de accu.
  • Pagina 203 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Elektronische gasklepbediening DRL, automatische helderheidsregeling en achtergrondinstelling Dit model is uitgerust met een elektronische gasklepbediening. Helderheid van de omgeving wordt gedetecteerd door Plaats geen gemagnetiseerde objecten of objecten die de fotocel. gevoelig zijn voor magnetische interferentie bij de Beschadig of bedek de fotocel niet.
  • Pagina 204 Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de droge doek. lange levensduur van uw Honda te garanderen. 4. Smeer alle bewegende delen na het drogen van het Potentiële problemen zijn gemakkelijker vast te stellen voertuig.
  • Pagina 205 Onderhoud van uw voertuig Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Richt geen waterstraal op het luchtfilter: ● Volg deze richtlijnen voor het wassen: Water in het luchtfilter kan het starten van de Gebruik geen hogedrukreinigers: motor verhinderen. ● Hogedrukreinigers kunnen bewegende delen en Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
  • Pagina 206 Onderhoud van uw voertuig Aluminium onderdelen Windscherm Aluminium wordt aangetast door corrosie na contact Gebruik veel water en reinig het windscherm met een met vuil, modder of wegenzout. Reinig aluminium zachte doek of spons. (Gebruik geen onderdelen regelmatig en volg deze richtlijnen om reinigingsmiddelen of chemische reinigers op het krassen te voorkomen: windscherm.) Wrijf droog met een zachte, schone...
  • Pagina 207 Onderhoud van uw voertuig Gebruik geen in de handel verkrijgbare schuurpasta Uitlaatpijp en geluiddemper wanneer de uitlaatpijp en geluiddemper zijn gelakt. De uitlaatpijp en geluiddemper zijn van roestvrij staal, Gebruik een neutraal reinigingsmiddel om het gelakte maar kunnen door modder of stof bevlekt worden. oppervlak van de uitlaatpijp en geluiddemper te reinigen.
  • Pagina 208 Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Controleer alle onderhoudsonderdelen die door het onderhoudsschema worden voorgeschreven wanneer Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het u uw voertuig uit de stalling haalt. gebruik van een volledige voertuighoes. Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende een langere periode niet te rijden: Was uw voertuig en zet alle gelakte oppervlakken ●...
  • Pagina 209 Uw voertuig vervoeren Uw voertuig vervoeren Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhangwagen of een dieplader of aanhangwagen met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw voertuig met één of beide wielen op de grond te slepen.
  • Pagina 210 U en het milieu U en het milieu Recycle afval Deponeer olie en ander giftig afval in goedgekeurde Het bezit van en rijden op een voertuig kan aangenaam containers en breng ze naar een recyclingcentrum. Neem zijn, maar u moet een bijdrage leveren aan de contact op met uw gemeente, overheid of milieudienst om bescherming van het milieu.
  • Pagina 211 Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. Het motornummer is rechtsachter op het motorcarter gegraveerd. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
  • Pagina 212 Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: De lak van de brandstoftank beschadigen. brandstoffen ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● beschadigen. Sommige traditionele brandstoffen gemengd met Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om emissie ●...
  • Pagina 213 Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
  • Pagina 214 Specificaties Specificaties Voornaamste onderdelen Specificaties ■ Alcoholhoudende ETHANOL tot 10 volumeprocent brandstoffen Totale lengte 2215 mm Tankinhoud 13,2 liter Totale breedte 940 mm YTZ12S Stand windscherm Accu 12 V-11,0 Ah (10 HR) / 12 V-11,6 Ah (20 HR) Totale hoogte Laag 1370 mm 2,666...
  • Pagina 215 Specificaties Servicegegevens ■ Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API- serviceclassificatie SG of hoger, met uitzondering Voor 120/70R17M/C 58H Aanbevolen Bandenmaat van olie die wordt aangeduid als motorolie Achter 160/60R15M/C 67H "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend", SAE Bandensoort Radiaal, tubeless 10W-30, JASO T 903-norm MA...
  • Pagina 216 Specificaties Smeermiddel voor aandrijfketting speciaal Aanbevolen ontworpen voor O-ringkettingen. smeermiddel voor Indien niet beschikbaar, gebruik dan SAE 80 of 90 aandrijfketting tandwielolie. Speling van 45 - 50 mm aandrijfketting DID520V0 Standaard aandrijfketting Aantal schakels Aandrijfketting- wiel Standaard kettingwielmaat Aangedreven tandwiel Lampen ■...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Adv750 2020