Bijlage B
In de volgende tabellen worden de meest voorkomende fouten vermeld. Als u aan de hand van deze
informatie het probleem niet kunt vaststellen, moet u contact opnemen met de technische onder-
steuning van Hydronix. Telefoon: +44 (0) 1483 468900 of e-mail: support@hydronix.com.
Symptoom: 'Searching For Sensor' (Zoeken naar sensor) wordt op het scherm
weergegeven - geen invoer van sensor.
Mogelijke verklaring
Sensor krijgt geen
stroom.
Sensor is tijdelijk
'vastgelopen'.
MIL-Spec-
connectorpennen
van sensor zijn
beschadigd.
Interne fout of
onjuiste configuratie.
Symptoom: onjuiste sensorwaarden.
Mogelijke verklaring
De niet-geschaalde
sensorwaarden zijn
onjuist.
Onjuiste kalibratie
van samenstelling.
Controle
Gelijkstroom aan
achterzijde van
Hydro-Control,
pennen 31 + 33.
Zet sensor uit en
weer aan.
Koppel de
sensorkabel los en
controleer of er
pennen zijn
beschadigd.
Sluit de sensor aan
op een pc met de
Hydro-Com-software
en een geschikte
RS485-converter.
Controle
Raak D
ISPLAY
U
aan in
NSCALED
het hoofdscherm.
Controleer samen-
stelling op vochtig-
heidstoename en
vochtigheidsverloop.
Vereiste resultaat
+24 volt gelijkstroom.
De sensor werkt correct. Controleer de pennen
De pennen zijn
verbogen en kunnen
weer worden
rechtgebogen om
contact te maken.
De digitale RS485-
aansluiting werkt.
Vereiste resultaat
Als het goed is, ziet u de
volgende waarden:
Sensor blootgesteld aan
lucht = vrijwel nul. Hand
op sensor = 75–85.
Vochtigheidsverloop =
0 tot 5.
Vochtigheidstoename =
0,12 tot 3.
Hydro-Control VI Installatiehandleiding HD0455nl Rev 1.9.0 99
Probleemdiagnose
Vereiste actie bij fout
Zoek fout in
voeding/bedrading.
van de sensorconnector.
Controleer de
sensorconfiguratie door
de sensor op een pc aan
te sluiten.
De digitale RS485-aansluiting
werkt niet. De sensor moet
worden teruggezonden naar
Hydronix voor reparatie.
Vereiste actie bij fout
Neem contact op met
Hydronix voor meer
informatie.
Kalibreer de samenstelling
opnieuw aan de hand van
de instructies in de
Gebruikershandleiding. Voor
een betere nauwkeurigheid
moet het vochtigheidssignaal
aan het eind van de eerste en
laatste mengtijd stabiel zijn.