NL
Installatie
Stel de pomp in op een lage cyclussnelheid en voed de pomp om alle lucht te verwijderen alvorens u
de druk verhoogt.
Controleer op lucht- en vloeistoflekkage.
Stel de cyclussnelheid van de pomp in op het gewenste verfvolume en stel vervolgens de
tegendrukregelaar van de pomp en de pompluchtdruk af op de gewenste systeemvloeistofdruk.
De retourleiding van het verfsysteem dient voorzien te zijn van een tegendrukregelaar.
De tegendrukregelaar van de retourleiding reageert op wijzigingen in het systeemdebiet (door
veranderingen in het verfgebruik) door het dynamisch instellen van het verfdebiet dat retour gaat naar
de verftank van het systeem, en handhaaft zo de insteldruk.
Als een luchtuitblaassysteem wordt gebruikt, mag de inlaatdruk van de pomp nooit hoger zijn dan
2 bar [29 psi].
Er zijn uitlaatsets leverbaar voor deze pompen indien de luchtuitlaat langs een buis weg van de pomp
geleid dient te worden in plaats van ter plaatse uitgestoten door de dempers.
77-3233 R4.2
7/20
www.carlisleft.com