Hoofdstuk 5
Voorbeeld
1.3
Metrische eenheden:
Als een mengmachine van 1 m
10 liter/seconde is, met een aan-/uitcyclustijd van 1 seconde, kan het water alleen in stappen
van 10 liter worden toegevoegd. Dit betekent dat bij een volledige belasting (~ 2200 kg) de
kleinste bevochtigingsstap ca. 0,5% is. Dit is te grof voor een goede regeling.
Als ditzelfde systeem ook over een fijne klep zou beschikken, met een debiet van
1 liter/seconde en een aan-/uitcyclustijd van 1 seconde, kan de watertoevoeging via deze klep
in stappen van ca. 1 liter of 0,05% plaatsvinden. Hiermee is een goede regeling wel mogelijk.
Amerikaanse eenheden:
Als een mengmachine van 35 ft
3 gallon/seconde is, met een aan-/uitcyclustijd van 1 seconde, kan het water alleen in stappen
van 3 gallon worden toegevoegd. Dit betekent dat bij een volledige belasting (~ 4800 lbs) de
kleinste bevochtigingsstap ca. 0,5% is. Dit is te grof voor een goede regeling.
Als ditzelfde systeem ook over een fijne klep zou beschikken, met een debiet van
0,3 gallon/seconde en een aan-/uitcyclustijd van 1 seconde, kan de watertoevoeging via deze
klep in stappen van ca. 0,3 gallon of 0,05% plaatsvinden. Hiermee is een goede regeling wel
mogelijk.
Een hoger waterdebiet zorgt bij een efficiënte mengmachine normaal gesproken voor een
kortere mengcyclustijd, vooropgesteld dat de klep snel genoeg is om de toevoeging goed te
doseren (d.w.z. een korte aan-/uittijd). Bij een lager debiet en een langzamere klep is de
doseringsnauwkeurigheid weliswaar dezelfde, maar duurt het langer om het mengen te
voltooien.
Het water kan ook te snel aan een mengmachine worden toegevoegd, waardoor er een grote
bal water ontstaat die in de mengmachine met de grondstof ronddraait in plaats van ermee te
worden vermengd. Om dit te voorkomen, raden we u aan het water toe te voegen met een
sproeiarm (of een vergelijkbare installatie) in plaats van een enkele uitlaatklep.
De waarschuwing Lekkende waterklep
1.4
Als de waterdebietmeter pulsen verzendt terwijl er geen kleppen zijn geopend, wordt de
waarschuwing L
2 Stroommeting
Stroommeter
2.1
De stroommeter moet een pulssnelheid van 1 tot 10 Hz hebben. Voor een systeem dat
60 liter toevoegt in een dosering van 30 seconden, betekent dat 2 liter per seconde en zou
een stroommeter geschikt zijn die 2 pulsen per liter geeft (4 pulsen per seconde).
Gewogen water
2.2
In de watermodus G
en beschikbaar gehouden voor de watertoevoegingsfase. Er wordt een analoog invoersignaal
van een weegcel gebruikt en de waarde wordt op nul gezet wanneer het water in de tank het
hoge niveau heeft bereikt. Wanneer de tank wordt geleegd, kan het gewicht van het water dat
aan het systeem wordt toegevoegd worden afgeleid uit de wijziging van het invoersignaal. Dit
gewicht kan vervolgens weer worden gebruikt om de hoeveelheid toegevoegd water te
bepalen.
3
alleen een grove klep heeft en het waterdebiet door de klep
3
alleen een grove klep heeft en het waterdebiet door de klep
weergegeven.
EKKENDE WATERKLEP
, wordt een tank tot een gekend niveau gevuld (het hoge niveau)
EWOGEN
Hydro-Control VI Installatiehandleiding HD0455nl Rev 1.9.0 57
Systeemontwerp